Mest verwerken,
milieu versterken
Zo luidt de titel van het rapport van de Com
missie Realisatie Mestverwerking die naar zijn
voorzitter, de oud-voorzitter van het Neder
lands Christelijk Werkgeversverbond NCW, de
Commissie van Eijkelenburg wordt genoemd.
Alweer een commissie? Zo n vraag is vaak te
recht. Maar dit keer was er alle reden voor: het
ging er om aan te geven hoe de verwerking
van mestoverschotten kan plaatsvinden en
welke organisatievorm daarvoor nodig is. In het
eindrapport stelt de Commissie dat naar haar
mening de verwerking van mestoverschotten
een voorwaarde is om veehouderij te kunnen
laten ontwikkelen naar de mogelijkheden die
de markt biedt. Daarin klinkt door dat groei van
de veehouderijsector zonder mestverwerking
wel vergeten kan worden. Voor de individuele
veehouders staat er dus veel op het spel. Voor
al voor degenen die nog geen optimale bedrijfs
omvang hebben. De Commissie-Van Eijkelen
burg ziet in mestverwerking ook een eigen
doel. 'Indien de verwerking van mest tot droge
korrel of anderszins realiteit wordt, is er een
nieuwe economische activiteit ontstaan met
nieuwe werkgelegenheid in plaats van verlies
daarvan.' Dat is een uitdagend vertrekpunt
voor een commissie die de knelpunten bij de
mestverwerking binnen zeven maanden na in
stelling op papier heeft staan. En wat belangrij
ker is, de commissie doet een scala van prakti
sche aanbevelingen.
Coöperatief bundelen
Risico 's inschatten
Ir. J. H. Egberink
Hoofdknelpunten voor het realiseren van grootschali
ge verwerking, ziet de commissie bij de organisatie
van de aanvoer van mest, de financiering van de fa
brieken en het verkrijgen van vergunningen.
Als spil in de mestverwerking stelt de Commissie voor
2 a 3 regionale aan- en afvoercoöperaties in te rich
ten. Deze sluiten aanvoercontracten af met de vee
houders. De aan- en afvoercoöperaties sluiten op hun
beurt contracten met afzonderlijke mestverwerkings-
bedrijven die als BV's opereren. De nieuwe coöpera
ties participeren in het vermogen van de verwerkings
BV's. Door voor de meerjarige aanvoercontracten van
de veehouders een prijs te vragen, wordt een eigen
vermogen gevormd. Een aardige nieuwe constructie
om in coöperatief verband nieuwe activiteiten van de
grond te brengen. Omdat de Commissie verwacht dat
er in de aanloopperiode desondanks financiële tekor
ten ontstaan, wordt voorgesteld fondsen te vormen
die de exploitatietekorten dekken. Daarbij wordt ge
dacht aan heffingen van het Landbouwschap of van
de Produktschappen. Verder zou de overheid op be
perkte schaal moeten bijdragen in de investerings
kosten.
Met deze structuur kan volgens de Commissie in
1992 2 miljoen ton mest worden verwerkt en in 1994
ca. 4 miljoen ton. Het programma zal geleidelijk uitge
bouwd dienen te worden zodat omstreeks het jaar
2000 20 miljoen ton mest wordt verwerkt. Daarmee
loopt de verwerkingscapaciteit gelijk op met de nor
mering die in de wetgeving inzake de bodembestem
ming is aangegeven.
Een ambitieuze opzet. Maar wel een visie die tenmin
ste zicht geeft op een oplossing van de mestproble
matiek.
Er zullen overigens nog vele kleine en grote proble
men moeten worden opgelost. Het opzetten van een
geheel nieuwe bedrijfstak gaat nu eenmaal minder
gemakkelijk dan het van de grond brengen van een
nieuwe activiteit vanuit bestaande concerns.
De markt van verwerkte mest is nog gebrekkig ont
wikkeld. Kunstmest heeft in de afgelopen decennia
een sterke en zeer gewaardeerde marktpositie ver
worven. Die positie is onderbouwd met veel onder
zoek en bemestingsadvies. Kunstmest heeft dan ook
een wijd verbreide markt. Het wordt een hele opgave
daar veel van af te knabbelen. Naar de mestgebrui-
ker, de akkerbouwer en tuinbouwer toe, zullen de
voordelen van mestprodukten uit de veehouderij dui
delijk moeten worden gemaakt. Verder is de techniek
van mestverwerking nog in ontwikkeling. Dat kan een
reden zijn om niet al te grootschalig te beginnen. Voor