De campagne in Nederland -/ In het kader van de Europese Campagne voor de landelijke gebieden vinden in vele van de 21 lidstaten van de Raad van Europa activiteiten plaats om de leef baarheid van het platteland te behouden en te verbeteren. Deze activiteiten zijn ge richt op aandacht voor de specifieke problemen in het land. In Italië bijvoorbeeld kampt men met ontvolking, veel jongeren trekken naar de ste den. Als gevolg hiervan verpaupert het platteland. In Zwitserland en Oostenrijk is door de toename van het ski-toerisme een grote vraag naar ski-gelegenheden; ont bossing en erosie zijn het gevolg. In Nederland met bijna 14,5 miljoen inwoners op een oppervlakte van 34 000 km2 wordt intensief gebruik gemaakt van het land. De bestemming en het gebruik van het 'groene gebied' zijn dan ook regelmatig onderwerp van discussie tussen de ver schillende belangengroepen. ven. Intensief overleg vindt plaats tussen betrokkenen als er veranderingen of aanpassingen in het landelijke gebied nodig zijn. Er zijn inspraakprocedures, iedere belanghebbende heeft de kans om zijn belangen te motiveren. De Nederlandse Campagne voor de Landelijke Gebieden speelt op die ont wikkelingen in en zal zich met name richten op de bewustmaking van het Nederlandse publiek. Het besef moet groeien: dat het landelijke gebied intensief en veelal voor meer functies tegelijk wordt gebruikt; dat zich de komende decennia ver anderingen van gebruik en inrichting van het landelijk gebied zullen vol trekken; dat er in Nederland naar wordt ge streefd die functies in overleg met alle betrokkenen, op een zodanige wijze op elkaar af te stemmen dat de kwaliteit van het landelijk gebied wordt verhoogd. De campagne wordt geleid door de Na tionale Stuurgroep, onder voorzitter schap van Jhr. drs. P. A. C. Beelaerts van Blokland, commissaris van de Ko ningin van de provincie Utrecht. In de Stuurgroep hebben vertegenwoordi gers zitting van landbouworganisaties, de Vereniging tot Behoud van Natuur monumenten en de ANWB. Ook zijn het Ministerie van Buitenlandse Zaken, VROM en het ministerie van Landbouw en Visserij, erbij betrokken. De laatste twee ministeries, met name Landbouw en Visserij financieren de campagne, met een bedrag van f 500 000,-. De campagne heeft symposia voor be stuurders en persbijeenkomsten geor ganiseerd. Ook is informatiemateriaal uitgegeven, zoals brochures, folders en een postertentoonstelling. Veel particu liere organisaties en overheden die be- het bederf van ons leefmilieu. De mi lieubeweging kreeg invloed in de poli tiek. Ook binnen de landbouw groeide, met name de laatste jaren, steeds meer het besef dat sommige produktietakken schadelijk kunnen zijn voor het milieu dus ook voor de landbouwproduktie. Elementen in het landschap hebben andere functies gekregen. Vroeger wer den houtwallen als veekering en voor de houtvoorziening gebruikt. Tegen woordig is een houtwal van grote land schappelijke en natuurlijke waarde. Boerderijen verloren hun oorspronkelij ke functie en werden woonhuis. Door deze functieverschuivingen in het landelijk gebied, komen soms belangen tegenover elkaar te staan: recreatiemo gelijkheden naast natuurbescherming en landschapsbescherming. Het indivi duele economische belang van de boer tegen het algemeen maatschappelijk belang. De laatste jaren ontstaat er steeds meer begrip voor eikaars standpunten. Het is in ieders belang dat de landbouw gezond blijft en dat waardevolle natuur gebieden en unieke landschappen voor toekomstige generaties behouden blij- De bestemming en het gebruik van het groene gebied in ons dichtbevolkte land zijn regelmatig onderwerp van discussie.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 21