De WO/HBO-student en de banken voor 2,5% uit leningen op visserijsche pen. De samenwerking tussen diverse Rabobanken en de Scheepshypotheek- bank bij binnenvaartleningen kwam dit jaar goed op gang. Door de grotere portefeuille en provisie ontvangsten steeg de brutowinst van f 6 miljoen over het 1e halfjaar 1987 tot f 10 miljoen. Gezien de stijging van de leningenportefeuille werd besloten om f 7 miljoen hiervan aan de VAR toe te voegen. Het schepenbezit van de bank is tot 2 zee- en 2 binnenschepen met een tota le waarde van f 7 miljoen afgenomen. De vooruitzichten voor de rest van het jaar en de naaste toekomst zijn betrek kelijk gunstig. Hoewel in de Rijn- en binnenvaart op korte termijn geen grote verbeteringen te verwachten zijn, geven de uitgangspunten voor de zeevaart een positief beeld. De economie, de wereldhandel en het vervoer groeien gestaag, terwijl de wereldhandelsvloot niet of nauwelijks in omvang toeneemt. De last uit het verleden, de opgelegde tonnage, is inmiddels tot een minimum gereduceerd. Onder deze omstandigheden zal de Nederlandse Scheepshypotheekbank. als deel van de Rabo-familie, haar ge zonde portefeuille kunnen vergroten en verder kunnen uitgroeien tot een renda bel, goed concurrerend en gerenom meerd scheepsfinancieringsinstituut. De budgetproblematiek van minister Deetman heeft niet alleen in onderwijs land voor veel verwarring gezorgd. Ook de banken hebben hun deel gekregen. De voorgenomen privatisering van de studiefinanciering, de Harmonisatiewet, de centrale en gespreide inning van collegegelden, de auditorenfinanciering, het zijn maar enkele voorbeelden uit een reeks van ontwikkelingen aan het hoger onderwijsfront, die niet alleen de onderwijsinstellingen, maar ook de ban ken aangaan. Banken zijn per traditie wat ambivalent in hun benadering van studenten: ener zijds worden studenten in het weten schappelijk onderwijs en het hoger be roepsonderwijs gezien als perspectief- Vervolg Wob op pagina 4 De oogstmaand is voor veel bedrijven een periode waarin een tussenbalans wordt opgemaakt over het lopende boekjaar. Uit de publikaties daarover blijkt dat in het bedrijfsleven overwegend sprake is van positieve ontwikkelingen. Veelal wordt ge rapporteerd over een voortgaande groei en hogere resultaten. De gang van zaken in onze organisatie past volledig in dit algemene beeld. Voor een bank die dien sten verleent aan een zo groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven als bij ons het geval is. ligt een zekere parallelliteit in de ontwikkeling overigens ook voor de hand. Ook bij ons was sprake van een flinke toename van de bedrijfsactiviteiten - meer nog dan in recente voorgaande jaren - en een forse stijging van het bedrijfs resultaat. Alle reden dus om met voldoening achterom te kijken naar de eerste zes maanden van 1988. Dat geldt de gang van zaken in het algemeen en enkele aspecten daarvan in het bijzonder. Een van die aspecten is de lastenontwikkeling. Geschoond voor consolidatie-effecten van enkele nieuwe deelnemingen beliep de kostenstijging ongeveer 3%. In het licht van de groei van de bedrijfsomvang met zo'n 7 a 8% is dat een bevredigend cijfer. Het impliceert immers een flinke pro- duktiviteitsverbetering. En dat is ook precies wat met het oog op de te verwachten ontwikkelingen in de nationale en internationale concurrentieverhoudingen wordt nagestreefd. Die nopen kort gezegd tot het aanbieden van kwalitatief betere dien sten tegen lagere kosten. Onze gezamenlijke beleidsinspanningen zijn dan ook daarop gericht. De nieuw geformuleerde beleidslijnen voor een efficiënter beta lingsverkeer en het distributiebeleid vormen daarvan belangrijke onderdelen. Het lijkt erop dat onze inspanningen vrucht dragen. Op zichzelf is dat een reden tot te vredenheid, maar meer nog een aansporing om op de ingeslagen weg voort te gaan en met kracht te blijven streven naar vernieuwingen in onze dienstverlening, die tegelijkertijd kwaliteitsverbetering en kostenbeheersing mogelijk maken. Een ander opvallend aspect in onze halfjaarcijfers is de zeer sterke toename van de provisiebaten. Daarin zitten zowel volume- als prijseffecten. Het eerste geldt in het bijzonder de assurantiebemiddeling en de reizenverkoop. Bij beide is sprake van een afzetgroei die aanzienlijk uitgaat boven die in het kernbedrijf. Deze ont wikkeling maakt een forse verdere verbetering van de baten/lastenverhouding in deze sector van de aanverwante dienstverlening mogelijk. Ook hier is sprake van vruchtdragende beleidsinspanningen gericht op een kwalitatief betere dienstverle ning en doelmatiger administratieve procedures. Het prijseffect in de provisiebaten speelt met name bij het betalingsverkeer. Daar zijn immers dit jaar sommige tarie ven verhoogd en andere geïntroduceerd. Tegenover de daaruit voortvloeiende ex tra inkomsten staan overigens ongeveer even grote extra rentelasten. De rente vergoeding voor creditsaldi op betaalrekeningen is immers eveneens verhoogd. Dat is een van de redenen waarom ook dit jaar de rentemarge in ons kernbedrijf licht verder terugloopt. Ook de snelle groei van de rendementsrekening draagt daaraan bij. De ruimte voor het opvangen van de daaraan verbonden extra rente lasten moet komen uit de kostenbesparingen die de tarieven in het betalingsver keer teweeg brengen. Op dit punt blijkt de tarifering overigens behoorlijk effectief. Zullen de ontwikkelingen uit de eerste zes maanden zich doorzetten in het tweede halfjaar? Het antwoord in dit stadium moet luiden: waarschijnlijk slechts ten dele. Met name is niet te verwachten dat de verbetering van het resultaat over geheel 1988 op het niveau van het eerste halfjaar zal liggen. Die verwachting heeft ener zijds als achtergrond dat het resultaat in de tweede helft van 1987 reeds op een relatief hoog niveau lag en anderzijds ziet het ernaar uit dat de rentemarge in de rest van dit jaar weer wat meer onder druk staat. Een resultaatverbetering die on geveer gelijke tred houdt met de groei van bedrijfsactiviteiten behoort echter alles zins tot de mogelijkheden. Gelet op de internationale tendens tot vermogensver sterking in het bankwezen, is zowel de verwachte mutatie als het dan te bereiken niveau van onze reserveringscapaciteit passend te achten. Reden genoeg om ook in de komende tijd de lijnen strak te blijven houden. Wijffels

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 3