Tabel 3. Inkomen agrarische sector Nederland (x Htl. 1 mrd.) (incl. tuinbouw) 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 Netto-toegevoegde waarde 11,8 13,1 13,2 13,9 13,4 14,4 14,4 Factorkosten 4,3 4,4 4,2 4,2 4,4 4,4 4.4 waarvan rente 1,8 1,7 1,5 1,6 1,9 1,9 rente in% van NTW 14% 13% 11% 12% 13% 13% Resterend inkomen 7,5 8.7 9,0 9,7 9,0 10,0 10,0 Denemarken (x Dkr. 1 mrd) (excl. tuinbouw) 81/82 82/83 83/84 84/85 85/86 86/87 87/88 Netto-toegevoegde waarde 12,0 15,5 12,6 18,9 17,3 17,9 15,9 Factorkosten 9,4 10,0 9,9 10.3 10,8 11,3 11.8 waarvan rente 7,9 8,2 8,0 8,4 8,4 8,8 9,2 rente in van NTW 66% 53% 63% 44% 49% 49% 59% Resterend inkomen 2,6 5,5 2,7 8,6 6,5 6,6 4,1 Inkomen buiten bedrijf (a) 5,4 6,5 6,4 6,8 7,2 7,7 8,2 Overloopposten 0,9 1,0 1,4 1,5 1,7 1,6 1,7 Totaal resterend inkomen (b) 8,9 13,0 10,5 16,9 15,4 15,9 14,0 (a) in van (b) 61% 50% 61% 51% 47% 48% 59% Tabel 4. Inkomen en besparingen op volwaardige landbouwbedrijven (excl. tuinbouw) Nederland: bedrijven groter dan 79 sbe; 67300 bedrijven Denemarken: bedrijven met een arbeidsbehoefte van meer dan 1800 uren/jaar; 41600 bedrijven Nederland (x Hfl. 1000) Denemarken (x Dkr. 1000) (c) Beschikbaar voor investeringen 29,9 84/85 85/86 86/87* 84/85 85/86 86/87* 87/88** Bruto-bedrijfs- 85,4 87,8 95,0 323 289 269 250 inkomen Inkomen buiten bedrijf 7,1 7,2 7,4 53 58 63 Uit sociale wet geving, pensioenen 6,4 6,3 6,5 7 10 11 Totaal inkomen 98,9 101,3 108,9 383 357 343 330 Betaalde rente 20,1 21,2 22,3 161 168 180 140 Resterend inkomen 78,8 80,1 86,6 222 189 163 Belastingen minus toeslagen 21,7 18,2 13,1 40 53 52 Beschikbaar 57,1 61,9 73,5 182 136 111 Gezinsbestedingen 49,7 51,2 52,4 131 147 153 Besparingen 7,4 10,7 21,1 51 7.11 7 42 Afschrijvingen 22,5 24,2 30,3 92 100 109 34,9 51,4 143 89 67 (c) in van (a) 35 40 54 44 31 25 Gemiddeld 43 33 (c) in van (b) 30 35 47 37 25 20 Gemiddeld 37 27 sector, of een gevolg is van een (te) hoge schuldenlast in verhouding tot de (afnemende) rentabiliteit. Het laatste lijkt in Denemarken het geval te zijn. Om de financiële lasten enigszins te verlichten werd in juli jl. door het Deen se parlement een plan tot herfinancie ring aangenomen. De regeling heeft met name betrekking op het verstrek ken van leningen van staatswege ten behoeve van grondfinancieringen met een gunstige rente. Voorts worden ga ranties afgegeven om de gevolgen op te vangen van negatieve koersontwik kelingen met betrekking tot aangegane leningen in buitenlandse valuta. Ten slotte zullen agrarische obligatielenin gen ('green bonds') met speciale belas tingfaciliteiten aan pensioenfondsen aangeboden worden in de verwachting, dat deze leningen tot een lagere effec tieve rente zullen leiden. Blijkens een artikel in de Financial Ti mes van 14 april 1988, zou op grond van een rapport van het Ministerie van Landbouw in Denemarken deze in greep voor 13000 van de 90000 agrari sche ondernemingen echter geen soe laas meer bieden. Trend De ontwikkeling van de Deense land bouw vertoont geen optimistische lijn. De solvabiliteit loopt terug en de poten tie om deze trend te doorbreken is zon der externe hulp nauwelijks aanwezig. Tabel 4 geeft daarvan een beeld. Waar in de Nederlandse situatie het inkomen, de besparingen en het bedrag, be schikbaar voor investeringen een op gaande lijn vertonen, is in Denemarken de tendens tegengesteld. Voor het lo pende jaar wordt daar zelfs nog een verdere daling van het inkomen ver wacht. Hoewel voor deze ontwikkeling stellig meerdere en uiteenlopende oorzaken zijn aan te wijzen, vormt ongetwijfeld de hoge financieringslast een van de meest verklarende factoren. Het ont breken van een krachtig coöperatief landbouwkredietwezen doet zich dan gevoelen. Het coöperatieve kredietwe zen heeft immers de taak zijn marktin- vloed aan te wenden om aan de leden leningen en kredieten te verstrekken te gen zo gunstig mogelijke voorwaarden. Om die functie succesvol te kunnen uit voeren, is een gezonde coöperatieve bank een uitgangspunt. Met het oog daarop wordt binnen de Rabobankor- ganisatie veel waarde gehecht aan een bedrijfseconomische vitaliteit, die uit eindelijk haar legitimatie vindt in de op maat gesneden dienstverlening aan de leden. voorlopig verwachting

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 26