Met huidig beleid op de goede weg Jaarvergaderingen van IMF en Wereldbank in Berlijn De gezamenlijke Jaarvergaderingen van de Raden van Bestuur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank zijn ieder jaar weer een massaal gebeuren. In die Raden van Bestuur, die elkaar ge deeltelijk overlappenzitten namelijk de ministers van Financiën en van Ontwikkelingssamenwerking en de centrale bankpresidenten van 150 aangesloten landen. Zij brengen elk hun belangrijkste adviseurs mee. Sa men met de vertegenwoordigers van IMF en Wereldbank zelf, beloopt het aantal aanwezigen al gauw een kleine duizend. Maar ook het internatio nale bankwezen geeft massaal acte de présence. Schattingen van het aantal bankiers lopen op tot enkele duizenden. De Jaarvergaderingen vormen een ideale gelegenheid voor bankiers om regeringsvertegenwoor digers te ontmoeten en met hen, en natuurlijk met elkaar, zaken te doen. Dit jaar vonden de Jaarvergaderingen eind september plaats te Berlijn. De economische situatie in de wereld en de schuldenproblematiek waren de centrale onderwerpen. n Berlijn heerste alom tevreden heid over de reële economische groei. Naar verwachting zal die in de industrielanden volgens het IMF dit jaar 3,9% bedragen; een halt jaar geleden werd nog 2,8% verwacht. De reële groei wordt daarmee dit jaar het hoogst van de afgelopen vier jaren. Deze gunstige ontwikkeling houdt verband met de enorme depreciatie van de dollar sedert februari 1985 en de beleidsreacties die erop volgden. De koersval van de dollar heeft namelijk enerzijds gezorgd voor een hoge groei van de exporten van de Verenigde Staten, die weer de motor waren voor het aantrekken van de an dere bestedingscomponenten, waaron der met name de investeringen. Ander zijds betekende de dollardepreciatie een vermindering van het invoerprijs- peil van de landen buiten de Verenigde Staten, waardoor de koopkracht kon stijgen. Tevens waren de belangrijkste van deze landen, Duitsland en Japan, in staat een stimulerend beleid te voe ren, wat een verdere impuls vormde voor de economische activiteit. Gunstig investeringsklimaat In alle landen is de investeringsgroei hoog en één van de belangrijkste pij lers van de huidige economische groei. Blijkbaar is het investeringsklimaat in de industrielanden gunstig. Het gevoer de beleid, dat in de meeste van die lan den al een aantal jaren is gericht op het scheppen van een gunstige macro-eco nomische omgeving voor een verster king van de aanbodzijde van de econo mie, heeft zijn invloed doen gelden. Het monetaire beleid werd gericht op een stabiele ontwikkeling van de geldhoe- veelheid en daardoor op het terugdrin gen en beperkt houden van de inflatie. Ook zijn in veel landen overheidstekor ten naar beneden gebracht, of is het beleid erop gericht die verder te redu ceren. Een ander punt is het groeiende besef in veel landen dat de overheid een stapje terug moet en de particulie re sector de ruimte moet bieden om zich te ontwikkelen. Vanuit de particu liere sector komen immers de groei-im- pulsen. Zaken als belastingverlaging en -hervorming, deregulering en privatise ring zijn uitingen van een zich beschei dener opstellende overheid. Wat mogen we nu voor de nabije toe komst verwachten? Voor de korte ter mijn toonden de deelnemers aan de Jaarvergaderingen zich redelijk optimis tisch. De hoge investeringsgroei van dit jaar leidt tot een stijging van de produktiecapaciteit, waardoor ook de produktiegroei zich nog wel enige tijd kan voortzetten. Die groei zal overigens in Europa niet tot een grote daling van de werkloosheid leiden, zo werd ver wacht, omdat de werkgelegenheidscre atie maar iets groter zal zijn dan het aanbod van nieuwe toetreders op de arbeidsmarkt. Op het grote reservoir van werklozen wordt daarom maar wei nig ingeteerd. Voorts lijkt ook enige groeivertraging in de Verenigde Staten waarschijnlijk (en ook gewenst in ver band met de gevaren van oververhit ting van een al te hoge groei). De hoge exportgroei van de Verenigde Staten zal waarschijnlijk afvlakken, omdat de gevolgen van de dollardepreciatie in de loop van 1989 zullen zijn uitgewerkt. Daarmee komt dan ook een einde, al- Drs. H. van der Burg Internationaal Onderzoek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 6