Agro-centra De weg naar de toekomst wordt in de provinciale landbouwnota's vanuit verschillende invalshoeken belicht. tak' als alternatief genoemd. Ook in de andere noor delijke provincies is de huidige landbouwproduktie voor ca. 70% gericht op die produkten waarvoor 'zwa re' Europese marktordeningen gelden (suikerbieten, graan, melk en rundvlees). De Drentse Raad zoekt oplossingen in tuinbouwteelten en benutting van mo gelijkheden op het gebied van recreatie en nevenbe- roepslandbouw. In het Gronings rapport gaat de aan dacht meer uit naar grootschalige alternatieven. Uit drukkelijk wordt hierbij de teelt van industriegrondstof fen genoemd. In Overijssel ziet men vooral de klein schalige bedrijfsstructuur als knelpunt voor bedrijfs overname. In 50% van de toekomstige bedrijfsover- namegevallen zou behoud van een volwaardig bedrijf weieens onmogelijk kunnen zijn. Gelderland, dat met soortgelijke structuurproblemen kampt, gaat nog een stapje verder. Er wordt gevraagd om extra sociale maatregelen voor beëindigende bedrijven. Limburg pleit ervoor de kleinere bedrijven nadrukkelijk in te schakelen bij het beheer van natuurterreinen. In verschillende provinciale landbouwnota's komt de term 'centrumfunctie' voor. Het gaat hierbij om een zekere concentratie van agrarische activiteiten: pro- duktie, toelevering, verwerking en dienstverlening, in een bepaald gebied. Hierdoor ontstaat een vrucht baar klimaat voor informatie-uitwisseling en innovatie. Voorbeelden ervan zijn de glastuinbouwgebieden in West-Nederland, Flevoland, de bloembollen en volle- grondstuinbouw in Noord-Holland en de intensieve veehouderij in Noord-Brabant en delen van Gelder land. In verschillende van de provinciale nota's wordt gepleit voor actieve ondersteuning van deze agro- centra door de Rijks- en provinciale overheid. Naast de kansrijke gebieden zijn er ook agrarische gebieden met minder perspectief. Bijvoorbeeld gebie den die om agrarisch optimaal te kunnen functioneren kostbare landinrichting nodig hebben. Voor sommige gebieden, zoals de veenweidestreken in Zuid-Hol land, wordt de mogelijkheid van recreatie geopperd of het betrekken van agrariërs bij het beheer van natuur reservaten. Daar zal dan een vergoeding tegenover moeten staan. Milieu-rendabiliteit De aandacht voor het milieu in de provinciale land bouwstructuurnota's komt nog moeilijk verder dan de verwijzing naar de problemen en de gevolgen voor de bedrijven. Dat is eigenlijk jammer. Want een aantal milieubeschermingsmaatregelen wordt mede door de overheid op provinciaal niveau ingesteld. Om de ge volgen voor de bedrijven op te vangen ontbreekt het instrumentarium. Een op milieuverbetering aangepaste bedrijfsvoering is veelal nog niet rendabel. Het instrumentarium dat de overheid in de provincies ter beschikking stelt, on derwijs en voorlichting, kan hier ook nog weinig doen. Toch zal er uit die hoek meer moeten worden aange reikt om de ondernemer te stimuleren in de richting van meer kwaliteitsproduktie. De Provinciale Raden voor de Bedrijfsontwikkeling kunnen op dit punt de re gionale initiatieven coördineren en zo een goede functie blijven vervullen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 29