29 In Apeldoorn staat de mestverwerken- de Installatie van MeMon BV. Na eni ge tijd van experi menteren heeft men de techniek nu goed in de vingers. achterhaalde techniek blijft immers niet veel anders over dan snel te worden afgeschreven. Op dit punt zitten er in het plan de nodige risico's. Het afdekken van exploitatierisico's door bijdragen uit heffingen die door Produktschappen of het Landbouwschap worden opgelegd zal mogelijk de meeste discussie oproepen. Zeker in een situatie waarin individuele veehouders ook zelf oplossingen zoeken. Bijvoorbeeld door afzet contracten met akkerbouwers te sluiten of zonodig zelf grond aan te kopen of te pachten mede om er de eigen mest op te brengen. Een erg centrale aanpak zal individuele boeren en groepen van mestproducenten niet erg stimuleren om ook nog eens zelf oplossingen te vinden bijvoorbeeld met een mesttransporteur of kleine verwerker in een deelmarkt. Het plan van de Commissie staat of valt met de vraag of ook eventuele kleinere initiatieven kunnen worden meegenomen. De Commissie-Van Eijkelenburg legt het initiatief van de mestverwerking bij het bedrijfsleven. Voor een 'ge wone' commerciële activiteit is dat ook juist. Maar de overheid beïnvloedt het proces op diverse punten. Wanneer de normen voor de toegelaten bemesting van landbouwgrond de komende jaren strakker wor den aangehaald, zal er meer mest moeten worden- verwerkt en zal er een grotere markt beschikbaar moeten zijn. Verder lopen er verschillende onderzoek programma's van overheid en bedrijfsleven gezamen lijk om nieuwe methoden voor mestverwerking te ont wikkelen. Wanneer deze succesvol zijn, zullen eerder gedane investeringen moeten worden vervangen. Het is de vraag of de veehouderijsector de risico's van deze moeilijk van tevoren in te schatten effecten ge heel zelf zal moeten dragen. Bij de besluitvorming om overblijvende exploitatiekosten te verhalen bij de be drijven die onder het Landbouwschap en de Produkt schappen vallen, zoals veehouderijbedrijven en han del en industrie in de veehouderijsector, zal deze vraag ongetwijfeld gesteld worden. Mede betrokken In het agrarisch bedrijfsleven leeft sterk de mening dat de overheid de veehouderijsector financieel moet helpen om de problemen op te lossen. Maar naast de veehouderijbedrijven zelf zijn er vele activi teiten die afhankelijk zijn van de veehouderij. Bij voorbeeld de veevoederindustrie, slachterijen, zelfs de Rotterdamse haven mag er voor een deel bij ge rekend worden. Ook vanuit deze mede betrokkenen mag een positieve inzet worden verwacht. Het valt te hopen dat het oude gezegde 'als de armoe in huis komt springt de liefde het raam uit', geen leidraad wordt voor de aanpak van het mestprobleem. De Commissie Realisatie Mestverwerking heeft in ieder geval haar best gedaan het coöperatief handelen op dit punt te promoten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 29