Jaarlijkse kosten milieuzorg (in f miljard)1)
Kostendragende sectoren
1990
20102)
20103)
extra
Landbouw
Industrie
Verkeer
Huishoudens
Nutsbedrijven
- Elektriciteit
- Afvalwaterzuivering
- Afvalverwerking
Overheid
0,6 (1,5%)
1,8 (0,6%)
0,5
0,04
0,3
2,1
2,0
1,0(1,5%)
3.3 (0,5%)
1.4
0,4
1,0
2,2
3,8
1,8
2,9
4,0 (6%)
5,5 (0.8%)
2,8
2,8
1.8
2.9
4,5
3,2
Totaal
In van het B.N.P.
9,14
2%
16,0
2%
27,5
3 a 3,5%
1) in procenten van de omzet.
2) In deze kolom zijn de jaarlijkse kosten weergegeven bij de reeds vastgestelde
maatregelen.
3) Hier is rekening gehouden met de uitvoering van een aantal extra maatregelen,
waardoor in 2010 zoveel mogelijk sprake is van een 'schoon' milieu.
Bron: RIVM (Zorgen voor morgen), bewerking Rabobank Nederland.
gen, subsidies, reinigingsrechten en
dergelijke ontstaat echter een ander
beeld. Ongeveer 70% van de netto
milieukosten wordt opgebracht door de
bedrijven, het wegverkeer, de land
bouw en de huishoudens. De resteren
de kosten worden gefinancierd uit de
algemene middelen.
In 1990 zullen de kosten van milieu
zorg vermoedelijk toegenomen zijn tot
f 9 miljard, hetgeen neerkomt op 2%
van het BNP. Het beschermen van het
milieu zal in de komende jaren aan
zienlijke offers met zich meebrengen.
Bij ongewijzigd beleid zullen de jaarlijk
se kosten op 2% van het BNP blijven
steken. Om te komen tot een verant
woord beheer van de aarde zal even
wel aanvullend beleid nodig zijn.
Het Nationaal Milieubeleidsplan bevat
voorstellen voor extra maatregelen.
Indien het voorgestelde beleid zal wor
den uitgevoerd, zullen de jaarlijkse
milieukosten oplopen tot f 25 a 30 miljard
in 2010. Dat komt overeen met 3 a
31/2% van het BNP. In dat laatstge
noemde jaar moet de doelstelling van
een kwalitatief goed milieu zoveel mo
gelijk zijn bereikt. Hierbij wordt uitge
gaan van de huidige stand der techniek.
Overigens kunnen in deze periode ook
nieuwe milieuproblemen urgent worden,
die nu nog niet zijn onderkend.
Bij deze berekeningen is ervan uitge
gaan, dat economische groei gecombi
neerd kan worden met verbetering van
de kwaliteit van het milieu. Hierover
verschillen de meningen echter. Het is
niet onwaarschijnlijk dat deze combina
tie niet in alle gevallen mogelijk is, zo
dat dan in het belang van het milieu
produktiebeperkingen overwogen zul
len moeten worden. Indien gekozen
wordt voor een snellere uitvoering van
het voorgestelde milieubeleid, zullen de
offers en de investeringsinspanningen
op korte termijn aanzienlijk hoger uit
vallen, doch over een langere periode
beschouwd zijn de totale lasten dan la
ger. De te maken saneringskosten zijn
dan immers beperkter.
De kostenconsequenties van aanvul
lende maatregelen lopen voor de ver
schillende groepen sterk uiteen. Op ba
sis van de milieuverkenning van het
RIVM is getracht een globaal overzicht
te maken, dat is weergegeven in de ta
bel. Op langere termijn (het jaar 2010)
zal er voor de industrie ten gevolge van
het treffen van eigen milieuvoorzienin
gen gemiddeld genomen nauwelijks
sprake zijn van een reële lastenver
zwaring. Voor de huishoudens, het ver
keer en de overheid zullen de financië
le gevolgen van nieuwe maatregelen
wel goed merkbaar zijn, evenals voor
de nutsbedrijven. De effecten zullen
voor de landbouw het meest ingrijpend
zijn. De milieukosten zouden in die
sector kunnen oplopen tot gemiddeld
6% van de omzet in 2010.
Bij de verkenning van de gevolgen voor
verschillende groepen dient te worden
bedacht dat de te maken milieukosten
waarschijnlijk lager kunnen zijn door de
ontwikkeling van nieuwe (produktie)-
technologieën. Ten tweede wordt uitge
gaan van een economische groei van
21/2% per jaar. Indien bij een lagere
groei evenveel milieukosten worden
gemaakt, zal de last zwaarder wegen.
Tenslotte zal er niet steeds sprake zijn
van een geleidelijke ontwikkeling in de
tijd van milieukosten en investeringen.
Sommige bedrijfstakken zullen aan
zienlijk grotere inspanningen moeten
opbrengen dan andere. Vaak zijn ook
individueel bepaalde factoren voor be
drijven van invloed, zoals gebruikte
produktietechnieken, ouderdom van
het produktie-apparaat en dergelijke.
Ook de mate waarin bedrijven in staat
zijn milieukosten op de markt door te
berekenen is bepalend voor de finan
ciële draagkracht van een bedrijf.
Over de vraag in hoeverre een toena
me van de milieulasten de concurren
tiepositie van bedrijven schade toe
brengt, kunnen nauwelijks algemene
uitspraken worden gedaan. Milieuvrien
delijk produceren kan ook leiden tot
een voorsprong op concurrenten. Voor
de landbouw zal de lastenverzwaring,
zeker op de korte termijn, echter aan
zienlijk zijn.
Hoog tempo geboden
Geleidelijk breekt het bewustzijn door,
dat het milieu in de toekomst niet meer
het kind van de rekening mag zijn. In
het verleden is het milieu doorgaans
ondergeschikt geweest aan de doel
stelling van economische groei. Maar
het tempo waarin een verantwoord
milieubeleid gestalte dient te krijgen en
de verdeling van de kosten over bedrij
ven, consumenten en overheid, hou
den de gemoederen bezig. Met het Na
tionaal Milieubeleidsplan wordt de dis
cussie gestart over de koers van het
milieubeheer in de komende decennia.
Het is duidelijk, dat dit geen vrijblijven
de discussie kan zijn. Het gewicht van
de verantwoordelijkheid voor het leef
milieu van de huidige en komende ge
neraties, dat mede op onze schouders
rust, kan immers nauwelijks worden
overschat.