Kern van het distributiebeleid blijft de grote toegankelijkheid van de dienstverlening.
komt de keus neer op elektronische
dienstverlening of bediening met men
selijke tussenkomst.
Persoonlijke dienstverlening vanuit een
bankkantoor is een kostbare distributie-
wijze. Daarom moet deze vorm met
name worden ingezet voor produkten
die deze inspanningen bedrijfsecono
misch rechtvaardigen en/of waarvoor
de cliënt wil betalen. Eenvoudige pro
dukten moeten zo goedkoop en effi
ciënt mogelijk worden geleverd. Juiste
keuzes (mede afhankelijk van omstan
digheden als omvang en kwaliteit van
het werkgebied) versterken de concur
rentiekracht. Enerzijds omdat wordt in
gespeeld op cliëntwensen. anderzijds
omdat dit leidt tot minimalisering van de
distributiekosten.
Distributieconcept Rabobanken
Distributie is een middel om de organi
satie- en commerciële doelstellingen te
gen de laagst mogelijke kosten te reali
seren. Het beleid is er op gericht per
produkt de optimale distributiewijze(n)
te realiseren. Dat optimum is - zeker in
de Rabobankorganisatie - situationeel
bepaald.
In vele gevallen zullen voor hetzelfde
produkt verschillende distributiemidde
len beschikbaar moeten zijn, omdat de
meest efficiënte distributiewijze afhan
kelijk is van de lokale situatie. De plaat
selijke Rabobanken bepalen zelf het
tijdstip waarop en de vorm waarin op
lokaal niveau aan het beleid inhoud
wordt gegeven.
De kern van het distributieconcept blijft,
dat de Rabobanken altijd met een of
meerdere kantoren in hun werkgebied
aanwezig zijn. Vanuit dit fysieke distri
butienet wordt de nauwe binding met
de leden en cliënten in stand gehou
den. Dit gebeurt op basis van persoon
lijke bediening, vooral bij de adviespro-
dukten.
De routinematige dienstverlening zal uit
efficiency-overwegingen zoveel moge
lijk in de vorm van zelfbediening wor
den aangeboden. Het grote aantal Ra
bobank geldautomaten vormt hiervan
de uitdrukking. In detailhandelsonder
nemingen zullen in toenemende mate
betaalautomaten worden geïnstalleerd.
Bedrijven (en te zijner tijd ook particu
lieren) communiceren via de eigen
computer met de bank. Apparaten en
datacommunicatie dragen bij in de uit
breiding van de dienstverlening (nieuwe
produkten, 24-uurs-service).
De distributie-infrastructuur voor de ja
ren '90 zal derhalve bestaan uit drie
'netwerken1:
het vestigingennet (kantoren, zittin
gen)
het netwerk van zelfbedieningsappa-
ratuur in Rabobankkantoren, winkels en
op openbare locaties
het elektronisch netwerk dat de
cliënt vanuit huis of bedrijf rechtstreeks
met de bank verbindt.
Uiteraard blijven ter aanvulling op deze
netwerken de telefoon, post, telex en
telefax als distributie- en communicatie
media gehandhaafd.
Rabobanken zullen, geënt op de lokale
situatie, zelf hun distributiebeleid bepa
len, waarbij de 'nieuwe media' even
wichtig zullen worden ingepast in het
bestaande of bij te stellen distributiepa
troon.
Persoonlijke benadering blijft van groot
belang voor de advisering. De afstand
tussen bank en cliënt blijft relatief klein
door een kantorennet dat het hele land
beslaat.
Het aantal kantoren zal echter afne
men. De investeringen in apparatuur
waarmee routinematige handelingen
worden opgevangen en actuele infor
matie wordt geboden, leidt tot vergro
ting van de actieradius van de kanto
ren.
Cliënten blijken daar goed op in te spe
len. Zij zijn mobieler en leggen gemak
kelijk grotere afstanden af. Die ontwik
keling wordt overigens niet alleen door
het vestigingsbeleid van de bank inge
geven: ook de winkelvoorzieningen
kennen al jaren een tendens van con
centratie en schaalvergroting.
De medewerkers van de Rabobanken
spelen in deze ontwikkeling een wezen
lijke rol. Zij zullen zich minder met routi
nematige werkzaamheden bezighou
den en zich sterker concentreren op
hun professionele adviesfunctie. Met
behulp van geautomatiseerde informa
tiesystemen kunnen zij sneller en kwali
tatief beter inspelen op vragen van
cliënten.
Toekomstbeeld
Steeds méér produkten zullen via zelf-
bedieningsapparatuur of het elektroni
sche netwerk worden gedistribueerd.
Ook produkten die complexer zijn dan
de produkten die momenteel reeds via
een apparaat of elektronisch worden
aangeboden. Voordat alle cliënten vol
ledig vertrouwd zijn met nieuwe distri
butiemiddelen. is er een gewennings-
en acceptatiefase van vele jaren (10 a
20 jaar) verstreken.
De voorwaarden lijken aanwezig voor
een vergaande acceptatie van elektro
nische dienstverlening in grote delen
van het bankwezen in de komende de
cennia. Gegevensuitwisseling tussen
bank en cliënt en routinematige trans
acties gaan in toenemende mate via