Gemak en kosten bepalen toekomstige structuur Distributie van bankdiensten Een Rabobankkantoor op elke hoek van de straat is een uitdruk king die feitelijk onjuist is, maar naar zijn strekking veelzeggend. De Rabobankorganisatie met haar ca. 2 250 kantoren en ca. 1 050 zittingen is een typische netwerk- bank. Zij onderhoudt een groot schalig, fijnmazig netwerk van fy sieke distributiepunten. Alleen de Postbank, die gebruik maakt van de postkantoren, beschikt over een vestigingennet, dat qua om vang vergelijkbaar is met dat van de Rabobankorganisatie. In de laatste jaren zijn een aantal ontwikkelingen op gang gekomen, die een kritische bezinning nodig maken over de wijze waarop onze organisatie in de toekomst haar diensten aan de leden en cliënten aanbiedt en uitvoert. De kosten van instandhouding van een groot kantorennet nemen toe; door technologische ontwikkelin gen ontstaan nieuwe mogelijkhe den om bankdiensten aan te bie den; ook het consumentengedrag is aan verandering onderhevig. Voldoende redenen om te bezien hoe de Rabobankorganisatie met behoud van haar distributiekwali teit - en waar mogelijk verbetering ervan - haar relaties in de toe komst van dienst kan zijn. e toenemende interesse van banken voor de massale markt van particulieren in de jaren zestig en zeventig, heeft ertoe geleid dat in die periode uitgebreide netwer ken van kantoren zijn gereali seerd. Momenteel telt ons land circa 6500 bankkantoren, een aantal dat sinds enkele jaren een licht dalende tendens heeft. Door technolo- gische ontwikkelingen zijn er in de af gelopen jaren alternatieve distributie vormen beschikbaar gekomen, die fi nanciële dienstverlening onafhankelijk van het traditionele kantorennet moge lijk maken. De introductie van zelfbe dieningsapparaten (geldautomaten, be taalautomaten) en het elektronisch net werk dat banken en cliënten met elkaar verbindt, bieden de cliënt immers facili teiten, die voorheen via 'bemande' kan toren werden verzorgd. Naast een uitbreiding van de dienstver lening leveren deze nieuwe distributie vormen mogelijkheden op voor efficien cyverbetering bij de distributie van be staande produkten. Maar er is nog een reden om de nieu we en efficiënte distributietechnieken naast het vertrouwde kantorennet te verwelkomen of tenminste op haar waarde te toetsen. Marktpartijen die niet de hoge kosten van een uitgebreid vestigingennet hoeven te dragen, zou den in een onevenredig gunstige posi tie komen te verkeren indien zij als eni ge van efficiency-bevorderende tech nieken gebruik zouden kunnen maken. Hierdoor is voor de Rabobankorganisa tie de noodzaak ontstaan om voortdu rend af te wegen welke distributiemid delen voor bepaalde diensten worden ingezet teneinde de concurrentiepositie te kunnen handhaven. Het marktme chanisme dwingt dit af. Elektronische dienstverlening en cliëntengedrag De invoering van nieuwe distributiemid delen in Nederland is recentelijk in een stroomversnelling geraakt. Eind 1988 hebben de banken te zamen bijna 1000 geldautomaten (GEA's) in gebruik; bo vendien hebben alle banken plannen tot een verdere uitbreiding van het GEA-net. De Rabobanken spelen in dit opzicht een hoofdrol. Ongeveer de helft van alle geldautomaten is geplaatst in Ra- bobankkantoren. Voor cliënten die be schikken over een Rabobankpas of over een Eurochequepas is de moge lijkheid om contant geld op te nemen (24 uur per dag, 7 dagen per week) aanzienlijk toegenomen. Mede gelet op ontwikkelingen in het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 22