at ons bezighoudt... Tevredenheid over resultaten ban ken De vier grootste banken hebben on langs hun voorlopige jaarcijfers voor 1988 gepubliceerd. In lijn met de hoog conjunctuur, die de nationale economie momenteel meemaakt, lieten de winst cijfers over de hele linie belangrijke ver beteringen zien. Ondanks voortdurende druk op de rentemarge konden de ren tebaten stijgen als gevolg van een forse volumegroei van de kredietverlening. De provisies stegen met name bij de NMB en bij onze organisatie. De andere baten namen bij alle banken fors toe. na een daling in 1987 als gevolg van de negatieve koersresultaten op effecten. Ook de balanstotalen van de banken vertoonden een forse groei. Reden der halve tot tevredenheid. De voorzitter van de Hoofddirectie van onze organi satie. de heer Wijffels, sprak bij de pre sentatie van de gegevens over 'mooie en evenwichtige' cijfers. Ook bij vergelij king met de ontwikkelingen bij de ande re banken geeft deze kwalificatie goed de stand van zaken weer. De bruto winstontwikkeling is de meest zuivere maatstaf daarvoor. De procentuele groei daarvan was bij onze organisatie ruim 12%. Dit brutoresultaat werd sterk beïnvloed door de gerealiseerde kostenbeheer sing; de lasten stegen met 4% en dat is minder dan bij de andere grootbanken, die op hun beurt weer betere groeicij fers voor de baten lieten zien dan wij. De netto winstontwikkeling wordt sterk bepaald door het beleid van de banken ten aanzien van de dotatie aan de Voor ziening voor Algemene bedrijfsrisico's (VAR). Waar de andere grootbanken tot eenzelfde dotatie als vorig jaar besloten, heeft onze organisatie de toevoeging aan de VAR met 10% verhoogd, in lijn met de groei van de kredietverlening. Door dit solide beleid is de netto winst groei bij onze organisatie procentueel van dezelfde orde van grootte als de bruto resultatenontwikkeling. Bij onze concurrenten steeg de netto winst pro centueel ongeveer tweemaal zo snel als de brutocijfers. Het is van groot belang dat de banken in ons land in deze economisch gunsti ge tijden hun uitgangspositie voor de komende jaren hebben verbeterd. Dit geldt vooral ook met het oog op perio den met een minder uitbundige groei en gegeven de toenemende concurrentie bij de totstandkoming van één Europese markt. Juist dan zal het er ook voor onze organisatie op aankomen even wichtige resultaten te kunnen blijven to nen. Akkerbouwactie Eind februari klommen in diverse provin cies de akkerbouwers op hun trekkers om te beginnen aan de trekkerestafette naar Den Haag. Het mikpunt van hun actie was het zogenaamde 'marktgerich te' beleid van de EG voor de akkerbouw. Zij vrezen dat er als gevolg van dit marktgerichte beleid voor velen van hen geen toekomst meer zal zijn in de akker bouw. Sinds 1983, toen de landbouwministers van de EG dit marktgerichte beleid in voerden, zijn de graanprijzen met circa dertig procent gedaald. Ook voor de an dere marktordeningsgewassen - en zelfs de 'vrije' gewassen - was er spra ke van substantiële prijsdalingen. Tijdens de persconferentie op 1 maart jl. kon drs. H. H. F. Wijffels 'mooie en even wichtige cijfers over 1988 presenteren. De snelle doorvoering van het marktge richte beleid maakte het voor de akker bouwsector erg moeilijk om op deze fun damentele verandering in te spelen. Het marktgerichte beleid heeft daardoor ge leid tot een forse inkomensdaling voor de akkerbouwers. Een groot aantal van hen kampt momenteel dan ook met fi nanciële problemen. Tijdens de presentatie van de jaarcijfers over 1988 zei de voorzitter van de Hoofddirectie van Rabobank Nederland, drs. H. H. F. Wijffels over de situatie in de akkerbouw: 'Het probleem in de ak kerbouw is geen financieringsprobleem, maar een inkomensprobleem. En eigen lijk is het gebrek aan perspectief helaas het probleem voor veel akkerbouwers. Gelet op de prijsvoorstellen is er mo menteel eigenlijk geen perspectief op verbetering van de inkomenspositie van de Nederlandse akkerbouwer. Daar naast spelen ook nog de plannen om het gebruik van grondontsmettings- en gewasbeschermingsmiddelen fors terug te dringen. Ook dit zal negatieve gevol gen hebben voor het inkomen van de akkerbouwer. Het is dan ook alleszins begrijpelijk dat de akkerbouwers in Den Haag demonstreren.' De gemiddeld goede eigen-vermogens positie in de akkerbouw vormt een stevi ge buffer voor het opvangen van de ex ploitatieverliezen. Deze functie heeft het eigen vermogen de afgelopen 5 jaar ook nadrukkelijk gehad. Uit gegevens van het LEI blijkt bijvoorbeeld dat op de gro tere akkerbouwbedrijven (45-60 ha) op kleigrond de afgelopen 5 jaar in totaal voor circa f 170 000 ontspaard is. We zien dan ook dat de tegoeden van de akkerbouwers bij de banken slinken en dat de financieringsmogelijkheden (in clusief het Borgstellingsfonds voor de Landbouw) in toenemende mate worden benut. De mogelijkheden worden daarbij niet zozeer begrensd door een tekort aan zekerheid, maar doordat de rentabi liteit naar verwachting structureel ontoe reikend zal zijn om de financieringsver plichtingen na te komen. Meer dan voorheen krijgt de Rabobank met de financiële problematiek in de ak kerbouw te maken. In de wijze waarop zij met de problematiek omgaat, wil de Rabobank haar coöperatieve signatuur tot uiting laten komen. Ook in moeilijke tijden staan wij achter onze leden. Een oplossing vraagt vaak aanpassingen in de bedrijfsvoering en gaat dan ook veel al gepaard met aanvullende kredietbe hoefte. In dergelijke situaties worden alle financieringsmogelijkheden benut; mits er uiteraard uitzicht is op een struc tureel bevredigende rentabiliteit. In die situatie is het van belang dat de bedrijven vroegtijdig contact opnemen met hun bank. Dat kan de oplossing van de problemen vaak sterk vergemakkelij ken. Er staan dan nog meer mogelijkhe-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 2