behalen van een verantwoord bedrijfsrendement niet eenvoudig is. Doelstellingen voor het behoud van de werkgelegenheid of de kleine gezinsbedrijven ble ken in het verleden vaak te hoog gegrepen. Het zou jammer zijn wanneer er spontaan geen milieuvrien delijke landbouw tot stand zou kunnen komen. Dan immers staat de samenleving voor de keuze van een ingrijpende overheidsregulering en controle van de landbouw. De uitgesproken publieke stellingna- mes, tot op het allerhoogste niveau, over het milieu in de afgelopen periode, maken duidelijk dat voor een landbouwontwikkeling zonder duidelijke milieu technische verbeteringen in ons land - overigens ook in onze omringende landen - geen plaats is. In de wetenschap dat het beter is een Salomonsoor- deel te voorkomen, kiezen de landbouworganisaties voor de weg van een geleidelijke ontwikkeling naar een milieuvriendelijke landbouw. Signalen die voor de individuele bedrijven en de omringende structuur van toelevering, afzet en dienstverlening duidelijk zijn. Nu nog de oplossing en tijd om deze te verwe zenlijken. De landbouw, veeteelt en tuinder staat voor een zwaar parcours, waarbij aanmoedigingen van het publiek niet gemist kunnen worden. In het binnenkort te verschijnen Nationaal Milieu Be leidsplan van de minister van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu en in de Structuurno ta van de minister van Landbouw, zal het milieupar- cours dat de overheid bouwt, zichtbaar worden. We hebben allemaal meegeleefd vanaf het moment dat ze gelukkig blozend het grote nieuws vertelde. Trots liet ze toen de echoscopie zien met het wat on beduidende witte vlekje dat zich zou ontwikkelen tot de wolk van een baby die Petertje heet. Vol spanning hebben we die groei gevolgd tot het grote moment er was en we ons bij een orgie van be schuit met muisjes hebben kunnen verheugen in de geboorte van dit mensenkind. Zijn moeder ooit als batienese bij ons begonnen, maar nadien door vlijt en studiezin opgeklommen tot een excellente relatiebeheerder agrarische bedrijven, heeft na het bevallingsverlof een nette arbeidstijdre geling gekregen, die het haar mogelijk maakt aan het werk te blijven in haar huidige functie. Petertje ver blijft overdag bij een niet ver van de bank wonende tante en ik hoef mijn relatiebeheerder voorlopig niet te missen. Ik zeg voorlopig, want zij is er zo eentje die nog wel eens verderop en hogerop zal gaan. Dat kun je niet tegenhouden, dat is nu eenmaal de nega tieve kant van het baasje spelen. Toch zou er vorige maand ondanks de soepele rege ling bijna iets zijn misgegaan. De griepgolf die sa menviel met de branding van koopsompolissen, reis- boekingen en jaarafsluiting dreigde het bedrijf lam te leggen. Gelukkig zijn er bij ons een paar duizendpoti- gen van het mobiele en flexibele type dat Wijffels de organisatie onlangs nog in grote getale toewenste. Maar waar we niet mee hadden gerekend was dat ook de tante van Petertje door de boze griep zou worden geveld. Dat betekende dat we de op dat mo ment geheel onvervangbare jonge moeder zouden moeten missen. Maar een moderne manager zoals ik is ook flexibel en dus creëerde ik in een oogwenk de waarschijnlijk allereerste Rabocrèche. De plaats gaf eerst wat problemen. De kluis of het eetlokaal zijn weinig geschikt om een kindje van en kele maanden oud te laten slapen. Slechts één ruim te ademt de rust en sereniteit waarin een baby kan gedijen en dat was mijn eigen kamer uiteraard. De danig geslonken bezetting maakte toch mijn bijna voortdurende aanwezigheid elders noodzakelijk, dus als moeder zich over haar kindje wilde ontfermen, was ik meestal weg. Tijdens het spitsuur van een van die dagen moest ik er even zijn om wat op te zoeken voor de voorzitter die zou langskomen. Binnen bleek Petertje bezig met het oefenen van zijn stembanden en in een wat onbeholpen poging daar aan een einde te maken schudde ik wat aan de wie gewagen die hem tot verblijfplaats dient. Het hielp niet, maar wel kwam er een luchtje op me af dat zijn protesthouding verklaarde. Ik liep naar buiten en zag zijn moeder in druk gesprek gewikkeld met een van onze relaties. Niet zo'n man tegen wie je even ge moedelijk kunt zeggen: Heeft u een paar minuten over, zodat deze dame haar kind kan verschonen... Ik begreep dat ik zelf handelend zou moeten optre den. Tenslotte zijn er handgrepen die je net als zwemmen en fietsen, nooit meer verleert als je ze vroeger hebt geoefend. Ik nam het dekentje en spreidde dat uit op mijn bureau, pakte zo'n moderne plakluier uit de tas en legde vervolgens de kleine schreeuwer op tafel. De luier bevatte inderdaad ongerechtigheid van een intense geur die zich onmiddellijk door de gehele ka mer verspreidde. Ik veegde de billetjes zo goed en kwaad als mogelijk was schoon. En net op het moment dat ik de kleine met het welbe kende gebaar aan de beentjes omhoog tilde om met de oude routine de schone luier onder de bibs te schuiven, werd er geklopt. Omdat ik het kind moeilijk kon loslaten riep ik de bui tenstaander toe binnen te komen. Toen de deur openging herinnerde ik me opeens waarom ik eigen lijk was binnengekomen. Om de stukken op te zoe ken voor de voorzitter, die daar in de deuropening stond. Ik moet zeggen dat hij het tafereel manmoedig verwerkte en zelfs niet met zijn ogen knipperde. Hij ging wel zover mogelijk van mij af zitten aan het ein de van de bestuurstafel en sprak de onvergetelijke woorden: 'Zo, jij bent ook al druk bezig met de mest problematiek, zie ik. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 30