1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
14
Alsnog naar een monetaire unie?
Inflatie in EMS-landen
22
20 -
Bron: OESO-data
18
16
14
12
10
De stabiliserende werking van het EMS. De onderlinge inflatieverschillen zijn in de
achterliggende jaren sterk teruggedrongen.
waarbij het Engelse pond wel is inbe
grepen. De ECU zou vooral het betaal
middel moeten worden van de in het
EMS deelnemende centrale banken.
Aanvankelijk stond de financiële wereld
nogal sceptisch tegenover dit Europese
wisselkoersstelsel, maar nu - tien jaar
later - blijkt het EMS redelijk succesvol
te zijn, mede doordat de onderlinge in
flatieverschillen fors zijn afgenomen
(zie diagram). Er is bepaald sprake van
stabiele wisselkoersverhoudingen. Nog
belangrijker is de disciplinerende wer
king van het EMS op het economisch
beleid in de diverse lidstaten. Dit heeft
er mee toe bijgedragen dat de econo
mische ontwikkelingen in Europa naar
elkaar zijn toegegroeid.
Het EMS heeft voor een behoorlijke
mate van monetaire stabiliteit in Europa
gezorgd. Op het eerste gezicht lijkt de
monetaire unie daarmee binnen hand
bereik te liggen. Daarvan kan echter
pas werkelijk sprake zijn als naast on
herroepelijk vaste wisselkoersen tevens
een bundeling van reserves heeft
plaatsgevonden bij een Europese cen
trale bank, die bovendien een gemeen
schappelijke munt uitgeeft en het mo
netaire beleid in de Gemeenschap
voert. Weliswaar werd bij de oprichting
van het EMS de uitbouw daarvan als
zogenaamde tweede fase geformu
leerd, maar op het moment is er in feite
nog niet meer dan een wisselkoersar
rangement.
Het nieuwe integratie-elan heeft hier
echter ook zijn uitwerking. Vanuit ver
schillende maatschappelijke groeperin
gen (bedrijfsleven, consumentenorgani
saties) neemt de roep toe om te komen
tot werkelijke voortgang op dit gebied.
Op de topconferentie in Hannover in
juni van dit jaar hebben de lidstaten van
de EG dan ook afgesproken om de vol
gende stappen naar een EMU nader in
kaart te brengen. Ten behoeve hiervan
is een werkgroep in het leven geroepen
onder leiding van de voorzitter van de
Europese Commissie, Jacques Delors.
Deze werkgroep zal de noodzakelijke-
concrete stappen naar de EMU
bestuderen en hierover voorstellen en
aanbevelingen moeten uitbrengen in de
zomer van 1989. Uit het voorgaande
mag gebleken zijn dat twee zaken hier
bij centraal zullen staan. De vraag hoe
men moet komen tot één monetair Eu
ropa en de vraag welk institutioneel ka
der hiervoor moet worden ontworpen.
Invoering van een
gemeenschappelijke munt
De creatie van één Europese munt kan
in principe op twee manieren zijn be
slag krijgen. Er is de weg van de gelei
delijkheid, dat wil zeggen van het naar
elkaar toegroeien van de nationale eco
nomieën van de lidstaten, zowel in de
zin van een verdere toename van de
coördinatie van het economisch beleid,
als wat betreft de feitelijke economi
sche ontwikkeling. Centraal in deze vi
sie staat de versterking van het be
staande EMS-arrangement. Dit bete
kent dat het Britse pond moet toetre
den, dat alle landen onder dezelfde
voorwaarden moeten deelnemen en
dat de coördinatie van het beleid moet
worden geïntensiveerd. Maar het mo
netaire beleid alléén kan niet voor wis
selkoersstabiliteit zorgen. Ook op het
gebied van het begrotingsbeleid zal
vergaande coördinatie moeten plaats
vinden, omdat hiervan immers ook in
vloeden uitgaan op de monetaire sfeer;
denk bijvoorbeeld aan de omvang en
wijze van financieren van het overheids
tekort en de mogelijke rente-effecten
daarvan. Naarmate de onderlinge koer
sen van de nationale valuta's minder
fluctuaties vertonen, is volgens deze
gedachtengang de overgang naar uit
eindelijk één munt voor alle betrokke
nen gemakkelijker.
De andere weg is het introduceren van
een dertiende Europees betaalmiddel,
naast de al bestaande nationale valu
ta's. Dit wordt wel genoemd 'de route
van de parallelle munt'. De voorstan
ders hiervan hopen dat deze munt
langzamerhand de afzonderlijke natio
nale valuta's in Europa zal verdringen.
Door het stempel van wettig betaalmid
del voor de ECU zou deze aantrekkelij
ker worden, om vervolgens na een rui
me overgangstijd het algemene Euro
pese betaalmiddel te worden. Geduren
de deze overgangsperiode zou het ge
bruik van de ECU zowel in de particu
liere als in de officiële sfeer intensief
gestimuleerd moeten worden.
Oprichting van een Europese
Centrale Bank
Welke weg men ook zou willen kiezen
om te komen tot de Europese munt,
voorwaarde is in ieder geval dat er een
centrale instelling komt die deze ge
meenschappelijke munt uitgeeft. Zo'n
instituut zou echter nog meer functies
moeten hebben alvorens van een echte
centrale bank kan worden gesproken.
De Europese Centrale Bank (ECB) zou
uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de
vormgeving en uitvoering van het mo
netaire beleid in de EG, zowel intern als
tegenover de niet-EG landen. Boven
dien zou zij de functie van bank der
banken moeten vervullen.
Bij de oprichting van een ECB doet zich