?0- V -H vrcep b/ecHr LLlCf<y\t bZ«Hf -f- (-aq (l/A/c) I -Co^-atf^v k lanfja'ickt I— j>tó>ClfclWdt)j L. jj<^ckhcitWc iaktuKtcuyovi koslfVi pliois1! tt0w~ kö^mMcick do-d&lU*/ Gerrit A. J. Schipper: concurreren met kwaliteit en tariefstelling. Voor De Lage Landen is automatise ring een absolute voorwaarde voor suc ces. Juist door de kwaliteit van de sys temen bouwde het bedrijf in de afgelo pen jaren een uiterst sterke concurren tiepositie op, nationaal zowel als inter nationaal. Toch streeft De Lage Landen nadruk kelijk naar zo laag mogelijke automati seringskosten. Daarom kreeg de nieu we, interne werkmaatschappij het con signe de interne tarieven aan de onder zijde van de markt te houden. Ondanks die relatief lage tarieven zal De Lage Landen Automatisering zeker vanaf 1989 worden 'afgerekend' op zijn financiële resultaat. winstverantwoordelijkheid, worden wij gedwongen klantgericht te denken. Die klant stelt zijn eigen automatiseringspri oriteiten vast. Hij selecteert zelf de pro jecten die voorrang moet krijgen op ba sis van de kosten en van zijn eigen commerciële doelen. Automatisering wordt zo in staat gesteld om in de ogen van de klant precies de juiste zaken aan te pakken en dus uiterst effectief te opereren. Daar zit onze toegevoegde waarde als zelfstandige werkmaat schappij!' Verantwoordelijkheid voor efficiency De verantwoordelijkheid voor wat er ge- I Zijn deze doelen niet strijdig met el- kaar? Volgens Schipper niet. 'Voor het terugdringen van de automatiserings kosten per eenheid produkt heeft het een uiterst heilzame werking! Elk van de werkmaatschappijen heeft immers zijn eigen omzet- en winstverantwoor delijkheid. Te hoge automatiserings kosten hebben rechtstreeks invloed op het resultaat, terwijl een onverstandige bezuiniging de kwaliteit laat teruglopen en de marketingtechnische voorsprong van de desbetreffende werkmaatschap pij aantast. Daarmee ligt de verant- J woordelijkheid van De Lage Landen i Automatisering ook vast: dienstbaar heid aan de commerciële doelen van de onderneming als totaal. Van daaruit, 14 en op basis van onze eigen omzet- en automatiseerd moet worden, ligt dus niet meer bij Automatisering. Maar hoe staat het dan met de verantwoordelijk heid voor het hoe? Schipper: 'Omdat we als resultatencen- trum opereren, moeten we kunnen con curreren met andere aanbieders in de markt. Dit geldt voor onze tarieven, maar evenzeer voor de door ons gele verde kwaliteit. Wij blijven zelf verant woordelijk voor de efficiency van de automatiseringsoplossingen. Vanuit een klantgericht opstellen hebben we daar om in de systeemontwikkelsfeer teams geformeerd, bestaande uit een vaste informatie-analist en één a twee sys teemanalisten, aangevuld met een per project variabel aantal programmeurs. Daardoor combineren we materiedes kundigheid met een soepele prioritei tenbepaling. Voor wat betreft de ver werking is gekozen voor een centraal computersysteem dat autonoom kan meegroeien met de totale organisatie, zonder dat een vaak problemen geven de conversie naar een groter systeem nodig is. Bovendien investeren we veel in het gebruik van vierde-generatietalen en in opleidingen voor het personeel. Ook door dit soort zaken zijn wij in staat toegevoegde waarde te leveren. Overigens uit zich dat niet alleen naar de andere werkmaatschappijen van De Lage Landen. Het heeft zeker ook uit straling naar Rabobanken. De on-line- verbinding van onze computersyste men via het Rabobank Terminal Net werk is immers een van de geformu leerde prioriteiten. En hetzelfde geldt voor de viewdata- en 'file transfer'-ver- bindingen met bedrijfscliënten.' De toekomst: op basis van aanneemprijzen de markt op De Lage Landen Automatisering functio neert nu iets meer dan een half jaar als resultatencentrum. Wordt er ook al winst gemaakt? 'Nee, zeker niet', be kent Schipper, 'maar het is dan ook niet voor niets dat 1988 een proefjaar is. In juridische zin zijn we (nog) geen aparte BV. De tariefstructuur is vorig jaar wel iswaar vastgesteld, maar de tarieven zoals we die nu doorbelasten zijn nog 1 geen goede afspiegeling van onze kos ten. Als we dat vanaf het begin voor el kaar hadden willen hebben, waren we pas een jaar later, in 1989, gestart. Daar hebben we bewust niet voor ge kozen. Nu kunnen we volgend jaar al starten met een stuk ervaring als basis. Bovendien gebruiken we dit jaar om een goed offertesysteem uit te werken. Het werkt analoog aan de aannemers wereld, waar elke opdracht in vaste, definieerbare blokken is verdeeld. Aan elk blok is een aantal functiepunten toegekend, met tijd en geld als equiva- lent. Vertaald naar een automatiserings omgeving betekent dit dat we voor elk j onderdeel van een functioneel ontwerp het aantal functiepunten vaststellen dat nodig is voor de realisatie. Op basis van ervaring weten we hoeveel inspan ning nodig is voor één functiepunt, en J zo kunnen we dus berekenen welke in- vestering in tijd en geld een project zal vergen. De bedoeling is dat we met in gang van 1989 zodoende op basis van vaste aanneemprijzen gaan werken. Daardoor wordt uiteraard ook de priori teitsstelling door de klanten sterk ver- gemakkelijkt. Als alles gaat zoals het nu is gepland, moeten we in 1989 uit de rode cijfers komen.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 14