Wat betaalt de vervuiler?
Nederland Is uit het oogpunt van mllieubeheersing door zijn ligging en de hoge bevolkingsdichtheid uiterst kwetsbaar.
geschilderd, die zich bij ongewijzigd
milieubeleid zouden voordoen. Deze
ontwikkelingen tezamen zorgen voor
een zeer verontrustend toekomstbeeld.
Daarnaast wordt in het rapport een
soort scenario uitgewerkt, waarin de
kwaliteit van het milieu weer wordt her
steld en daarna niet meer wordt aan
getast door de manier waarop de mens
ermee omgaat. In dat scenario dienen
de huidige trends ingrijpend te worden
omgebogen.
Bij ongewijzigd beleid zal tot 2010 de
verkeersintensiteit met 60% en het
daarmee gemoeide brandstofverbruik
met 40% toenemen. Ook de afval
stroom groeit met 40%, evenals het
watergebruik. De voorraden van een
aantal niet vernieuwbare grondstoffen,
zoals metalen en fossiele brandstoffen,
nemen jaarlijks met 0,1 tot 2% af. De
uitstoot van schadelijke stoffen zoals
ammoniak, zwaveldioxide en stikstof-
1 1 oxide, zal aanzienlijk moeten worden
gereduceerd met 70 a 90% van de hui
dige uitstoot, om de meest ernstige
schade door verzuring te voorkomen.
Vermindering van de aangebrachte
schade als gevolg van verzuring is dan
nog niet eens aan de orde.
Deze reducties zijn bij de huidige stand
van de techniek echter niet haalbaar.
Er zal dus moeten worden gezocht
naar nieuwe milieu- en produktietech-
nologieën en zonodig zullen volume
maatregelen moeten worden getroffen.
Het energieverbruik moet worden ge-
extensiveerd. Hergebruik van afval zal
moeten worden verhoogd door het slui
ten van de stofkringloop van producent
naar consument. In het wegverkeer
zullen grote inspanningen moeten wor
den verricht om schadelijke emissies
drastisch te reduceren.
Indien tot dergelijke vergaande inspan
ningen wordt besloten, zal dat substan
tiële offers met zich meebrengen. In de
economische wetenschap werd lucht
vaak aangehaald als één van de weini
ge voorbeelden van niet schaarse goe
deren. Met dergelijke goederen hield
deze wetenschap zich niet bezig. In
middels zijn schone lucht, zuiver drink
water en een goed leefmilieu ook
schaars aan het worden. Een goed
milieu is een economisch goed gewor
den, waarvoor een niet geringe prijs zal
moeten worden betaald.
In 1988 is er ongeveer f 7 miljard uitge
geven aan kosten voor het milieu. Dat
is 1,6% van het Bruto Nationaal Pro-
dukt (BNP). Sinds 1980 zijn deze kos
ten gemiddeld met circa 8% per jaar
toegenomen. Ongeveer twee vijfde van
deze kosten heeft betrekking op water
zuivering (inclusief riolering). Een kwart
van de kosten betreft de verwerking
van afval. De meeste kosten worden
gemaakt door de overheid, namelijk
zo'n 60%. Na verrekening van heffin-