Milieuproblematiek 1992: exportkansen Perspectief De export van ijsbergsla neemt in omvang en betekenis toe. daan aan de schaalvergroting, die zich elders in de agrarische sector heeft voorgedaan. De bedrijfsstructuur is dan ook in veel gevallen niet optimaal; veel bedrijven en percelen zijn te klein voor een goede mechanisatie. Van de hoofdberoepsbedrijven, waarbij de on dernemer meer dan de helft van zijn dagtaak aan de vollegrondsgroenten besteedt, bedraagt de gemiddelde be- drijfsgrootte ongeveer 7,5 ha, terwijl het aantal arbeidskrachten gemiddeld 0,45 per ha is. Deze bedrijven betref fen ongeveer 2/3 van alle vollegronds- groentebedrijven. De overige bedrijven zijn dermate klein, dat hiermee nog geen halve dagtaak gemoeid is. De laatste jaren lijkt het aantal kleinere be drijven af te nemen. De rentabiliteit van de vollegronds- groentebedrijven moet als zwak wor den omschreven. Sinds 1975 werden de bedrijfseconomische kosten gemid deld slechts voor 83% goedgemaakt door de opbrengsten. Op langere ter mijn is een structurele verhoging van de rentabiliteit noodzakelijk voor de continuïteit van de individuele bedrij ven en ook van de gehele bedrijfstak. Het ondernemersinkomen lag de afge lopen 13 jaar op ruim f 30 000, terwijl de besparingen gemiddeld f 4 400 per jaar bedroegen (zie grafiek op pag. 21 Een plotselinge toename van de akker- bouwmatige contractteelt blijkt direct een negatieve invloed op de rentabili teit van de gespecialiseerde volle- grondsgroentebedrijven te hebben, hoewel de conservengroenten en de oo C.C. verse groenten verschillende markt- segmenten betreffen, die elkaar in de prijsvorming niet te veel zouden mogen beïnvloeden. Te veel geproduceerde contractgroenten kunnen echter door dumping op de verse markt de prijsvor- ming van de verse groenten toch nega- tief beïnvloeden. Teneinde het perspec- tief van de bedrijfstak te verbeteren en het risico van inkomensschommelin gen te verminderen, zal de sector zich nog duidelijker dan in het verleden moeten onderscheiden van de akker- bouwmatige produkten. Vollegrondsgroenten zijn produkten die door de consument vers of verwerkt worden geconsumeerd. De consument stelt naast de uiterlijke kwaliteit steeds j hogere eisen aan de innerlijke kwaliteit van zijn voedingsmiddelen, zoals aan de aanwezigheid van residuen van meststoffen en gewasbeschermings middelen. Daarnaast wil de overheid J met een groot aantal maatregelen de milieubelasting van land- en tuinbouw terugdringen. Het ontwikkelen van een milieuvriendelijke teeltmethode zal één van de grote uitdagingen zijn voor de vollegrondsgroenteteelt in de komende tien jaar. Deze ontwikkeling kan leiden j tot een verruiming van het teeltplan. Vooral in de akkerbouw is al enige er varing opgedaan met geïntegreerde teelten. Anderzijds moet worden gesteld dat de milieuregelingen zullen leiden tot een verhoging van de kosten, terwijl de op brengsten op dit moment geen ruimte geven voor kostenstijgingen. Een milieuvriendelijke produktiemethode zal derhalve gepaard moeten gaan met een verhoging van de opbrengsten door een beter produkt met grotere ex portmogelijkheden. Als gevolg van de maatregelen rond '1992' zal de export van goederen wor den vereenvoudigd, waardoor ook voor de vollegrondsgroenten de concurren tie op de exportmarkten zal worden vergroot. Daar al sinds de oprichting van de EG een vrije interne landbouw markt bestaat, zullen de nieuwe maat regelen slechts een beperkte betekenis hebben voor de agrarische sector. Van de Nederlandse vollegrondsgroen ten is vooral de export van spruiten, aardbeien, bladgewassen, wortelen, asperges en witlof van belang. Het aandeel van Nederland op de export markten neemt geleidelijk aan toe. De consumptie van groenten op de Eu ropese markt stijgt maar langzaam. Dit betekent dat een groei van de afzet al leen kan ontstaan door verdringing: produkten met een goede kwaliteit ver dringen produkten met een lage kwali teit. Tot voor kort beperkte de export zich tot het vullen van 'gaten' van het binnenlandse aanbod op onze export markten, zoals sla, andijvie en bloem kool. Geleidelijk aan vindt een ver schuiving plaats van deze gatenvullers naar een structureel aanbod van kwali- teitsprodukten, zoals witlof, prei, asper ges, ijsbergsla en broccoli. Voor het perspectief van de vollegrondsgroente- sector in Nederland is het van groot be lang, dat er zich een hoogwaardig as sortiment produkten bevindt in het hoogste kwaliteitssegment, waar nog een voldoende koopkrachtige vraag bestaat. De produkten kunnen zodoen de een aanvulling worden in het export assortiment van de glasgroenten. Ook de export zelf is gediend met een gelei delijke groei van het aanbod van hoog waardige produkten van een constante kwaliteit. De export van de klassieke winter groenten is stabiel en vertoont geen grote groeimogelijkheden. Het gaat hier meestal om kook-groenten. De con sumptie van deze produkten neemt af ten gunste van de groenten die vers gegeten worden in salades. Zoals is aangegeven betreft de teelt van vollegrondsgroenten een sterk ver schillende groep van produkten, bedrijfs- typen en afzetstructuren. Daarbij is er een constante dreiging van een over aanbod door het overschakelen van akkerbouwbedrijven naar deze teelt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 22