Schuldenproblematiek
De Jaarvergaderingen hebben enige financiële verlichting voor de armste landen
opgeleverd. Structurele aanpassingen en groeibevordering krijgen de hoogste
prioriteit.
thans langs deze weg, aan de verbete
ring van de lopende rekening van de
Verenigde Staten.
Onzekerheden
De huidige situatie, zo onderkende men
in Berlijn, is niet zonder risico's. De mo
gelijkheid van een forse stijging van de
inflatie is aanwezig en ook kan het
hoog blijvende tekort op de lopende re
kening van de betalingsbalans van de
Verenigde Staten voor nieuwe financië
le verstoringen zorgen. De kans dat dit
laatste gebeurt, lijkt verminderd nu de
beleidsmakers van de grote industrie
landen de coördinatie van hun econo
misch beleid intensief ter hand hebben
genomen. Zij zijn bereid gebleken het
interventiewapen op grote schaal in te
zetten om ongewenste wisselkoersbe
wegingen tegen te gaan.
Bij een forse stijging van de inflatie in
de Verenigde Staten echter, zou de
FED (de Amerikaanse centrale bank)
genoopt zijn om de monetaire teugels
verder aan te halen, waardoor een ren
testijging zou volgen. Daarmee wordt
de investeringsgroei onder druk gezet
en de economische activiteit afgeremd.
Tenzij gecompenseerd door groei-im-
pulsen in Europa en Japan, zou dit een
drukkend effect hebben op de groei van
de wereldhandel en ook de schulden
problematiek verscherpen: de schul
denlanden worden dan immers in de
tang genomen door enerzijds dalende
afzetmogelijkheden en anderzijds stij
gende renteverplichtingen. De waar
schijnlijkheid van zo'n scenario valt op
dit moment echter moeilijk in te schat
ten. Duidelijk is wel dat zich onder in
vloed van de hoge groei enige versnel
ling van de inflatie in de Verenigde Sta
ten aftekent. Uit de meest recente cij
fers over het verloop van de Ameri
kaanse economie kan echter worden
opgemaakt dat de groei inmiddels weer
iets afzwakt. Hierdoor lijkt de kans op
verdere prijsstijgingen beperkt. Dit is
mede het gevolg van het beleid van de
FED, die dit jaar zeer alert heeft gerea
geerd op signalen dat de inflatie steeg
en in een aantal kleine stapjes de rente
fors heeft opgetrokken.
Duidelijk is evenwel dat beide risico's,
zowel dat van een heropleving van de
inflatie als dat van financiële verstorin
gen, aanzienlijk zullen verminderen in
dien het begrotingstekort in Amerika
drastisch wordt gereduceerd. Hoewel
het Congres zich heeft verplicht dat te
kort in 1993 geëlimineerd te hebben,
zal dat volgens velen niet snel genoeg
zijn; voor volgend jaar is slechts een
geringe daling van het tekort voorzien.
Een snellere reductie van het tekort
moet echter tot stand worden gebracht
door de nieuwe regering en pas na de
presidentsverkiezingen zal hierover dui
delijkheid ontstaan. Overigens zijn de
meeste waarnemers het erover eens
dat, indien de politieke wil daartoe aan
wezig is, een snelle reductie van dit te
kort mogelijk moet zijn, gezien ook het
zeer lage belastingniveau in de Ver
enigde Staten.
De gunstige economische situatie in de
industrielanden heeft ook geleid tot een
iets betere externe positie van de
schuldenlanden. Voor het eerst sinds
het uitbreken van de schuldencrisis, in
1982, daalden de schuld en de schul
denverplichtingen (rentebetalingen en
aflossingen) van de ontwikkelingslan
den ten opzichte van de exportop
brengsten. Dat kwam vooral door een
stijging van hun exporten; de externe
schuld stijgt nog altijd en zal aan het
eind van dit jaar een bedrag bereiken
van ruim 1 200 miljard. Een belangrijk
deel van de stijging is overigens het ge
volg van wisselkoersontwikkelingen.
Ondanks de opgetreden verbetering
blijft de schuld als een molensteen om
de nek van de desbetreffende landen
hangen.
Wat hebben de Jaarvergaderingen nu
bereikt voor de schuldenlanden? Voor
het antwoord daarop is het goed om de
schuldenlanden te verdelen in twee ca
tegorieën, namelijk de lage en de mid-
den-inkomenslanden. De eerste groep
bevat vooral landen in Afrika, de
tweede in Latijns-Amerika. Voor de eer
ste groep is een aantal concrete stap
pen gezet die tot verlichting van de
schuld kunnen leiden. Afgesproken is
namelijk dat de industrielanden zullen
toestaan dat de armste schuldenlanden
hun schuld jegens de industrielanden
over veel langere periodes terugbeta
len. De rentes over die schuld zullen
bovendien aanzienlijk worden verlaagd.
Ook Nederland zal hieraan meedoen,
al vechten de ministers Ruding en Buk
man nog over de vraag wie van hen dit
moet betalen. Ook het IMF en de We
reldbank hebben het laatste jaar het
een en ander voor deze landen in het
werk gesteld. Zij hebben hun samen
werking geïntensiveerd en gaan samen
programma's ontwikkelen gericht op
structurele aanpassing en groeibevor
dering. Deze programma's worden gefi
nancierd met langlopende leningen met
een rente van slechts 0,5%. De midde
len hiervoor komen van het IMF, dat cir
ca 3 miljard bijdraagt, en van de
industrielanden, die samen circa 6
miljard bijdragen. Door deze fondsen
als prikkel te gebruiken hoopt men ook
het probleem van de betalingsachter
standen bij het IMF, die het laatste jaar
fors opliepen, te verminderen. Daar
naast zal er ook geld komen van de
Wereldbank, waarvan het kapitaal bin
nenkort verhoogd wordt. De definitieve
goedkeuring daarvan is alleen nog af
hankelijk van parlementaire instemming
in de betrokken landen, waarbij de be
handeling in het Amerikaanse Congres
een struikelblok zal kunnen zijn.
Grote schuldenlanden
Was er aldus sprake van enige concre
te voortgang bij de schuldenproblema
tiek van de armste landen, voor de gro
te schuldenlanden was dat veel minder
het geval. Veel ogen waren gericht op
de Japanse vertegenwoordiging, die
van tevoren had aangekondigd met
een nieuw schuldenplan te komen. Bin
nenskamers hadden de andere indus
trielanden blijkbaar al dermate veel kri
tiek geleverd op een oorspronkelijke
versie van het plan, dat slechts een
heel oppervlakkig en niet uitgewerkt
voorstel uit de bus kwam. Het houdt in
dat de grote schuldenlanden hun bui
tenlandse schuld tegen korting kunnen
omzetten in obligaties, die door het IMF