EESV nieuwe Europese rechts vorm De komende eenwording van de EG- markt heeft een proces van bedrijfs- concentratie in gang gezet. Zo is bij voorbeeld het jaar 1988 een topjaar geweest op het gebied van binnen landse fusies en overnames. Vergele ken met het jaar daarvoor was er spra ke van een stijging van 20%. Tevens vinden er veel grensoverschrijdende fusies en overnames van bedrijven plaats. Verwacht wordt dat deze trend zich in de komende jaren nog sterker zal manifesteren. Het zijn voornamelijk de grotere bedrij ven die zich op het fusie- of overname pad wagen. Kleinere bedrijven begin nen minder snel aan dergelijke opera ties. Fusies en overnames zijn com plexe zaken, die veel kennis en in spanning vergen, bijvoorbeeld ten aan zien van de keuze van kandidaatbedrij- ven, juridische en fiscale constructies en de integratie van activiteiten. Uitein delijk blijkt dat slechts in ongeveeer de helft van de gevallen sprake is ge weest van een echt geslaagde stap. Toch mag deze constatering onderne mers niet doen afschrikken voor het zoeken naar vormen van samenwer king met andere ondernemers. Samen werking kan in het bijzonder voor het midden- en kleinbedrijf een strategie zijn om de positie op de markt te ver stevigen. Er zijn daartoe ook samen werkingsvormen mogelijk, die minder intensief zijn dan fusies of overnames. Mede met het oog op het ontstaan van één grote ongedeelde Europese markt dient grensoverschrijdende samenwer king daarbij niet te worden gemeden. Tot nu toe ontbreekt het echter aan een Europees juridisch kader voor sa menwerking tussen ondernemingen uit verschillende lidstaten. .Bedrijven zijn aangewezen op de nationale wetgevin gen. Om grensoverschrijdende samen werking van bedrijven binnen de Ge meenschap te vergemakkelijken treedt op 1 juli aanstaande de Europese ver ordening tot instelling van Europese Economische Samenwerkingsverban den (EESV) in werking. Dit is de eerste Europese rechtsvorm voor bedrijven. Deze rechtsvorm is bedoeld voor pro jecten, waarin ondernemingen uit ten minste twee lidstaten samenwerken. Te denken is bijvoorbeeld aan gezamenlijk onderzoek, in- en verkoopcombinaties. De EESV kan zelfstandig optreden en contracten afsluiten, maar de deelne mers behouden hun eigen rechtsbe voegdheden en blijven hoofdelijk aan sprakelijk. Kenmerkend is dat de EESV niet tot doel heeft het maken van winst, maar het vergemakkelijken of ontwik kelen van de economische activiteiten van de deelnemers. De EESV betaalt geen vennootschapsbelasting. De deelnemers vallen onder het belasting regime van het eigen land van vesti ging- Het oprichten van een EESV is een voudig. De oprichtingsovereenkomst moet een aantal zaken bevatten, zoals de naam en het doel van het samen werkingsverband, de vestigingsplaats, de namen van de deelnemers en in dien bekend de duur van de samen werking. Het samenwerkingsverband moet vervolgens worden geregistreerd. Deelnemers kunnen zowel bedrijven, overheidslichamen als natuurlijke per sonen zijn. Grensoverschrijdende samenwerking komt nog weinig voor in het midden- en kleinbedrijf Met de komst van de EESV wordt dit eenvoudiger, omdat de nu nog bestaande hinderpalen op juri disch en fiscaal gebied aanzienlijk min der worden. Andere belemmeringen, zoals psychologische en taalbarrières, lijken vooralsnog echter groot en zullen vermoedelijk pas met het verstrijken van de tijd minder worden. Niettemin kan de EESV als Europese rechtsvorm voor samenwerking toch een flinke stap vooruit worden genoemd, die met name voor het midden- en kleinbedrijf van betekenis is. 75-jarig bestaan van de Friesland Bank Ter gelegenheid van haar 75-jarig be staan publiceerde de Friesland Bank recentelijk een gedenkboek. Van de zij de van Jhr. mr. J. C. Greven, oud-lid van de Hoofddirectie, en mr. J. R. Haver kamp, oud-hoofdredacteur ontvingen wij onderstaand commentaar. 'Met het fraaie, gedegen gedenkboek van de hand van de heren A. Bokma en dr. P. E. de Hen heeft de Friesland Bank eind vorig jaar haar 75-jarige ge schiedenis voor het nageslacht willen vastleggen. Wij hebben dit boek ge boeid gelezen en menen, dat de Fries land Bank terecht trots en dankbaar mag zijn op haar 75-jarig bestaan. Onze belangstelling richtte zich natuur lijk in het bijzonder op het hoofdstuk 'Breuk met Utrecht'. Want wij hebben de jaren rond 1962 indertijd vanuit Utrecht intensief mee beleefd. Enige kanttekeningen lijken ons bij ge noemd hoofdstuk op zijn plaats, omdat de gedachtengang en de motieven van de toenmalige Centrale Bank Utrecht inzake de 'Zuivelbank-kwestie' ons nog helder voor de geest staan en wij deze onvoldoende in het gedenkboek terug vonden. Puur objectieve geschiedbe- schrijving moge een wensdroom zijn, maar vanuit het Utrechtse standpunt bezien menen wij, dat de beweegrede nen en standpuntbepalingen van Utrecht in het boek niet voldoende ob jectief tot hun recht zijn gekomen. Utrecht was niet een centralistisch bol werk, waaruit eenzijdig beslissingen over banken en voor banken werden genomen en opgelegd. Wat centraal geregeld moest worden, kwam tot stand in goed overleg en altijd met de opzet alle aangesloten banken zo goed mogelijk te laten werken onder telkens veranderende omstandigheden. In die optiek, in dat beleid, paste het niet de Zuivelbank als lid van de Utrechtse or ganisatie andere rechten en plichten te geven dan ieder ander lid. De bewaking van de eenheid in de hele organisatie, die Utrecht als haar belang rijkste taak zag, beperkte haar moge lijkheden om de Zuivelbank verder te gemoet te treden. Dit voor de historie gewichtige aspect hebben wij in het ge denkboek node gemist. In breed historisch verband gezien had o.i. de titel van een hoofdstuk over de breuk met Utrecht beter kunnen luiden: 'Utrecht wijst derde bestuurslaag af'. Wie mocht twijfelen of dat van Utrecht se zijde een wijs beleid is geweest, moge zich eens verdiepen in de dis cussies, die in de Duitse coöperatieve organisatie gaande zijn over de voor- en nadelen van de drie daar bestaande bestuurslagen-structuur.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 5