Woningprijswijzer Vrijstaande woningen in trek Vervolg van pagina 19 de ontwikkeling van de woonlasten in de koop- en huursector niet per definitie met elkaar in de pas hoeven te lopen en op kortere termijn zelfs sterk uiteen kunnen lopen. Een ander punt dat afbreuk doet aan het bevorderen van het eigen woning- bezit is de manier waarop momenteel door gemeenten met gemeentegarantie wordt omgegaan. De gemeentegarantie is de afgelopen jaren een onmisbaar in strument gebleken in het kader van de bevordering van het eigen woningbezit. Door deze regeling is de potentiële wo ningkoper in staat om een hypotheek op te nemen voor nagenoeg de volledi ge koopsom van het huis. Zonder ge meentegarantie zou de woningkoper al snel 30 a 40 van de koopsom aan ei gen geld dienen mee te nemen. De ge meentegarantie is daarom een van de meest effectieve instrumenten ter be vordering van het eigen woningbezit. Door het toegenomen beroep op de ge meentegarantieregeling in de eerste helft van de jaren tachtig gaan steeds meer gemeenten ertoe over om beper kende voorwaarden aan het verlenen van gemeentegaranties te stellen. Voor beelden daarvan zijn het verlagen van de maximum koopprijs waarvoor nog gemeentegarantie wordt verstrekt en het beperken van de woningkoper in de keuze van de hypotheekvorm. Deze be perkingen komen een soepel functione ren van de woningmarkt niet ten goede en scheppen bovendien onduidelijkhe den bij de consument. Uniformering van de voorwaarden waaronder gemeente garanties worden verstrekt is dan ook dringend noodzakelijk. Nieuw evenwicht De koopwoningmarkt lijkt steeds meer naar een nieuw evenwicht te tenderen. Dit uit zich onder meer in een stabilise rend aantal transacties en een afvlak kende stijging van het prijsniveau. Ge zien de verwachte economische ontwik kelingen lijkt het heel goed mogelijk dat de koopwoningmarkt zich voor langere tijd rond dit evenwichtsniveau zal blij ven bewegen. Voorwaarde is wel dat de overheid ten aanzien van het eigen wo ningbezit een consistent beleid voert en geen onzekerheden creëert voor de po tentiële woningkoper. Dit neemt niet weg dat het regionale beeld sterk kan afwijken van het landelijke. Er zullen al tijd woongebieden blijven die meer of minder in trek zijn dan andere. De lan delijke ontwikkeling moet dan ook ge zien worden als een beeld waaraan de regionale situatie kan worden getoetst. Nieuwbouw Premiekoop. In het noorden zijn de prijzen van deze wonin gen in de periode juli 1987-juni 1988 verder gestegen ten op zichte van de vorige vierkwartaalsperiode. In het oosten daarentegen daalde de gemiddelde prijs licht. In het westen en zuiden onderging het prijsniveau vrijwel geen verande ring. Vrije sector. Op landelijk niveau is nog steeds sprake van een stijging van de gemiddelde prijs, hoewel deze enige afvlakking vertoont. De prijsstijging wordt voor het grootste deel ge dragen door de ontwikkelingen in het westen van het land. In het noorden daalde de gemid delde prijs flink. Bestaand Rij. In het westen en zuiden stegen de prijzen licht, in tegenstelling tot het noorden waar de gemiddelde prijs flink daalde. Landelijk lijkt het prijsniveau zich te gaan stabiliseren. Tweekap schakel. Ook hier is landelijk gezien sprake van een tendens tot stabilisatie. Regi onaal daalde de gemiddelde prijs in het oosten wederom en steeg deze licht in de overige re gio's. Vrijstaand. In deze sector stijgt de gemiddelde prijs nog steeds. Dit geldt voor alle vier de on derscheiden regio's. Blijkbaar staan deze woningen momenteel flink in de belangstelling. Samenvattend. Hoewel de prijzen in de laatst bekende periode nog licht stegen, lijkt zich langzaam maar zeker een afvlakking in de prijsstijging af te tekenen. Echter de gemiddelde prijs van bestaande vrijstaande woningen steeg vrij sterk. Gemiddelde prijzen in f 1 000 (nieuwbouw v.o.n., bestaand k.k.) Nieuwbouw Bestaand premiekoop vrije hj tweekap vrijstaand sector schakel Noord (Friesland, Groningen) juli 1986 - juni 1987 140,3 195,0 95,4 102,0 125,9 okt. 1986 - sept. 1987 140,0 201,8 96,6 103,7 126,9 jan. 1987 - dec. 1987 140,4 202,7 101,9 101,7 122,9 april 1987 - maart 1988 141,3 214,6 99,3 102,3 129,6 juli 1987 -juni 1988 144,6 208,3 92,5 104,6 139,4 Oost (Drente, Overijssel, Gelderland, Flevoland) juli 1986 - juni 1987 141,5 177,5 111,6 145,8 176,5 okt. 1986 - sept. 1987 141,9 180,4 112,1 144,8 177,6 jan. 1987 - dec. 1987 142,0 189,3 113,2 139,2 184,5 april 1987 - maart 1988 142,4 194,3 113,5 138,9 183,9 juli 1987 - juni 1988 141,8 196,8 113,1 136,7 187,3 West (Utrecht, Noord- en Zuid-Holland) juli 1986 - juni 1987 147,4 195,3 119,7 155,8 219,7 okt. 1986-sept. 1987 146,2 195,1 124,3 155,9 218,8 jan. 1987 - dec. 1987 148,0 193,2 126,2 175,8 230,2 april 1987 - maart 1988 149,3 206,3 127,2 177,3 226,2 juli 1987 - juni 1988 149,4 215,6 128,3 178,2 234,7 Zuid (Noord-Brabant. Limburg en Zeeland) juli 1986 - juni 1987 143,0 201,8 105,6 134,5 185,5 okt. 1986 - sept. 1987 143,2 202,0 103,6 136,7 185,1 jan. 1987 - dec. 1987 143,8 209,7 106,0 137,8 185,7 april 1987 - maart 1988 145,1 212,6 104,4 136,0 191,8 juli 1987 - juni 1988 145,3 211,0 105,3 137,1 197,0 Nederland juli 1986 - juni 1987 142,9 189,3 112,1 141,7 183,9 okt. 1986 - sept. 1987 143,4 190,7 114,2 141,7 183,3 jan. 1987 - dec. 1987 144,4 196,5 116,0 144,1 187,2 april 1987 - maart 1988 145.4 203,6 116,3 143,9 188,4 juli 1987 - juni 1988 145,6 206,6 116,6 144,2 192,8 (Bedrijfstakonderzoek)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 27