Ontwinkeling, een onontkoombare
ontwikkeling?
16
JL
vfctm IWI
Consumenten zijn grotere waarde gaan hechten aan het verblijfsklimaat in winkelgebieden.
ÉMfffieA
Winkels nemen een belangrijke plaats in binnen de distributie van goede
ren. Na de Tweede Wereldoorlog is de vestiging van distributieve voorzie
ningen een proces van bewuste ruimtelijke ordening geworden. In de ja
ren zestig en zeventig heeft dit geleid tot planmatige, geconcentreerde en
over het algemeen goed bereikbare winkelcentra. Dit is in tegenstelling tot
voor die tijd toen de meeste winkelvoorzieningen nog spontaan tot stand
kwamen.
In het algemeen onderscheidt men binnen de kernen twee groepen van
winkelcentra: hoofd- en nevencentra. Deze twee hoofdgroepen worden
weer onderverdeeld in deelgroepen, waarbij kenmerken als winkelvloer
oppervlak en brancheverdeling vaak doorslaggevend zijn. Naar de aard
van het verzorgingsniveau worden binnen de categorie nevencentra - in
opklimmende volgorde - buurtcentra, wijkcentra en stadsdeelcentra on
derscheiden.De afgelopen jaren zijn er echter steeds meer aanwijzingen
dat deze hiërarchie binnen winkelcentra wordt verstoord. Hierbij valt te
denken aan de toenemende leegstand in buurt- en wijkcentra, de aanleg
van zeer beperkte winkelcentra in nieuwe woongebieden en de toene
mende uniformiteit van winkelcentra. Deze en vele andere wijzigingen in
de distributieve structuur zijn het logische gevolg van veranderingen aan
zowel de vraag- als de aanbodzijde van de markt. In dit artikel zal op
deze veranderingen worden ingegaan. Tevens zal worden gekeken naar
de consequenties hiervan, alsmede de eventuele wenselijkheid en moge
lijkheden om het huidige proces van ontwinkeling te doorbreken.
én van de belangrijkste veran
deringen ten aanzien van de
winkelcentra die de laatste de
cennia zichtbaar is geworden,
is het proces van schaalvergro
ting. Dit proces dat geleid heeft
tot een verschuiving ten gunste
van de grotere centra, is geïni
tieerd door een aantal ontwikkelingen:
Allereerst kan hier de (sterk) toegeno
men fysieke én psychische mobiliteit
van consumenten worden genoemd.
Hierdoor werd het voor consumenten
mogelijk grotere afstanden te overbrug
gen, hetgeen in de praktijk tot gevolg
heeft gehad dat de kleinere winkelcen
tra het steeds vaker moesten afleggen
tegen de grotere en breder gesorteerde
winkelcentra.
Tevens hebben veranderingen op de-
Drs. I. M. E. Ruigrok
Bedrijfstakonderzoek