Een jaar na de beurskrach 'i De beurskrach, die op 19 oktober van het vorig jaar inzette, is voor de ef fectenhandel en menige belegger een traumatische ervaring geweest. De plotselinge en schijnbaar niet te remmen koersduikeling die herinneringen opriep aan gebeurtenissen van zo n zestig jaar geleden, leek eigenlijk niet meer van deze tijd. Afgaande op de beursindexcijfers is inmiddels de 'schade' al weer groten deels ingelopen. Toch blijft de vraag, hoe deze beursval mogelijk is ge weest, velen bezig houden. In deze bijdrage verzorgd door Schretlen Co geeft de heer W. A. Pier hagen, algemeen directeur, zijn visie. e gebeurtenissen van 19 ok tober 1987 en de weken die daarop volgden zijn in het geheugen van vele beleg gers gegrift. Alle reden om die ontwikkelingen ruim een jaar na dato te evalueren en te zien in hoeverre het recen te verleden een les is voor de toe komst. Kenmerkend voor de beurskrach was de paniek, die op de financiële markten uitbrak: het leek er even op dat de vrije ff W. A. Pierhagen Schretlen Co NV val van de aandelenkoersen niet meer te stuiten was. Omtrent de oorzaak van de paniek hebben veel analyses het licht gezien, zonder dat echter de com mentatoren tot eensluidende conclusies komen. Vooropgesteld moet worden, dat de aandelenmarkten gedurende vijf jaren een ononderbroken hausseperiode hadden doorgemaakt, waarbij een ge middeld koersaccres optrad van meer dan 300%. Zowel de lengte van de peri ode als de groei staken positief af bij het historisch gemiddelde. Duidelijk is, dat de aandelenmarkt in die situatie kwetsbaar was, vatbaar voor een cor rectiefase. In de analyses en commentaren spitst de discussie zich toe op de vraag of aan de ontwikkelingen economische en monetaire factoren ten grondslag heb ben gelegen - het Amerikaanse han dels- en begrotingstekort en het Louvre- accoord - of dat het technische facto ren waren, die de 'crash' hebben be werkstelligd, zoals bijvoorbeeld de arbi trage-activiteiten van een beperkt aan tal marktpartijen. Het laat zich aanzien, dat de oorzaak van de krach is gelegen in een combi natie van beide factoren. Onzes inziens ligt daarbij de nadruk op de concentra tie van macht bij een beperkt aantal grote marktpartijen. Door hun geringe aantal en hun gelijkgerichte actie be paalden zij de markt. De massapsycho se, gevoed en versterkt door de publici teit, had een éénrichtingsverkeer in de aandelenhandel tot gevolg met als re sultaat een vrije val van de koersen. Program-trading niet stressbestendig Een van de oorzaken van het gelijkge richt handelen van de grote marktpartij en is het toepassen van 'program-tra ding': gecomputeriseerde besluitvor mingsmodellen, die aangestuurd wor den door waarderingsverschillen tus sen indexcontracten en de notering van de onderliggende aandelen. Door de geheel geautomatiseerde aan- en ver koopprogramma's komen grote volumi na in zeer korte tijd op de markt. Het proces, dat prijscorrectie beoogt, bergt echter door haar automatisme het ge vaar in zich van overdrijving. Andere marktpartijen signaleren deze (overdre ven) reactie als een richting in de markt, waarna een haasje-over effect ontstaat. Het plotseling optredende eenzijdige marktsentiment stelde het marktmecha nisme wereldwijd op de proef. Frequen te handelsonderbrekingen en zelfs slui tingen van beurzen ondergroeven het vertrouwen van beleggers. Positieve uitzonderingen waren Tokio en Amster dam. Het nieuw ingerichte financiële centrum in Londen, dat een enorme zuigkracht had na de 'Big Bang' in 1986, stond evenals Wall Street onder zware druk. Het snel en, na aanvanke lijke verwarring, goed coördinerend in grijpen van de monetaire instanties deed uiteindelijk het vertrouwen enigs zins terugkeren. De reële economie kon het groeipad weer hernemen. Een en ander ging gepaard met een aan zienlijke monetaire verruiming. Zo lijkt de ontstane crisis uiteindelijk

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 22