Mentaal proces Drs. J. I. van der Velde: '...concentreren op de sterke punten van de Rabobankorganisatie, dus agri-business en internationale handel...' nen. In het buitenlandbedrijf is een bijna wereldomspannend netwerk van ves tigingen ontwikkeld. Vanzelfsprekend is en wordt, dichtbij huis in de Europese landen ook hard aan de weg getim merd: kantoren in Londen, Antwerpen en Parijs. In Duitsland werden met name de ADCA-kantoren in Hamburg en Düsseldorf belangrijke internationale draaischijven. Met het oog op Europa 1992 zijn de inspanningen nog ver groot. Inmiddels is voorzien in vestigin gen in Italië, Spanje, Zwitserland en Luxemburg. In deze tendens naar vooral Europees bankieren past een verdergaande inte gratie van de ADCA-bank binnen het buitenlandbedrijf van de Rabobankor ganisatie. De ontwikkelingen in afgelo pen vier jaren hebben duidelijk ge maakt dat een hechtere band beide partijen tot verder voordeel zal strek ken. Duitse schakel 'Een groot voordeel', zegt een terug blikkende Van der Velde, 'van het over nemen van de ADCA-bank destijds was dat daarmee een structuur verworven werd met kantoren in alle belangrijke fi nanciële centra van West-Duitsland. Niet overal even optimaal misschien, maar ineens waren we deel van het fi nanciële gebeuren en kregen we voe ling met de Duitse markt van binnenuit.' Van der Velde constateert vervolgens dat er vrij veel bij het oude werd gela ten. Een band met de Rabobankorgani satie kwam met name tot stand op de ADCA-kantoren te Hamburg en Düssel dorf. de enige kantoren waar vrij spoe dig een Nederlandse accountmanager, respectievelijk directeur werd geplaatst. Dat lag ook voor de hand in verband met het Nederlands-Duitse handels- en betalingsverkeer. Hamburg paste bo vendien goed in de 'haventheorie' - het vertegenwoordigd willen zijn in grote havensteden - die een belangrijk stem pel heeft gedrukt op het buitenlandbe leid van de Rabobankorganisatie. Op de overige kantoren vond minder nieu we input plaats, ook omdat de nood zaak daartoe voor de Rabobank nog niet onmiddellijk aanwezig was. De specifieke formule Rabobank/ADCA- kantoor, zoals die in Hamburg en Düs seldorf uitgroeide, en waarbij de kracht van de Rabobankorganisatie voor die kantoren ging werken, bleek inmiddels wel zeer succesrijk. Volgens Van der Velde heeft deze voor beeldfunctie van Hamburg en Düssel dorf zeker bijgedragen aan de overwe gingen om de ADCA-bank als geheel meer te betrekken bij het Rabo-gebeu- ren. 'Maar belangrijker', zo stelt hij, 'was dat de gedachte over de Europese binnenmarkt een rol ging spelen. Dui delijk was dat de ADCA-bank in dat ka der een belangrijke schakel zou gaan vormen in het buitenlandbeleid van de Rabobankorganisatie. De leidende vraag werd daarom hoe we de ADCA- bank steviger zouden kunnen integre ren binnen de Rabobankorganisatie.' Op basis van het intensieve onderzoek dat begin 1988 met behulp van een ex tern bureau in korte tijd z'n beslag kreeg, werden voor de ADCA-bank een aantal uitgangspunten opgesteld. Van der Velde verwoordt ze als volgt: 'Wil de ADCA-bank optimaal profiteren van haar status als dochter van die krachti ge Rabobank, dan moet ze daarin ver der opgaan. Vervolgens dient ze zich dan ook in haar markt te concentreren op de sterke punten van die Rabobank organisatie, dus agri-business en inter nationale handel, met name de Hol land-handel. En tenslotte, wat de ADCA-bank daarvoor nodig heeft, dat zijn kantoren die als sterke, zelfstandi ge units opereren in een decentraal concept.' Uitgangspunten die ook intern een be hoorlijke verandering inhielden. Van der Velde: 'Vereist is dat de organisatie rijp is voor zoiets ingrijpends en er zin in heeft. Dat is een mentale kwestie. Als sommigen nog een tijd lang hebben kunnen denken: we zijn een zelfstandi ge, Duitse bank met toevallig nu een Nederlandse meerderheidsaandeelhou der, is het een wezenlijke omschakeling om er ineens van uit te gaan dat men behoort tot een sterke, grote club. Men moet zich erop instellen dat de bronnen van die grote club er zijn om ook echt gebruikt te worden.' Het omschakelingsproces is inmiddels in volle gang. Een enthousiaste Van der Velde: 'Eigenlijk eerder dan verwacht zijn nu al hele positieve resultaten te bespeuren. De mensen zien kennelijk het nut ervan in, deel uitmaken van zo'n krachtige organisatie. Kennis, know-how en ondersteuning blijken ineens in ruime mate te worden aange boord: het wiel hoeft niet telkens weer opnieuw uitgevonden te worden. Het bedreigende, dat toch onvermijdelijk verbonden is aan zo'n integratie, valt weg tegen de nieuwe kansen die zich aftekenen. Men ervaart dat het op ei gen benen verder gaan een veel ris kanter pad zou hebben betekend. Die zekerheid overheerst nu al de aanvan kelijke vrees voor omklemming door een grote moeder.' Dat die angst mis plaatst blijkt te zijn, is voor de ADCA- mensen misschien wel de grootste openbaring tot nu toe. Al doende in het omschakelingsproces blijkt dat bevoog ding niet past in de Rabo-filosofie. Van het basisprincipe van autonome aange-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 17