De Rabobank- organisatie in 1988 Het activiteitenniveaude bedrijfsomvang en het resultaat groeiden bij de Rabobankorganisatie in 1988 aanmerkelijk sterker dan in 1987. De totale uitstaande kredietverlening aan de private sector nam met ruim 7 (6)% toe tot f 106,5 (99,3) miljard. De ontwikkeling van de spaarmidde- len was beter dan in 1987 maar bleef opnieuw achter bij de verwachtin gen. De baten groeiden met bijna 7%, aanzienlijk meer dan in de voorgaande jaren. De lastenstijging bleef beperkt tot 4%. Hierdoor kon de bruto winst met meer dan 12% groeien tot f 1 670 (1 487) miljoen. Na een hogere toevoeging aan de VAR en toegenomen belastingen groeide de netto winst met ruim 12% naar f 778 (692) miljoen. Het geconsolideerde balanstotaal liep op tot f 161,6 (145,5) miljard, 11% meer dan eind 1987. Uitzettingen Balansontwikkeling en resultaat Agrarische sector Veehouderij trouwde middelen bevond zich op een aanvaardbaar peil. De toeneming van het activiteitenniveau in zowel het rente als het provisiebedrijf en in zowel bin nen- als buitenland stemmen tot voldoe ning. Het geconsolideerde balanstotaal van de Rabobankorganisatie steeg met 11,0 (4,2)% tot f 161,6 (145,5) miljard. In het licht van de minimale prijsstijging in ons land is dit groeitempo niet onaanzienlijk. De uitbreiding van de balansgebonden activiteiten van de buitenlandse kanto ren was zeer krachtig, hetgeen voor een deel moet worden toegeschreven aan de opwaartse invloed van de dollar koers. De totale baten stegen met 6,8 (3,6)% tot f 4 834 (4 528) miljoen. De voortdu rende druk op de rentemarge kon ruim schoots worden gecompenseerd door de volumegroei in het rentebedrijf. Daar door kon de rentewinst met ruim 4% toe nemen tot f 3 922 (3 763) miljoen. Hoge re inkomsten uit betalingsverkeer, rei- zenverkoop en assurantiebemiddeling leverden de belangrijkste bijdragen aan de stijging van de provisie-inkomsten met bijna 12% tot f710 (635) miljoen. De andere baten waren, met name door goede koersresultaten in de effecten- en valutahandel, fors hoger en kwamen uit op f 202 (130) miljoen. De totale kosten beliepen f 3 164 (3 041) miljoen. De stijging was met 4,0 (2,0)% weliswaar hoger dan in 1987, maar toen speelde de gewijzigde berekeningswijze van de pensioenpremie een dempende rol. Ten opzichte van eerdere jaren is de lastenontwikkeling beheerst. De ruime stijging van de baten en de be perkte kostenstijging resulteerden in een toename van de bruto winst met 12,3 (7,0)% tot f 1 670 (1 487) miljoen. De toevoeging aan de voorziening algeme ne bedrijfsrisico's werd in lijn met de groei van de kredietverlening verhoogd tot f 525 (477) miljoen. De resultaatver betering en wijzigingen in het fiscale re gime deden de belastingafdracht stijgen tot f 367 (316) miljoen. De netto winst groeide met 12,4 (1,0)% tot f 778 (692) miljoen. Geconcludeerd kan worden dat de kre dietverlening in 1988 opnieuw sterk is gestegen. De verstrekkingen aan de agrarische sector bereikten een record- niveau, terwijl ook de kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf zich voorspoedig ontwikkelde. Kortom: onze primaire doelstelling als kredietcoöpera tie (voorzien in de financieringsbehoefte van onze leden-ondernemers) is op nieuw in alleszins aanvaardbare mate verwezenlijkt. Bij de werving van spaar- middelen heeft zich een, zij het nog voorzichtige, keer ten goede voorge daan; de groei van de totale toever- De gegevens dragen nog een voorlopig karakter. Het definitieve jaarverslag ver schijnt op 7 april. De cijfers van de plaatselijke Raboban- ken zijn geconsolideerd met die van Ra bobank Nederland en haar meerder heidsdeelnemingen en de Rabohypo- theekbank NV. Tussen haakjes staan de vergelijkbare cijfers over 1987. Onze leden en cliënten toonden ook in 1988 weer een forse behoefte aan lenin gen en kredieten. Meer nog dan in 1987 was deze financieringsvraag afkomstig van de bedrijvensector, met name vanuit de agrarische sector en het midden- en kleinbedrijf. De groei in de verstrekkin gen aan particulieren zette zich voort. Onze buitenlandse kantoren en deelne mingen verwezenlijkten een zeer aan zienlijke groei van hun kredietverlenen- de activiteiten. Voor het vierde achtereenvolgende jaar nam het totaalbedrag van de verstrekte nieuwe leningen toe. Met de nieuwe le ningen was een bedrag gemoeid van f 23,4 (21,1) miljard, een stijging met 11 (10)%. De in totaal uitstaande kredietverlening aan de private sector nam toe met 7,3 (6,2)% tot f 106.5 (99,3) miljard. Van het totale bestand stond 26,1 (26,3)% uit bij agrarische bedrijven, 34,1 (34,0)% bij bedrijven en instellingen in handel, in dustrie en dienstverlening en 39,8 (39,7)% bij particulieren. Niet alleen de kredietverlening in het binnenland, maar ook die van onze bui tenlandse kantoren steeg belangrijk. Het aandeel van het buitenlandbedrijf in de totale activa groeide tot ruim 24 (21)%. In totaal had f 39,3 (30,9) miljard betrek king op verstrekkingen aan niet-ingeze- tenen. Het toch al geringe aandeel daar in van de vorderingen op de zogenaam de schuldenlanden nam verder af. Het financieringsbedrag in rekening-cou rant groeide met f 0.9 miljard, waardoor het uitstaande bedrag opliep tot f 15,9 (15,0) miljard. De groei was deels een gevolg van een, zeker ook bij bepaalde agrarische bedrijven, hogere benuttings- graad van bestaande faciliteiten. Door de agrarische sector werd voor een recordbedrag van f 6,1 (5,0) miljard aan nieuwe leningen opgenomen. In vrij wel alle subsectoren bevonden de ver strekkingen zich duidelijk boven die in 1987. Ook de aflossingen waren hoger dan in het voorgaande jaar. Het bedrag van de in totaal aan de agrarische sec tor uitstaande leningen nam per saldo toe met 6 (3)%. Door de ruime handel in grond met melkquotum en door investeringen in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 17