E I S
Banken voor stategische keuze
BuAL
komen waar zij economisch gezien het
hoogste rendement opleveren. Hier
door wordt tevens een bijdrage gele
verd aan nieuwe investeringsmogelijk
heden, zodat een groter deel van de
Europese besparingen ten goede kan
komen aan het Europese bedrijfsleven.
Wat zijn vervolgens voor de banken de
consequenties van het thans in een
stroomversnelling geraakte integratie
proces? Kort gezegd zullen de banken
te maken krijgen met kansen en bedrei
gingen, ofwel met nieuwe mogelijkhe
den en verhevigde concurrentie. Kan
sen zijn er omdat de grote Nederlandse
banken reeds internationaal opereren,
gewend zijn aan verschillende financië
le markten, alsmede een geliberali
seerd kapitaalverkeer, en bovendien als
universele banken reeds geruime tijd
met een breed dienstenpakket functio
neren. Op grond van deze factoren
moeten de Nederlandse banken dan
ook in staat worden geacht de concur
rentie in een geïntegreerd Europa aan
te gaan.
Bedreigingen zijn er echter ook. Neder
land is een klein land en biedt voor
haar banken zodoende een smalle
thuisbasis. Qua grootte, winstgevend
heid en vermogenspositie zijn de Ne
derlandse banken op Europese schaal
(weliswaar goede) middenmoters. Dit
betekent dat het profijt dat zij kunnen
trekken uit de te verwachten schaal
voordelen van de interne markt beperk
ter is dan bij de zeer grote Europese
bankinstellingen. Ook beschikken zij
over een beperktere plaatsingscapaci
teit ten aanzien van beleggingspapier
en zijn zij mede hierdoor in het nadeel
bij de grote internationale concurrenten
als het gaat om het aantrekken van ei
gen vermogen. Tenslotte werken de
Nederlandse banken al met zeer krap
pe rentemarges en is het bepaald
denkbaar dat deze als gevolg van de
toenemende concurrentie nog verder
zullen inkrimpen.
De vraag is dan ook hoe de Nederland
se banken zich straks zullen moeten si
tueren op de gemeenschappelijke fi
nanciële markt. Anders gezegd: met
welke strategie moet men zich op
'1992' instellen? In principe staan de
volgende opties open:
verdere zelfstandige uitbreiding van
het kantorennetwerk in Europa;
overname van andere banken;
samenwerking met kapitaalkrachtige
partners; of
fusie met een andere bank.
BELGIUM
Een Belgisch produktiebedrijf van de Nederlandse onderneming BOAL. In de toe
komst zullen buitenlandse investeringen aanmerkelijk eenvoudiger te realiseren
zijn.
Welke strategie de beste, respectieve
lijk voor een bepaalde bank de meest
geëigende is, valt op voorhand niet aan
te geven. Dit blijkt overigens ook uit de
ervaringen tot nu toe. Immers, terwijl de
grote Deutsche Bank kiest voor zelf
standige uitbreiding en overnames, wil
len de Amro Bank en de Belgische Ge
nerale Bank op korte termijn tot een
volledige fusie komen. Voor de Rabo-
bankorganisatie daarentegen lijken
voor een Europawijde aanwezigheid in
eerste instantie samenwerkingsverban
den het meest voor de hand te liggen.
Overigens wil het bovenstaande niet
zeggen, dat iedere bank per se een Eu
ropese strategie moet hebben. In een
toekomstige geïntegreerde Europese fi
nanciële markt zal zeker ook plaats zijn
voor (stevige) regionale financiële in
stellingen. Een situatie die zich bijvoor
beeld ook in de Verenigde Staten voor
doet. Bovendien is het denkbaar dat
een bank nadrukkelijk kiest voor speci
alisatie op bepaalde produkten of cli
ëntgroepen. Desondanks is het reëel te
verwachten, dat verschillende financië
le instellingen op enigerlei wijze aan
sluiting zullen zoeken bij grootschaliger
verbanden. Daarbij hoeft overigens niet
alleen gedacht te worden aan banken.
De tendens tot concentratie is ook aan
wezig bij andere financiële instellingen
en zal ongetwijfeld ook vorm krijgen in
dwarsverbanden tussen banken en niet
banken, zoals verzekeraars.
Samenvattend kan dan ook vastgesteld
worden dat het Europese, maar ook het
Nederlandse bankenlandschap er in de
jaren negentig wezenlijk anders uit zal
zien dan vandaag. En het bankbedrijf?
Als de schattingen uitkomen volgens
welke de interne markt een aanzienlijke
extra economische groei zal genereren,
zal ook het bankwezen, dat toch al tot
de groeisectoren behoort, hiervan moe
ten kunnen profiteren. Zeker is echter
dat de thans nog sterk verschillende
nationale banksystemen geleidelijk
steeds meer naar elkaar zullen gaan
toegroeien. Een convergentie die on
getwijfeld ook tussen de verschillende
soorten financiële instellingen zal gaan
plaatsvinden.