telebankpas
De toekomst
Onder een koper
kleurig schijfje is
een veelzijdige
chip - in feite een
miniatuur-compu
tertje - aange
bracht met een
geheugencapaci
teit van 8 Kb.
het land geïnstalleerde betaalautoma
ten en de computercentra van de ban
ken. Onnodige dubbelinvesteringen
worden daarmee voorkomen, waardoor
ook deze vorm van elektronisch betalen
straks verhoudingsgewijs lage verwer
kingskosten zal kennen; lager bijvoor
beeld dan bij de nu nog veelvuldig ge
bruikte cheques en betaalkaarten.
De interbancaire samenwerking op het
gebied van betaalautomaten (en ook de
eerder genoemde samenwerking tus
sen Europese banken) richt zich alleen
op de technische infrastructuur en de
daarbij behorende beveiliging (het 'we
gennet' voor de transacties). De pro-
dukten waarmee gebruik kan worden
gemaakt van deze infrastructuur, zullen
per bank en veelal ook per cliëntgroep
verschillen. Ook de tarieven die de con
sument voor deze dienstverlening be
taalt. zullen per bank verschillen.
In de visie van de Rabobank heeft de
ondernemer de hoofdrol als het gaat
om het plaatsen van betaalterminals.
Immers, de betaalautomaat beïnvloedt
vooral zijn bedrijfsvoering en eventuele
voordelen vallen met name hem toe.
Voor sommige branches zijn die voor
delen heel concreet. Zo maakt de be
taalautomaat het mogelijk om onbe
mande benzinestations te laten functio
neren, terwijl de afwezigheid van con
tant geld ook bij bemande benzinestati
ons de veiligheid aanzienlijk bevordert.
Bij andere detaillisten kan de betaalau
tomaat leiden tot een versnelling van
de betalingshandeling (een supermarkt
kan toe met minder kassa's) en tot een
grotere efficiency in de financiële admi
nistratie.
De betaalautomaat heeft in Nederland
een wat moeizame start gehad, vooral
ook omdat het even geduurd heeft
voordat de betrokken financiële instel
lingen het eens waren over de nood
zaak van één infrastructuur. Nu dit pro
bleem is opgelost, ziet het er naar uit
dat de ontwikkeling sneller zal gaan.
Eind dit jaar zal in ons land bij circa
1000 verkooppunten - voor het overgrote
deel benzinestations - elektronisch kunnen
worden betaald.
Magneetstrip en chip
Voor het gebruik van apparatieve be-
taalvormen heeft de cliënt een pas no
dig. Nu nog wordt gebruik gemaakt van
een Eurocheque, bank- of giromaatpas,
die aan de achterzijde is voorzien van
een magneetstrip. Hoewel de magneet
strippas in de praktijk prima voldoet,
lijkt het waarschijnlijk dat op een gege
ven moment zal worden overgescha
keld op passen die in de vorm van een
chip een complete microcomputer be
vatten.
Het is duidelijk dat de chipcard voorde
len heeft; zo zal in veel gevallen de
transactie niet on-line te hoeven wor
den verwerkt, hetgeen dure datacom
municatie uitspaart. Daar staat tegen
over dat de chipcard zelf op dit moment
aanzienlijk duurder is dan de magneet
strippas. Het is nu nog moeilijk te zeg
gen wanneer de kosten-batenverhou-
ding positief zal uitvallen voor de chip
card. Vooruitlopend op dat moment zul
len al wel proeven worden genomen
met deze nieuwe techniek.
Hiervoor werd al aangegeven dat er per
bank en per cliëntgroep een grotere dif
ferentiatie zal ontstaan in de dienstver
lening. Dat zal zich ook uiten in een
grotere verscheidenheid aan kaarten.
Zo zal de ene cliënt behoefte hebben
aan een wereldwijde Eurocard, terwijl
voor een ander een bankpas die uitslui
tend toegang geeft tot de lokale geldau
tomaat voldoende is. Die toenemende
differentiatie in kaarten is de afgelopen
maanden al gebleken toen diverse ban
ken hun eigen bankcard (in feite een
gepopulariseerde versie van de Euro
card) introduceerden.
In tegenstelling tot wat wel eens wordt
gedacht, hoeft deze verscheidenheid
aan kaarten niet te betekenen dat iede-
re Nederlander straks met een hele
stapel plastic in zijn portefeille loopt. De
basisbetaalfuncties zullen in alle kaar-
ten volgens dezelfde technische stan-
daards aanwezig zijn. Op basis van de
gewenste extra's kan de cliënt uit het
totale assortiment één kaart kiezen.
In het toekomstige betalingsverkeer zijn
de apparatieve betaalvormen niet meer
weg te denken. De populariteit die de
geldautomaat in korte tijd heeft verwor
ven, rechtvaardigt de verwachting dat I
over een aantal jaren de GEA-transac-
ties de kasopnamen aan de balie in
aantal ruimschoots zullen overtreffen.
Om dat mogelijk te maken, zal een ver
dere uitbreiding van het aantal geldau
tomaten plaats vinden. De Rabobank I
verwacht uiteindelijk uit te komen op
zo'n 700 GEA's. In totaal zal Nederland
over enkele jaren vermoedelijk circa
2000 geldautomaten tellen.
De groei van het aantal betaalautoma
ten is moeilijker te voorspellen. Het ligt
in de lijn dat de consument na de ont
dekking van de geldautomaat niet al te
veel moeite zal hebben om ook de be
taalautomaat te accepteren en te waar
deren. Gezien de hoofdrol die hier voor j
de detaillist is weggelegd, is zijn waar
dering echter bepalend voor de snel
heid waarmee deze betaalvorm ingang I
zal vinden. Dat een groot aantal onder
nemers op grond van een kosten-
batenanalyse uiteindelijk tot een posi
tieve waardering zal komen, lijkt waar
schijnlijk.
Elektronisch betalen voor particulieren
dient zich nu aan in de vorm van GEA's
en BEA's. Home-banking voor particu- I
lieren (het via de computer thuis en een
telefoonlijn afdoen van bankzaken) is j
tot nu toe niet verder gekomen dan be
scheiden experimenten. In de ons om-
ringende landen is er op dit punt maar
één uitzondering: het Franse Minitelsy
steem.
Het belangrijkste kenmerk van de Fran
se situatie is dat het gaat om een zeer j
breed opgezet systeem, waarbij via de
terminal op tal van terreinen informatie
kan worden opgevraagd en transacties
kunnen worden afgehandeld. Voorals
nog ziet het er naar uit dat home-ban
king alleen een succes kan worden als
de consument via zijn computer of ter
minal ook nog met allerlei andere be
drijven en instellingen kan communice
ren. Of in Nederland zo'n geïntegreer
de aanpak mogelijk is, zal moeten blij
ken. Er wordt inmiddels aan de uitwer- J
king van enkele initiatieven gewerkt.