Loopt Nederland voorop?
Vervuiling van het oppervlaktewater; soms zichtbaar, maar lang niet altijd...
gaat het om zaken, die plaatselijk of
nationaal zijn op te lossen. De milieu
problematiek moet dan ook op ver
schillende bestuurlijke niveaus worden
aangepakt.
De tijd dat milieubeheer voornamelijk
als een nationale aangelegenheid werd
beschouwd, ligt inmiddels achter ons.
Het inzicht in de omvang van de pro
blematiek en het milieubewustzijn na
men de laatste jaren snel toe. Milieu
beheer prijkt steeds vaker op de agen
da van internationale conferenties en
het overleg tussen regeringen. Recen
te voorbeelden zijn onder andere de
conferentie over de aantasting van de
ozonlaag en de in Den Haag gehouden
Internationale Milieuconferentie.
Een belangrijke aanzet is gegeven
door de Verenigde Naties. In 1987
heeft de 'World Commission on Envi
ronment and Development' van de Ver
enigde Naties een rapport gemaakt
over de kwaliteit van het milieu met als
titel 'Our common future'. De Algeme
ne Vergadering van de Verenigde Na
ties heeft over dit zogenoemde Brundt-
land-rapport een resolutie aangeno-
1 0 rnen, waarin van de internationale or
ganisaties en de individuele regeringen
wordt gevraagd om na te gaan hoe zij
kunnen bijdragen aan een 'duurzame
ontwikkeling' van de aarde.
De Nederlandse regering heeft zich
hierbij aangesloten. Het streven naar
een duurzame ontwikkeling is ook het
uitgangspunt van het Nationaal
Milieubeleidsplan. Hieronder wordt
verstaan een ontwikkeling, waardoor
in de behoeften van de huidige gene
raties wordt voorzien, zonder dat
daarmee de behoeftenvoorziening van
toekomstige generaties in gevaar
wordt gebracht.
Ook in de Europese Gemeenschap
krijgt het milieubeleid meer aandacht.
Enerzijds om te komen tot een aan
pak van de milieuproblemen die zich
op continentaal niveau afspelen, zoals
de verzuring. Anderzijds is het milieu
beleid een aandachtspunt vanwege
de op stapel staande integratie van de
interne markt. Er wordt gestreefd naar
een markt met vrije concurrentie,
waarbij de bedrijven zoveel mogelijk
een gelijkwaardige concurrentiepositie
moeten hebben. Grote verschillen in
milieuheffingen en dergelijke passen
niet in dit streven.
De indruk heeft postgevat dat Neder
land qua milieubeleid internationaal op
veel andere landen vooruit loopt. De
scheidende Directeur-Generaal Milieu
beheer, prof ir. W. C. Reij, noemde dit
onlangs een hardnekkig misverstand.
Op tal van punten zijn andere landen in
hun beleid zijns inziens verder dan Ne
derland. Zweden bijvoorbeeld ten aan
zien van het woon-werkverkeer, Japan
en de Verenigde Staten op het gebied
van uitlaatgassen van auto's en Duits
land in de normen voor grote stookin-
stallaties.
Nederland is echter door zijn ligging en
zijn hoge bevolkingsdichtheid bijzonder
kwetsbaar voor milieuproblemen. Ne
derland is mede daardoor één van de
sterkst vervuilde landen binnen Euro
pa. Met een omvangrijk autopark (128
auto's per km2), de aanwezigheid van
veel industrie en een zeer intensieve
landbouw en veehouderij krijgt het Ne
derlandse milieu heel wat te verwer
ken. Van alle emissies van schadelijke
stoffen in de wereld neemt Nederland
ongeveer 1% voor zijn rekening. Jaar
lijks belast Nederland het milieu met
onder meer 250 000 ton ammoniak,
540 000 ton stikstofdioxide, 270 000
ton zwaveldioxide en 6 265 ton ben
zeen.
Het is dus niet verwonderlijk dat milieu
beheer in Nederland volop in de schijn
werpers staat. Er zijn overigens wel po
sitieve resultaten te melden van dit be
leid. Zo zijn de industriële lozingen van
zware metalen, het gebruik van CFK's
als drijfgas in spuitbussen en de uit
stoot van bijvoorbeeld zwaveldioxide
sterk teruggebracht. De bereikte resul
taten zijn echter nog maar kleine stap
jes in de goede richting. Er is aanzien
lijk meer nodig om de kwaliteit van het
milieu te verbeteren.
De overheid heeft de laatste jaren de
beschikking gekregen over een groei
end aantal instrumenten om een
milieubeleid vorm te geven, op een wet
telijke basis en anderszins (bijvoor
beeld convenanten). Tot voor kort be
schikte men slechts over de Hinderwet,
waarmee het treffen van milieuvoorzie
ningen kon worden afgedwongen. Naar
verwachting zal dit instrumentarium op
korte termijn verder worden uitgebreid
met een reeks van milieuwetten en Al
gemene Maatregelen van Bestuur.
Milieu als economisch goed
Het rapport 'Zorgen voor morgen' dient
als wetenschappelijke onderbouwing
van het Nationaal Milieubeleidsplan.
Hierin wordt een aantal ontwikkelingen