Fruitteelt Het IMAG te Wagenin- gen doet uitgebreid on derzoek naar een opti male spuittechniek, waardoor de dosering van de gewasbescher mingsmiddelen gemini maliseerd kan worden. champignonbedrijven' voorgesteld om een gesloten bedrijfssysteem te ont wikkelen, waarbij bodem, water en lucht niet of nauwelijks worden belast. De huidige produktiewijze maakt een dergelijke ontwikkeling in principe mo gelijk, volgens het Landbouwschap wellicht zelfs binnen 5 jaar. Inmiddels is reeds 80% van de teeltoppervlakte omgeschakeld van houten naar meta len stellingen en teeltbedden, waar door het gebruik van ontsmettingsmid delen sterk kan worden verminderd. Een van de belangrijkste middelen wordt overigens volgend jaar verbo den. Naast het gebruik van ontsmettings middelen vormt de ammoniak-emissie een belangrijke milieubelasting. Vooral bij het vervaardigen van compost vindt deze emissie plaats. De CNC is gestart met een plan om deze emissie vrijwel geheel te eliminerern. De bereiding van de compost vindt daarbij binnen een geheel afgesloten gebouw plaats, terwijl de lucht via filters wordt gezui verd. Door het toepassen van door groeide en geënte compost wordt de emissie op de produktiebedrijven bijna geheel teruggedrongen. De ontwikkelingen bij de champignon- bedrijven zijn in dit opzicht niet ongun stig. Doelstellingen van het 'milieu-actieplan fruitteelt' zijn om binnen 5 jaar de emis sie van bestrijdingsmiddelen naar de 17 omgeving (o.a. oppervlaktewater) te halveren en de introduktie van de geïn tegreerde bestrijding van plagen te vol tooien. Bovendien moeten de best be schikbare gewasbeschermingsmidde len worden toegepast. Nieuwe spuitapparatuur en een hierop aangepast spuitadvies moeten, aange vuld met andere maatregelen, de emis siedoelstelling binnen bereik brengen. De geïntegreerde bestrijding van in secten vindt op dit moment nog slechts op 5% van de bedrijven plaats, maar moet over 5 jaar algemeen worden toegepast. Voor de ziekten en plagen die (nog) niet op deze wijze kunnen worden bestreden, moet de geleide be strijding worden toegepast, waarbij ze kere schadedrempels worden gehan teerd en nuttige insecten worden ge spaard. Zo veel mogelijk zal chemische bestrijding worden vervangen door me chanische, biologische en/of geïnte greerde methoden, evenals door ziekte- resistente rassen. Om tot een geïnte greerde fruitproduktie te komen is even wel nog veel verder onderzoek nodig. De verwachting is dat in zijn alge meenheid in de vollegrondscultures de geleide bestrijding steeds meer in gevoerd gaat worden, waarbij niet lan ger gespoten wordt op een bepaalde kalenderdatum, maar aan de hand van het waarnemen en het inschatten van de ontwikkeling van ziekten en plagen. Kosten en concurrentiepositie De nieuwe milieu-eisen zullen onge twijfeld veel geld gaan kosten. Het Landbouwschap heeft becijferd dat de glastuinbouw hierdoor ongeveer f 1 a 2 miljard moet gaan investeren en de champignonsector f 100 miljoen. Deze bedragen liggen in de orde van grootte van de energiebesparende investerin gen aan het begin van de jaren tachtig. Volgens de gegevens van het rapport 'Zorgen voor morgen' zouden de milieukosten voor het gemiddelde bedrijf in de agrarische sector stijgen van 1% op dit moment tot ongeveer 6% in het jaar 2010. Als gevolg daarvan zal de kostprijs stijgen. Op zich hoeft dit geen bezwaar te zijn, als de kosten van an dere aanbieders op een vergelijkbare wijze zullen stijgen en de extra kosten aan de consument kunnen worden doorberekend. De consument lijkt be reid om een beperkte meerprijs te beta len als de voedingsmiddelen aan zijn (milieu-)wensen beantwoorden. De te verwachten ontwikkelingen zullen op korte termijn veel vragen van de on dernemers. Daar staat tegenover dat de kennisvoorsprong ten opzichte van het buitenland verder wordt vergroot. De kennis van de fysiologie van de plant, van ziekten en plagen, van be strijdingsmiddelen en van milieu-aspec ten zal aanzienlijk toenemen. De milieu-eisen die ook in het buitenland vroeg of laat zullen worden opge schroefd, leveren dan weer een con currentievoordeel op. Bovendien be staat de ervaring dat telers in Neder land zich beter aan gezamenlijke af-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 17