-4 Gunstig gesternte De bestedingen - met name in de consumptieve sfeer - hebben zich dank zij de koopkrachthandhaving redelijk kunnen ontwikkelen. schapsbelasting tot 35% (40% over de eerste f 250 000) staan, alsmede extra uitgaven ten behoeve van scholing. Per saldo is deze operatie structureel bud gettair neutraal; het financieringstekort wordt er derhalve niet door beïnvloed. Dit geldt niet voor 1989. Omdat de op brengst-verhogende effecten van de WIR-maatregel en de veranderde regi mes voor de vermogensaftrek en ge mengde kosten pas in latere jaren hun structurele waarden bereiken, terwijl de lastenverlichting reeds volgend jaar ef fect heeft, resulteert in 1989 per saldo een lastenverlichting voor het bedrijfsle ven van f 2,5 miljard. Deze 'grote uit ruil' is een uitwerking van de door de SER voorgestane 'balansverkorting' bij het Rijk, die erop gericht is om door af schaffing van subsidies en aftrekpos ten, waartegenover lastenverlichting staat, te komen tot minder 'rondpom pen' van geld via de overheidssector. Ook de invoering van de belastingher vorming volgens de lijnen van 'Oort' kan als een dergelijke balansverkorten- de operatie worden gezien. De Miljoe nennota besteedt reeds ruime aan dacht aan deze operatie, die in 1990 in werking moet treden. In tegenstelling echter tot het 'Paaspakket' leidt deze belastinghervorming tot structurele lastenverlichting. De kabinetsplannen houden op dit terrein een vereenvoudi ging van de tariefstructuur voor de loon- en inkomstenbelasting in die tot een structurele belastingverlaging van f 6,5 miljard zal leiden. Er worden name lijk drie tarieven voorgesteld: 35%, 50% en 60% in combinatie met een verho ging van de belastingvrije voet en een verlenging van de tariefschijven. Daar tegenover staat een beperking van de aftrekposten en een verruiming van de heffingsgrondslag die f 2,5 miljard ople vert. Per saldo zal derhalve sprake zijn van een structurele lastenverlichting vanaf 1990 van f 4 miljard per jaar. Niet uitgesloten mag worden dat nieu we operaties, gericht op balansverkor ting, in de komende jaren zullen wor den ontwikkeld. Met name zullen daar bij dan de (open-einde) subsidieregelin gen betrokken kunnen zijn. De lasten verlichting die daaruit resulteert, past in een beleid dat steeds meer rekening moet houden met de internationale om geving. De Miljoenennota stond onder het gun stige gesternte van een meevallende economische ontwikkeling. Kort na de val van de beurskoersen in oktober van vorig jaar bestond er vrijwel alom pessi misme. Tegen alle verwachting in bleef de wereldeconomie echter ook in de laatste maanden van 1987 behoorlijk groeien. Dit laatste werd mede veroor zaakt door het gecoördineerde mone taire beleid, dat werd gevolgd door een daling van de rente, zodat het vertrou wen in de toekomst eerder toe- dan af nam. Ook het Centraal Planbureau heeft in de Macro Economische Verkenning 1989, die tegelijkertijd met de Miljoe nennota 1989 werd gepubliceerd, zijn aanvankelijke ramingen fors naar bo ven bijgesteld. Dank zij een meevallen de groei van de wereldhandel en een verbetering van de concurrentiepositie, vooral door de gematigde ontwikkeling van de lonen, ontwikkelt de uitvoer zich voorspoedig. Dat zal ook volgend jaar het geval kunnen zijn. Door de gema tigde loonkostenontwikkeling, die voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door de overheveling van de kinderbij slagpremies naar de Schatkist, blijven de loonkosten per eenheid produkt naar verwachting opnieuw achter bij die van de concurrenten. Al met al blijft er sprake van een relatief hoog overschot op de lopende rekening van de beta lingsbalans, dat volgend jaar nog met f 1,5 miljard kan toenemen tot f 9 miljard. Koopkrachtdoelstelling gehaald Ondanks een gematigde ontwikkeling van de lonen zal zowel in 1988 als 1989 sprake zijn van een verdere ver- Tabel 1. Regeerakkoord (1986) over rijksfinanciën (mrd. gld.) 1987 1988 1989 1990 Uitgaven 167 165 166 167 Ontvangsten 137 137 142 148 (waarvan belastingen) (105) (107) (111) (114) (waarvan overige) (32) (30) (31) (34) financieringstekort 29 28 23 19 idem, in nationaal inkomen 8 7 6 5,25 Tabel 2. Rijksfinanciën, realisaties en verwachtingen (mrd. gld.) 1987 1988 1989 1990 Uitgaven 175 172 170 169 Ontvangsten 147 147 147 149 (waarvan belastingen) (113) (118) (122) (125) (waarvan overige) (34) (29) (25) (24) financieringstekort 29 25 23 20 idem, in nationaal inkomen 7,75 6,75 6 5,25

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 10