Bollen op zoek naar nieuwe
gronden
De bollenvelden. Een nationaal symbool. Even
Nederlands als het nationale voetbalelftal
schaatsenVan Gogh en Rembrandt. Circa
16 000 ha zijn beplant met bloembollen. Meer
dan de helft daarvan in Noord-Holland. Overi
gens meer boven het IJ dan in de vanouds be
kende bollenstreken rond Lisse en Hillegom.
De teelt verschuift naar nieuwe gebieden. Oorzaak is
de schaarste aan geschikte gronden in de oude bol
lenstreken in de Randstad en de toenemende druk
vanuit milieu-oogpunt. De intensieve teelt in de tradi
tionele bollenstreken heeft steeds intensievere bestrij-
dingsmethoden tegen ziektes en plagen nodig ge
maakt. Grondontsmetting tegen aaltjes en bodem-
ziekten is daarbij een veel toegepaste methode. Dit
vergt hoge kosten. De bollenbedrijven zien daarom
uit naar 'nieuwe gronden'. Akkerbouwbedrijven met
meer mogelijkheden van vruchtwisseling zijn voordeli
ger uit bij de ziektebestrijding en nemen bollen op in
het bouwplan.
Ir. J. H. Egberink
Zo zien we de bollenteelt geleidelijk uitzwermen over
Noord-Holland en de Flevopolders. Dit proces wordt
nog versneld wanneer de overheid de komende jaren
J uit milieu-oogpunt de toepassing van bestrijdingsmid
delen verder gaat terugdringen. Er zijn zelfs al bollen-
telers die uitwijken naar Frankrijk.
Exportoriëntatie
De oude bollenstreken met hun kleinschalige struc
tuur, vaak kleine en smalle percelen gaan een moeilij
ke periode tegemoet. Veel kennis van het bollenvak
en de handel is in deze gebieden geconcentreerd. Al
in de 17e eeuw was er een bloeiende bollenexport.
Dat is nog zo. Bij de tulpebollen wordt twee keer zo
veel geëxporteerd als er wordt afgezet in het binnen
land. Voor de hyacinth is die verhouding 6 op 1 en
voor de narcis zelfs 100 op 1. De totale export van I
bloembollen bedroeg in 1986 f 954 miljoen. Een be-
drag dat zeker wel in de beschouwing mag worden
genomen bij de afweging van milieumaatregelen.
De teelt van bollen stelt specifieke eisen aan de
grond. De beste standplaats voor bollen is grof en
kalkrijk zand zonder zout en ijzer en met zuiver water.
Lichte kleigronden, zoals die in de Flevopolders en
Noord-Nederland voorkomen, zijn ook geschikt. Een
van de argumenten voor inpoldering van de Marker
waard was het beschikbaar komen van goede bollen-
gronden. Voor akkerbouwbedrijven die zitten te sprin
gen om een vierde gewas vormt bollenteelt een mo
gelijkheid. Maar dan dient goed vakmanschap be
schikbaar te zijn. Bij de traditionele bollenbedrijven
komt teelt en handel vaak tegelijk voor binnen één
I bedrijf. In de zomer en het najaar vraagt het veld de
aandacht. In de winter is er tijd om de internationale
handel te bedrijven.
Het hoge aantal bedrijven dat zich met handel bezig
houdt leidt tot sterke prijsconcurrentie. Zeker nu de
concentratie toeneemt aan de inkoopzijde door in
koopcombinaties van tuincentra en supermarkten. Op
dit punt kan de sector nog heel wat gezamenlijke acti
viteiten ondernemen.