De Privacy-gedragscode voorbeeld de gegevens samenhan gend met de uitvoering van een beta lingsopdracht. Bij praktische toepassing zullen als persoongegevens worden aangemerkt: 1de door de cliënt op het openingsfor mulier verschafte gegevens, zonodig gewijzigd (bijv. na verhuizing); 2. de van derden afkomstige gegevens; 3. de overeenkomstgegevens; 4. eventuele andere gegevens, doch alleen indien en voorzover zij worden gebruikt om beslissingen ten aanzien van de cliënt te nemen. Een voorbeeld hiervan is de tellerstand van Eurocheques: wordt deze uitslui tend gebruikt om nieuwe cheques aan te maken, dan betreft het geen per soonsgegeven; wordt deze gebruikt om een beslissing te nemen over het verle nen of weigeren van een krediet, dan betreft het wel een persoonsgegeven. Persoonsregistratie Een persoonsregistratie wordt gedefi nieerd als een samenhangende verza meling van op verschillende personen betrekking hebbende persoonsgege vens, die langs geautomatiseerde weg wordt gevoerd of met het oog op een doeltreffende raadpleging van die ge gevens systematisch is aangelegd. Wanneer in een gegevensverzameling zowel natuurlijke personen als rechts personen voorkomen wordt zo'n verza meling aangemerkt als een persoons registratie in de zin van de wet, tenmin ste voorzover het natuurlijke personen betreft. Wat lastige vormen van bedrij ven zijn in dit opzicht Vennootschappen onder Firma's en Maatschappen. De gegevens daarvan kunnen worden her leid tot de deelgenoten en zijn uit dien hoofde aan te merken als persoonsge gevens. Gegevens over eenmansza ken worden altijd als persoonsgege vens aangemerkt. Geautomatiseerde gegevens-verzamelingen zijn over het algemeen systematisch aangelegd en vallen dus al snel onder de definitie. Dossierverzamelingen die uitsluitend alfabetisch lexicografisch zijn gerang schikt vallen meestal buiten de wet, evenals uitsluitend chronologisch ge rangschikte verzamelingen. Bij het opstellen van de gedragscode heeft de privacy-commissie van het College van Overleg intensief overleg gepleegd met de Stichting Waakzaam heid Persoonsregistratie (SWP), die op haar beurt over deze materie overleg heeft gevoerd met de Consumenten bond en met Konsumentenkontakt. Dit overleg was een voorwaarde voor goedkeuring van de gedragscode door de Registratiekamer en bevordert daarnaast de maatschappelijke accep tatie. De gedragscode heeft tot doel de be scherming van de persoonlijke levens sfeer van een ieder van wie persoons gegevens zijn opgenomen in een door een bank gehouden cliëntenregistratie. Voor andere persoonsregistraties (per soneelsadministraties, leveranciersad ministraties e.d.) zullen afzonderlijke regelingen moeten worden getroffen door de verschillende banken. De gedragscode heeft uitsluitend be trekking op cliëntenregistraties. Gege ven de samenhang, die er tussen de verschillende produktadministraties bestaat en het toenemende gebruik van met elkaar samenhangende data bases, is er voor gekozen om per bank één cliëntenadministratie te defi niëren. Dit heeft als voordelen dat het aantal reglementen beperkt kan blij ven, voor de cliënten de inzichtelijk heid groter is en dat tegemoet wordt gekomen aan de technische ontwikke lingen: het gebruik van samenhangen de databases. Ook behoeft niet voor ieder nieuw produkt met een eigen ad ministratie een nieuw reglement te worden vervaardigd. Extra bepalingen gedragscode Voor een groot deel zijn de bepalingen van de gedragscode rechtstreeks uit de wet overgenomen. Deze belangrijkste wettelijke bepalingen omvatten het in zage- en correctierecht van de cliënt en het recht om te weten aan wie per soonsgegevens zijn verstrekt (de proto colplicht van de houder). De voornaamste van de extra bepalin gen in de gedragscode is, dat iedere bij de code aangesloten instelling verplicht is om voor de cliëntenregistratie een re- gelement op te stellen Aangezien vanaf 1 januari 1990 nieuwe persoonsregistraties en vanaf 1 juli 1990 bestaande persoonsregistraties met een formulier bij de Registratiekamer moe ten worden gemeld, zal met de Regi stratiekamer overleg worden gevoerd of indiening van het reglement wellicht in vulling van een formulier kan voorko men. Daarnaast is een belangrijke bepaling dat gegevensuitwisseling met het BKR niet aan de protocolplicht is onderwor pen, evenals gegevensuitwisseling in het kader van de uitvoering van het be talingsverkeer. Wanneer zich tussen een bank en een cliënt een geschil voordoet met betrek king tot de gedragscode dient uiteraard eerst op lokaal niveau te worden ge poogd om tot overeenstemming te ko men. Mocht zulks niet lukken dan kan een beroep worden gedaan op de klachtendienst van Rabobank Neder land. Indien dit alles niet tot een bevre digende oplossing leidt, kan de cliënt zich wenden tot de Geschillencommis sie Bankbedrijf. Voorzover nodig wordt het reglement van die geschillencom missie aangepast. Iemand die door de geschillencommis sie in het ongelijk is gesteld, kan zich daarna altijd nog tot de Registratieka mer wenden of tot de gewone rechter.B

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 8