Beheerste decentralisatie Mensen vormen primaire succes factor Cruciaal is de vraag hoe we onze mensen weten te motiveren om zich te identifi ceren met de doelstellingen van de organisatie. Ten tijde van de komst van Van Eldik was er nog geen sprake van een geïn stitutionaliseerde controllersorganisa tie, die naderhand een prominente plaats binnen Rabobank Nederland zou krijgen. 'We hebben toen de stap gezet in de richting van de planning- en control- functie, later omgedoopt in 'Financieel- economisch Beheer'. Binnen de werk gebieden Aangesloten Banken en Bankzaken van Rabobank Nederland formeerden wij een afdeling Admini stratie Bestuurlijke Informatie (ABI), gecoördineerd door een Centrale ABI. Bij het vormgeven van dergelijke een heden sta je vaak voor de vraag in hoeverre je administraties moet decen traliseren. Die discussie kom je steeds in verschillende situaties tegen; nu ook weer bij het lange-termijnbeleid voor de automatisering en het inrichten van resultatencentra. Ik heb daar een heel pragmatische opvatting over: ik vind dat je iedere winst- of resultaat-verant woordelijke eenheid van die gegevens moet voorzien, waarmee de resultaten en de voortgang geanalyseerd en ge controleerd kunnen worden. Het al of niet decentraliseren van ondersteunen de uitvoerende afdelingen is daarbij een kwestie van doelmatigheid. Als je met een simpel lijntje uit een centraal systeem alle gegevens kunt leveren, die nodig zijn voor het decentrale ma nagement. moet je je wel twee keer bedenken voordat je de administratie verplaatst.' Van Eldik illustreert dat met een voor beeld uit zijn woonomgeving: 'Onze gemeente Rozendaal van 1500 inwo ners stond destijds op de nominatie in gelijfd te worden bij grotere buurge meenten. Argument: geen eigen poli tie, geen eigen brandweer, geen eigen vuilnisophaaldienst. We hadden dat in derdaad niet, maar we kenden wel een sluitende begroting! Alle diensten wa ren elders te betrekken. Het al of niet zelf exploiteren doet niets af aan je ei gen zelfstandigheid en verantwoorde lijkheid.' Binnen de Rabobankorganisatie begint het organisatieprincipe van resultaten- centra inmiddels vaste vormen aan te nemen. Van Eldik heeft daar mede richting aan gegeven. 'Wij zijn ons aan het omvormen tot een organisatie met een structuur, die past bij de jaren negentig. Mensen moeten ruimer de gelegenheid krijgen om uit dagingen op te pakken, het resultaat zal zijn dat we daarmee beter in staat zijn om op de veranderingen van de markt in te spelen. We moeten daarvoor een traject van beheerste decentralisatie door, zoals dat destijds ook bij de KTS/KIK auto matisering van de aangesloten banken het geval is geweest. Binnen Rabo bank Nederland zien we een dergelijke beweging, waarbij de verantwoordelijk heid voor bijvoorbeeld de systeemont wikkeling bij de gebruikende eenheden worden belegd. Dat is erg essentieel; de gebruiker moet de specificaties en vereiste kwaliteiten zelf heel nauwkeu rig definiëren én hij moet zelf bepalen wat het mag kosten. Dat principe be gon langzaam weerklank te krijgen en is onder Wijffels goed doorgekomen. Je ziet het ook op plaatselijk niveau ge stalte krijgen: aangesloten banken zul len de beschikking krijgen over appara tuur die ze in staat stelt om de transac ties - snel en veilig - aan de balie com pleet te verwerken. Jarenlang is de ap paratuur daarvoor te kostbaar geble ken, maar langzamerhand wordt het haalbaar intelligente werkstations te in stalleren die de mensen aan het front bijstaan in het uitbrengen van een cliëntgericht advies. De automatisering zal wel enige in vloed hebben op de minimale omvang van de aangesloten banken. Maar an derzijds zal het een grote bewegings vrijheid opleveren voor de inrichting van de administratie van de aangeslo ten bank en zal het zeker geen rem be tekenen op de autonomie van de plaat selijke banken.' De ingezette verandering in het organi- satiedenken heeft - in feite onvermijde lijk - ook haar weerslag in de wijze waarop mensen binnen het samenwer kingsverband opereren: op hun per soonlijke doelstellingen, hun perceptie van de organisatiedoelstellingen, hun attitude in het werk. We komen dan als vanzelf te spreken over 'human resour ce management' - in goed Nederlands: personeelsontwikkelingsbeleid - waar in Van Eldik een duidelijke rol heeft ge speeld. Zijn bijdrage over dit onderwerp ter gelegenheid van de NIBE-jaardag 1988 heeft veel aandacht en bijval ge kregen. Van Eldik: 'Human Resource Management, kortweg HRM, is voor het bankwezen in de toekomst van be slissend belang. Ik ben daar rotsvast van overtuigd. Cruciaal is de vraag hoe we onze mensen weten te motiveren om zich te identificeren met de doel stellingen van de organisatie. Daarvoor is een houding nodig, die hen stimu leert zich te ontwikkelen en een bijdra ge te leveren die overeenkomstig hun vermogen is. ledereen binnen de orga nisatie moet weten dat de mens de bron is waarvan het succes van de or ganisatie afhankelijk is. Dat is de kern. In de jaren dat ik de verantwoordelijk heid droeg voor de sociale discipline hebben we het beleid geformuleerd, waarop in de komende jaren voortge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 10