gen te versterken. De Rabobankorgani- satie, die zich als coöperatieve bank van en voor tuinders betrokken voelt bij de gang van zaken in deze sector is - naast het ministerie van Landbouw en Visserij, de Stichting NTV en de Hagel- unie - deelnemer in de stichting, die de prijs jaarlijks uitlooft. Om de uitreiking van de Nederlandse Tuinbouw Ondernemersprijs te verrich ten, was de heer A. Heijn uitgenodigd als vertegenwoordiger van een belang rijke schakel in het traject van produ cent naar consument. Voor het om vangrijke tuindersgehoor hield de heer Heijn een krachtig pleidooi voor een meer marktgerichte produktie en wees hij op de noodzaak om sterker rekening te houden met de wensen van de con sument. Hoe grillig het consumentenge drag ook geworden moge zijn, er tekent zich een aantal duidelijke trends af. Op de eerste plaats is er het toenemend belang van het gemaksaspect: de voor bereiding van maaltijden mag niet te veel tijd en inspanning kosten. 'Dat vraagt om gemakkelijke produkten, die zodanig worden afgeleverd, dat zij - bij wijze van spreken - zo de magnetron in kunnen.' Voorts heeft de afslanking van de ge middelde gezinsgrootte een merkbare invloed op het koopgedrag. 'Aan een al leenstaande of een tweepersoonshuis houden is een grote bloemkool niet be steed omdat men het zonde vindt de helft te moeten weggooien.' De zorg voor milieu en gezondheid was een derde trend, die de heer Heijn in zijn in leiding aanroerde. 'Ons bedrijf is door zijn omvang niet in staat om af te wach ten tot er op dat gebied algemene stap pen gezet worden. Wij worden door de consument kritisch bekeken.' In zijn toespraak ging de topman van het grootwinkelbedrijf - goed voor een marktaandeel van 18% in de markt van aardappelen, groente en fruit - ook nog even in op de rol van de Nederlandse veilingen, die hij complimenteus beje gende: 'De verzamelfunctie en de infra structuur van veilingen zijn uitstekend. Ondanks de toenemende handel buiten de veiling om, zou het best kunnen zijn dat wij over een jaar of vier weer meer bij de veilingen kopen. We doen liever zaken met een goed georganiseerde telersorganisatie, dan met individuele telers. Maar', zo liet hij erop volgen, 'veilingen zouden zich meer als ver koopkantoor moeten opstellen en de klok niet als alleenzaligmakend moeten beschouwen.' Vervolg Wob op pagina 4 De Rabobankorganisatie heeft in 1988 haar essentiële taak weer in ruime mate vervuld: de lokale banken verstrekten op grote schaal leningen en kredieten. Het uitstaande bedrag steeg per saldo met f 5.8 miljard. Minder goed ging het met de toevertrouwde middelen. Deze stegen met f 4,1 miljard. De beperkte groei van met name de spaarmiddelen is mijns inziens van structurele aard. Daar zijn ver schillende oorzaken voor aan te wijzen. In de eerste plaats noem ik de sterke toename van de contractuele besparingen. Deze bedroegen in 1970 nog 55% van de totale gezinsbesparingen en in 1987 ruim 80%, waardoor de vrije gezinsbesparingen in de verdrukking kwamen. Vervolgens spelen de fiscale aspecten een steeds grotere rol bij de beleggings keuze van de cliënt. Weliswaar is sinds 1 januari 1988 voor een gezin met twee kinderen een bedrag van f 3.000,- aan rente per jaar vrijgesteld voor de inkom stenbelasting, hetgeen correspondeert met circa f 60 000, - aan spaargelden. En ook is er sprake van een zeer aantrekkelijke rente gezien de lage inflatie. Maar voor de grotere bedragen worden als gevolg van een groeiend fiscale bewustheid in toenemende mate andere beleggingsmogelijkheden met aantrekkelijke fiscale aspecten gezocht. En deze mogelijkheden worden steeds talrijker. Daar werken we als bank ook aan mee o.a. door introductie van aandelen- en obligatiefondsen. Als we dit niet zouden doen, dan zouden we belangrijke bedragen naar elders zien verhuizen. Een derde oorzaak van de teruglopende aanwas van spaarmiddelen ligt bij de in 1987 ingevoerde wettelijke verplichting voor de banken om informatie te verstrek ken aan het Ministerie van Financiën over vergoede rente. Wij schatten in, dat we daardoor in dat jaar meer dan twee miljard gulden hebben zien verdwijnen van onze spaarrekeningen en vorig jaar tenminste één miljard gulden. Het blijft overi gens niet beperkt tot het wegvloeien van middelen. Ook nieuwe middelen gaan aan ons voorbij en vinden elders onderdak. Er is een grote groep mensen, die be zwaar heeft tegen de informatieplicht van de banken ten opzichte van de fiscus. Het is voor onze organisatie van het grootste belang dat wij nieuwe middelenbron nen aanboren. Het ligt voor de hand daarbij te denken aan de sector van de con tractuele besparingen. In dat kader pleiten we al geruime tijd voor meer fiscale fa ciliteiten, ten gunste van spaarrekeningen. Zo zou het mogelijk moeten zijn om oudedagsvoorzieningen te treffen door fiscaal aftrekbare inlagen te sparen op specifieke rekeningen, waaraan een - elders onder te brengen - overlijdensrisico- verzekering is gekoppeld. Een ontwikkeling, die goed zou inspelen op de behoefte om de oudedagsvoorziening meer af te stemmen op de individuele omstandighe den. Een andere mogelijkheid om meer middelen aan te trekken is het ontwikkelen van gezamenlijke produkten met verzekeraars. Daar hebben we in 1986 een begin mee gemaakt door het introduceren van de Rabo Lijfrente Koopsompolis. Dat is een succesvol produkt gebleken. Vorig jaar verkochten onze banken voor cir ca f 380 miljoen van dit soort verzekeringen, waarvan f 180 miljoen op ons geza menlijk produkt in guldens. Samen met onze primaire verzekeraars zullen we ver der zoeken naar nieuwe combinaties voor sparen en verzekeren. De vraag is echter of samenwerking op het gebied van produktontwikkeling vol doende tegemoet komt aan de behoefte aan middelen. Recente ontwikkelingen in Engeland, Duitsland en Frankrijk geven aan, dat verdere verstrengeling van bank en verzekeringswezen op grote schaal gestalte gaat krijgen. Wij zullen ons in het licht daarvan de komende tijd moeten bezinnen op de vraag, hoe wij in voldoende mate toegang kunnen krijgen tot de middelenbron van pensioenen en levensver zekeringen, teneinde onze primaire taak - de kredietverlening - zo goed en goed koop mogelijk te kunnen blijven vervullen. Van den Broek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 3