Comp-U-card is een
vorm van elektronisch
'thuis-winkelen'.
Dizitel, een elektronische informatie
dienst met onder andere ook reserve
ringen, is door de VNU al tijdens de
proefperiode gestaakt vanwege de
'onaanvaardbare risico's'. Verder is er
sprake van één lopend geïntegreerd
experiment a la Télétel onder de naam
Totaalnet Zuid-Limburg en twee plan
nen voor andere geïntegreerde experi
menten, de Stichting Telematica en In-
fodam. Andere meer op zichzelfstaan-
de ontwikkelingen zijn Girotel, het elek
tronisch thuisbankiersysteem van de
Postbank, en Comp-U-Card Online,
een elektronische thuiswinkel-service.
Girotel bestaat sinds 1986. Thuis kan
de deelnemer aan Girotel met behulp
van een home-computer of een PC zijn
rekeningsaldo opvragen, betalingsop
drachten geven, informatie opvragen,
sparen, etcetera. Van 1986 tot begin
1988 was Girotel nog een experiment.
Een 1000-tal particuliere en een 300-tal
zakelijke deelnemers beproefden het
systeem en hun ervaringen hebben ge
leid tot aanpassingen. In april 1988
heeft de Postbank Girotel min of meer
officieel geïntroduceerd, zij het met een
beperking in het aantal deelnemers. Dit
zou de 10 000 niet mogen overschrij
den. Met de officiële introduktie zijn er
ook meer kosten voor de deelnemers
aan Girotel verbonden. Tijdens de proef
waren alleen de datacommunicatiekos-
ten (de telefoonkosten) voor rekening
van de consument, nu dient de consu
ment tevens een bepaald bedrag per
maand te betalen. Voor het Compact-
pakket (het particuliere pakket) is f 5,-
per maand verschuldigd, terwijl het Za-
kenpakket f 25,- per maand kost. De
stand van zaken met betrekking tot Gi
rotel is niet duidelijk. Alleen tijdens de
presentatie van de halfjaarcijfers is ge
meld dat Girotel nu 1500 zakelijke deel
nemers kent. Hoeveel consumenten
deelnemen is niet vermeld. Wellicht dat
de in Frankrijk optredende trend, ver
schuiving van gebruik naar de zakelijke
markt, ook hier opgang doet.
Comp-U-Card Online is een voorbeeld
van een elektronisch thuiswinkelsys
teem. Ettelijke tienduizenden artikelen
zijn in een bestand opgeslagen. Met
zijn computer kan de deelnemer infor
matie over de artikelen opvragen. Dit
kan gebeuren door in het systeem te
'bladeren', maar ook bestaat de moge
lijkheid om gericht te zoeken. Door het
opgeven van bijvoorbeeld maximale
prijs, merk(en)voorkeur, type-aandui
ding en dergelijke, zijn snel selecties te
maken. Heeft de consument het ge
wenste artikel gevonden en staat de
prijs hem aan, dan kan het artikel via
de computer maar ook via de informa-
trice besteld worden. Het merendeel
van de cliënten van Comp-U-Card belt
'gewoon' op en wordt door informatri-
ces te woord gestaan. Na bestelling
zorgt Comp-U-Card voor levering. In
1987 telde Comp-U-Card ruim 10 000
kaarthouders, waaruit valt af te leiden
dat deze nieuwe en toch enigermate re
volutionaire vorm van verkoop en distri
butie nog niet in Nederland is aangesla
gen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld
de USA, waar al 7 miljoen kaarthou
ders geteld worden en waar dit aantal
nog groeiende is. Te verwachten valt
dat dit soort verkoop- en distributievor
men te zijner tijd ook in Nederland tot
wasdom zullen komen.
Geïntegreerde projecten
Van de geïntegreerde experimenten in
ons land, daar waar onder één noemer
een groot aantal informatieleveranciers
te bereiken is (Télétel-concept), is To
taalnet Zuid-Limburg de bekendste. Bij
de opzet waren de verwachtingen,
mede als gevolg van de f 60 miljoen
overheidssubsidie, hoog gespannen.
Het Tweeweg Kabelexperiment, zoals
Totaalnet toen nog heette, zou een
voorbeeldfunctie gaan vervullen. Alle
aangeslotenen (90 000) zouden van
een veelheid aan elektronische infor
matiediensten kunnen profiteren. Na
behoorlijke aanloopproblemen, ook van
technische aard, is (impliciet) besloten
het einddoel te handhaven, maar de
weg daar naar toe wat rustiger te be
wandelen. De status van Totaalnet is
momenteel dat het systeem sinds afge
lopen voorjaar technisch operationeel
is. Men is nu druk doende meer en
meer informatieleveranciers te enthou
siasmeren om daarmee de vicieuze cir
kel van vraag en aanbod te doorbre
ken: weinig informatieaanbod leidt tot
weinig gebruikers, wat het animo bij de
leveranciers weer doet dalen, enzo
voort.
Onderwijl zijn twee instanties met eigen
plannen voor experimenten gekomen.