Betalingsverkeer: bijzondere interesse Beheerste decentralisatie geeft bewegingsvrijheid en eigen verantwoordelijkheid. bouwd zal worden. De tijd is er rijp voor. Met veel enthousiasme wordt er momenteel hard aan gewerkt om het nieuwe personeelsbeleid ingang te doen vinden. Steeds meer mensen ra ken overtuigd van de betekenis ervan. HRM legt nadrukkelijk de verantwoor delijkheid voor het eigen ontwikkeling straject bij de medewerker of mede werkster in kwestie: zelf je kansen pak ken, zelf je vinger opsteken als je vindt dat je meer kunt of dat er te weinig re kening met je capaciteiten wordt ge houden. Van de kant van de organisatie vraagt het de bereidheid om de mensen alle talenten te laten benutten die ze in huis hebben; ook over de grenzen van de afdeling, zelfs de bank heen. Binnen onze organisatie is dat natuurlijk wat moeilijker te realiseren dan in een cen traal geleid concern, maar ook in dit geval zal 'management by conviction' - een van de sterke kanten van onze or ganisatie - de weg zijn waarlangs we dit doel kunnen bereiken.' Het betalingsverkeer, dat momenteel sterk in ontwikkeling is, heeft altijd de bijzondere interesse van Van Eldik ge had. 'Ik heb het altijd van belang ge vonden om te komen tot gezondere verhoudingen in het betalingsverkeer', zegt de bedrijfseconoom in hem. 'Tot op heden kunnen andere bancaire par tijen die zich op onze markt bewegen vrijwel gratis gebruik maken van de tussenkomst van ons vestigingennet en de infrastructuur. Dat vertroebelt de concurrentieverhoudingen in een voor ons nadelige zin. In 1981 heb ik in Londen voor een groep bankiers een inleiding gehouden onder het motto 'No more free rides' waarmee ik de kruissubsidiëring van het ene produkt door het andere aan de kaak stelde. Daar moest naar mijn overtuiging een einde aan komen; niet om de bank opeens een veel hogere winst te laten genereren, maar wel om onze produkten volop de kans te ge ven te concurreren tegen soortgelijke diensten van aanbieders, die de hoge kosten van (bijvoorbeeld) het beta lingsverkeer niet hebben. De reacties van Nederlandse zijde op mijn betoog waren verdeeld: 'een goed verhaal, maar volstrekt onrealistisch...'. Nu, een aantal jaren later, zijn we langzamer hand zover. We kunnen rustig stellen dat er door een bewustere en betere kostentoere kening een andere denktrant opgang doet. Je ziet het bijvoorbeeld bij de in troductie van het Telebankieren, dat ongetwijfeld een grote vlucht gaat ne men. Wij als aanbieders van de infra structuur moeten erin slagen een hoge efficiency voor onze relaties te realise ren, maar van de andere kant moet er ook de bereidheid bestaan om de daaraan verbonden kosten te betalen. Anders kan je er eenvoudig niet aan beginnen.' Van Eldik kent - als voorzitter van de Europese Raad voor het Betalingsver keer - de materie van heel dichtbij. We spreken over de Eurocheque ('heeft een enorme vlucht genomen, een toonbeeld van interbancaire samen werking!'), de magneetstriptechniek ('grootschalig, concurrerend, zullen we nog een aantal jaren moeten gebrui ken') versus de chiptechniek ('de vol gende generatie, veiliger, maar nog wel te kostbaar'), de cashless society ('zie ik in geen jaren komen') en staan wat langer stil bij de grote Europese beweging. 'We zijn de laatste jaren bezig met een zodanige infrastructuur, dat mensen met hun bankpas of -card overal te recht kunnen. Voor medio 1990 zou dat voor de geldautomaten rond moe ten zijn. Alle organisaties - ook VISA bijvoorbeeld - zouden dan op basis van reciprociteit moeten deelnemen. Kernpunt is, dat alle participanten een set van gestandaardiseerde procedu res hanteren, zodat de reiziger overal terecht kan. Dat hoeft overigens niet te betekenen dat ook de prijsstelling uni form zal zijn; bovendien is het mogelijk naast de primaire betalingsverrichting per bank onderscheidende, additionele diensten te verlenen: reis- en ongeval lenverzekering, hotelreservering enzo voort.' De expertise van Van Eldik is met zijn vertrek uit onze organisatie naar alle waarschijnlijkheid voor de bancaire sector in Europa niet verloren. Hoewel de formele besluitvormingsprocedure in een paar gevallen nog moet worden gevolgd, ligt er een interessante uitno diging ter tafel voor enkele voorzitter schappen op dit terrein. Paardrijden is een sport waaraan Van Eldik zich graag overgeeft. Hij heeft thuis een eigen paard, als het even kan maakt hij er ritten op door de Gelderse dreven. 'Het is een Nederlands warm bloed, een WPN-paard, een combinatie van een Gelders ras en een Engelse volbloed. De eerste heeft als kenmer ken rust en kracht, de tweede is fijnge voelig, stijlvol.' Zijn daar enkele over eenkomsten te bespeuren tussen rijdier en berijder...? De eerste zal het in de toekomst onge twijfeld wat drukker krijgen. PdMM

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 11