Investeringen en financiering
Jong geleerd, oud gedaan; eerste klas fruit verdient een eerste klas presentatie.
Vervolgens kan geleidelijk begonnen
worden met de opzet van het fruitbe-
drijf, daarbij ondersteund door de voor
lichtingsdienst. De eerste stap is het
maken van een bedrijfsplan (bedrijfsin
deling en omvang, rassenkeuze, al of
niet zelf koelen, inplantschema etcete-
ra). In de fruitteelt wordt gestreefd naar
een 'ideaalcomplex', waarbij ieder jaar
een ongeveer gelijk deel wordt inge
plant respectievelijk vervangen. Het
starten van een fruitbedrijf is zodoende
een geleidelijk proces dat vele jaren
kan duren. Tussen de aanvang van de
studie en het moment dat het hele be
drijf volledig in produktie is kan makke
lijk 10 a 15 jaar liggen. Een aspirant
fruitteler moet derhalve goed doorden
ken waaraan hij begint.
Investering (indicatie)
grond 10-15 ha
woning
bedrijfsruimte
fruitopstanden 8 ha a f 50 000
machines en dergelijke
bedrijfskapitaal
Totale investering
In de tuinbouw, dus ook in de fruitteelt,
is een snelle en regelmatige uitwisse
ling van kennis en ervaring met voor
lichters en collega's van groot belang.
Als gevolg hiervan worden nieuwe be
drijven bij voorkeur gesticht in een be
staand centrum.
Voor akkerbouwbedrijven (ver) buiten
de bestaande fruitteeltcentra kan dit
een beperkende factor zijn. Ook aan de
grond kunnen andere eisen worden ge
steld.
Op het hoge investeringsniveau is
reeds gewezen. Globaal bedraagt de
totale investering meer dan f 1 miljoen.
Dit bedrag hoeft uiteraard niet in één
keer op tafel gelegd te worden. Zoals
f 350 000
175 000
100 000
400 000
50 000
50 000
f 1 125 000
gezegd vindt de aanplant in een reeks
van jaren plaats.
De financiering zal volledig afhangen
van de individuele bedrijfsomstandighe
den. Vooral als de opzet van het fruit
bedrijf gepaard gaat met een geleidelij
ke bedrijfsovername van vader op zoon
dan is een goede fiscale en juridische
voorbereiding noodzakelijk. Zoals bij
veel bedrijfsovernames wordt het eigen
vermogen binnen het bedrijf geleidelijk
over een lange reeks van jaren overge
daan op de nieuwe ondernemer. Bij
een overstap naar de fruitteelt gaat dit
dan gepaard met jaarlijkse aanzienlijke
investeringen. De opbrengsten uit het
akkerbouwbedrijf lopen terug terwijl de
opbrengsten uit het fruitbedrijf slechts
geleidelijk zullen toenemen. In sommi
ge gevallen kan gekozen worden om
overtollige grond af te stoten. Als hieruit
eigen vermogen resulteert dan kan dit
gebruikt worden voor de investering in
plantopstanden. Bij het aanhouden
hiervan moet het effect op het verloop
van de arbeidsbehoefte gedurende het
seizoen, de arbeidsfilm en de rentabili
teit goed onderzocht zijn. Hoewel bijna
iedere bedrijfsovername gepaard gaat
met een financiering met vreemd ver
mogen vormt dit bij een goed voorbe
reide overname zelden een beperken
de factor.
Beperkte instroom mogelijk
De fruitteelt bestaat thans uit 1960 ge
specialiseerde hoofdberoepsbedrijven.
Samen met de 1000 niet-gespeciali-
seerde en 2500 nevenberoepsbedrij-
ven beschikken 5400 bedrijven over
22000 ha met pit- en steenvruchten.
Een beperkte instroom van nieuwe be
drijven is mogelijk en wellicht zelfs
wenselijk. Zowel voor de bedrijfstak zelf
als voor de nieuwe bedrijven is dit al
leen verantwoord als de nieuwe bedrij
ven zich richten op het bovenste kwali
teitssegment. Dit betekent dat de nieu
we bedrijven gespecialiseerde hoofd
beroepsbedrijven worden waarbij de
ondernemer zich volledig kan richten
op de produktie van kwaliteitsfruit. Ge
let op de geschetste randvoorwaarden
kan derhalve slechts een beperkte en
geleidelijke instroom worden verwacht,
wellicht niet meer dan enige tientallen
bedrijven gedurende de eerste vijf jaar
met in totaal enige honderden hectaren
fruit. Een dergelijke overstap van klei
nere akkerbouwbedrijven is geen
oplossing voor de problematiek van de
akkerbouw als zodanig, maar kan voor
individuele gevallen een interessant al
ternatief bieden.