drijfsdoelstellingen, zowel wat de voor bereiding als de uitvoering betreft. Dat impliceert vervolgens de noodzaak om de betrokkenen te laten participeren in het proces van 'beleidsontwikkeling'. Door deze betrokkenheid mag van hen worden verwacht ook intensief na te denken over noodzakelijke condities, inclusief hun eigen functioneren daarin. Het resultaat van deze vorm van ma nagement is een sterke, professionele, flexibele organisatie, die zichzelf voort durend vernieuwt en versterkt. Hoe laat zich het begrip 'besturing' nu invullen in een omgeving die zich zo sterk professionaliseert en zo vanuit haar eigen deskundigheid bezig is met het formuleren van doelstellingen? Be sturen wil zeggen: richting bepalen, op koers houden. Bij besturing in samen hang met de geschetste management ontwikkeling gaat het derhalve om de vraag hoe enerzijds voldoende ruimte te laten aan het management en an derzijds daarin toch de eigen verant woordelijkheid met betrekking tot de richting, de koers van de bank vast te houden. Bij het zoeken van het ant woord komen we uit bij het wezen van de coöperatieve bank. In essentie gaat het om de vraag in hoeverre een plaat selijke Rabobank daadwerkelijk zicht heeft op haar primaire doelstellingen als kredietcoöperatie, dusdanig dat overige bedrijfsdoelstellingen hieraan kunnen worden getoetst. Deze doel stellingen, samengevat in het beharti gen van de belangen van de leden, be palen de harde kern van het bankbe drijf. Gesproken zou ook kunnen wor den over beleid, maar dan wel een be leid dat in één adem genoemd zou moeten worden met identiteit. Deze twee begrippen, beleid en identiteit, vormen samen in toenemende mate de kern van het bestuurlijk functioneren op de plaatselijke Rabobanken. Kapstokken Bestuurlijk functioneren vanuit de be grippen beleid en identiteit is uitda gend, maar ook moeilijk. Beleid en identiteit zijn redelijk abstracte begrip pen en de vraag dringt zich dan ook op hoe je dat praktisch doet. Hoe zorg je dat je als Bestuur en als Raad van Toezicht daadwerkelijk meegroeit in zo'n turbulente ontwikkeling? Een vier tal kapstokken dienen als hulpmiddel om enkele hoofdlijnen aan te geven. beleidsvaststelling De beleidsvaststelling is nadrukkelijk een verantwoordelijkheid van het Be stuur. Deze verantwoordelijkheid vormt de kern van het bestuurlijk functione ren. De keuzes die hier worden ge maakt vormen de basis voor het func tioneren van de bank. Aan deze keu- 27 zes gaat een intensief proces vooraf van beleidsontwikkeling binnen de I bank onder leiding van de directeur, j Dat betekent echter niet dat er vervol gens niets meer te besluiten valt. Het Bestuur heeft in deze een eigen ver antwoordelijkheid. Zij toetst de beleidsvoorstellen van de directie aan het overall beleid van de bank en stelt deze zonodig bij. Uit gangspunt daarbij is dat zowel de be leidsontwikkeling als de beleidsvast stelling in nauwe samenhang plaats vinden met het organisatiebeleid. Het beleidsplan van de gezamenlijke aangesloten banken is het kader voor het beleidsplan van elke aangesloten bank. Geen enkele aangesloten bank kan het zich in wezen nog permitteren om het zonder eigen beleidsplan te doen. In feite is het planningsproces de ruggegraat van het bestuurlijk functio neren van een aangesloten bank. Het beleidsplan geeft het kader aan voor de langere termijn. Binnen dit kader worden jaarlijkse activiteitenplannen gemaakt, die hun vertaling krijgen bin nen de jaarlijkse begroting. Ook de vaststelling hiervan is een verantwoor delijkheid van het Bestuur. De uitvoe ring van het beleid berust via mandaat vrijwel geheel bij de directie. Gezien het grote belang van het goed functioneren van dit planningsproces moet het tot een van de hoofdtaken van de Raad van Toezicht worden ge rekend om toe te zien op het adequaat functioneren hiervan. Het gaat hierbij om het beoordelen van de kwaliteit van de doelstellingen in het kader van de coöperatieve identiteit, en dat niet al leen inhoudelijk, maar ook met betrek king tot de wijze waarop de doelstellin gen zijn vastgesteld. De Raad van Toe zicht heeft hierin niet alleen- een toe zichthoudende, maar ook een advise rende functie. controle en bijsturing Het periodiek beoordelen van de reali satie van de gemaakte plannen is een essentiële bestuurlijke taak. Daarmee krijgt het Bestuur niet alleen zicht op de mate waarin doelstellingen wel of niet worden gerealiseerd, maar tevens krijgt zij zicht op het functioneren van het bedrijf. Zicht op in- en externe sterktes en zwaktes is een belangrijke voorwaarde voor het bestuurlijk opere ren. Dit zicht ontstaat mede op basis van periodieke terugrapportage rond om de gemandateerde bevoegdheden. Indien nodig zal het Bestuur tijdig be- sluiten tot bijstelling van de doelstel lingen respectievelijk van de interne condities, welke noodzakelijk zijn om de doelstellingen te realiseren. De Raad van Toezicht beoordeelt de mate waarin de beleidsuitvoering wordt gevolgd en of noodzakelijke bij stellingen in voldoende mate plaats- i vinden. verenigings(rechtelijke)zaken Het Bestuur zal nadrukkelijk aandacht vragen voor de betrokkenheid van de leden bij de bank. In het beleid zal de bijzondere positie van de leden bij de bank tot uitdrukking komen. Nadrukke lijk zal aandacht worden besteed aan de communicatie met de leden, zowel vanuit het Bestuur als de Raad van Toezicht. netwerkontwikkeling Participeren in netwerken is vanouds een belangrijk element in het functione ren van leden van het Bestuur en de Raad van Toezicht. Met name leden van de Raad van Toezicht kunnen langs deze weg een belangrijke bijdra ge leveren in het uitdragen van het ge zicht van de plaatselijke Rabobank. Nog een enkel woord over de Raad van Toezicht. Deze wordt nogal eens gezien als een 'kweekvijver' voor nieu we bestuursleden. De taakstelling van de Raad van Toezicht maakt het echter zeker gewenst dat juist ook een aantal 'oude rotten' deel uitmaken van dit col lege. Juist zij kunnen vanuit eerdere bestuurlijke ervaring een belangrijke bijdrage leveren aan het effectief func tioneren van de Raad van Toezicht. Ruim 6000 bestuurders, zo schreven we in het begin van dit artikel, geven een aanzienlijk deel van hun tijd aan het besturen van een plaatselijke Ra bobank. Het wordt er niet gemakkelijker op om inhoud te geven aan deze be stuurlijke verantwoordelijkheid, in een tijd waarin ontwikkelingen elkaar zo snel opvolgen. Wel boeiender! Wil een bestuurder daadwerkelijk inhoud blijven geven aan deze verantwoordelijkheid dan zal hij en zij breed georiënteerd moeten zijn. Bestuurlijk leiding geven aan een professionele organisatie ver breedt je blikveld. Daar word je wijzer van.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 27