Geprivatiseerde studiefinanciering De tijd daarvoor is meer dan rijp. Ener zijds staat de geldende beperking van de keuzevrijheid op dit terrein haaks op tal van ontwikkelingen in de huidige maatschappelijke werkelijkheid, zoals de voortschrijdende individualisering en flexibilisering van arbeidspatronen. An derzijds dient de noodzaak zich steeds sterker aan uit een oogpunt van gelijke concurrentievoorwaarden in het kader van 'Europa 1992'. In veel Europese landen wordt door middel van fiscale faciliteiten het 'individueel' pensioen sparen gestimuleerd. Het onthouden van de mogelijkheden aan Nederlandse banken zal deze in de sfeer van de lan ge kredietverlening op concurrentiële achterstand zetten. In het Europa na 1992 zouden zij niet beschikken over dezelfde mogelijkheden tot het aantrek ken van de daarvoor benodigde lange middelen. 'Breed herwaarderen' via een totaal concept als door Klarenbeek geopperd zal leiden tot een verbetering van de al locatie van particuliere besparingen. Deze kunnen dan in grotere omvang en meer rechtstreeks door de banken wor den teruggeploegd in de produktieve sectoren van onze economie. Een met name voor het functioneren van onze plaatselijke Rabobanken storende on evenwichtigheid binnen het huidige stelsel zal daarmee tot het verleden be horen. Klarenbeeks model getuigt van de constructieve houding die de Rabo- bankorganisatie ook wat de Brede Her waardering betreft, blijft innemen. De Wet op de studiefinanciering (WSF) is een onderwerp dat de afgelopen we ken niet alleen ons heeft beziggehou den. De media hadden in ruime mate aandacht voor de kabinetsplannen om de WSF te wijzigen en voor de protest actie van studenten tegen deze voorne mens. De basis van de soms nogal emotione le discussie kan worden gevonden in het feit dat de uitvoering van de WSF veel meer kost dan bij de invoering van de wet was geraamd. Het kabinet gaat ervan uit dat het probleem van de bud getoverschrijding structureel moet wor den opgelost en heeft daartoe een aan tal mogelijke oplossingen de revue la ten passeren. Inmiddels heeft de minis ter van Onderwijs en Wetenschappen Vervolg Wob op pagina 4 De laatste vergaderingen van de European Council tor Payment Systems, waarin bankbestuurderen uit 17 Europese landen zijn vertegenwoordigd, vonden plaats in een voor de ontwikkeling van het Europese bankwezen in het algemeen, veel betekenende 'setting': Florence en Straatsburg. De gastheren in Italië hadden met opzet Florence gekozen als achtergrond van actie van de Council, hetgeen zeker inspireerde tot een vruchtbare gedachtenwis- seling. Florence immers, speelde als financieel centrum gedurende eeuwen een leidende rol in de ontwikkeling van het internationale betalingsverkeer. De Florijnse gouden munt, in 1252 voor het eerst geslagen, werd spoedig een Eu ropese standaard. Hoewel begrippen als tijdlijnen, fraude en overvallen bij geld transport ook toen niet onbekend waren, is er sindsdien op het gebied van het be talingsverkeer veel veranderd. Wij behandelen tegenwoordig enorme aantallen transacties, waarbij de toepassing van de moderne technologie uiteraard een steeds belangrijker rol speelt. Deze heeft de procedures vereenvoudigd en de snelheid van betalen sterk vergroot, (hoewel ook daarin nog steeds grote verschil len bestaan), maar we realiseren ons dat het geen sinecure is alle partijen zoda nig te laten samenwerken, dat het beste wordt gehaald uit de technische mogelijk heden. Het beste voor de klant-consument, voor de bedrijfsrelatie. alsook voor de bank. De vergadering in Florence was erop gericht de barrières die samenwerking in met name het particuliere betalingsverkeer in de weg staan op den duur te slech ten, zodat betaalsystemen efficiënt en zo goedkoop mogelijk functioneren op grond van technische standaardisatie en wederzijdse acceptatie. Het resultaat was het zogenaamde 'European Accord', waarbij het voorgaande beginsel werd onderschreven en besloten werd concrete stappen ter uitvoering te ondernemen. De laatste vergadering vond vorige maand in Straatsburg plaats, een stad waarin sinds enige decennia gewerkt wordt aan het wegnemen van grenzen tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap. Door de voor 1992 geformuleerde doel stellingen is deze ontwikkeling voor het bankwezen in Europa in een stroomver snelling gekomen. Ook voor het particuliere betalingsverkeer zijn door de Europe se Commissie aanbevelingen gedaan, waarin het 'Europese Accoord' zeer goed past. Het is zaak dat de banken daarbij zelf het initiatief blijven houden, zodat ver meden wordt dat door - in feite onnodige - regelgeving een nieuwe bureaucratie ontstaat en banken in hun bewegingsvrijheid te zeer worden beperkt. Van enkele zijden is na het bekend worden van het 'European Accord' wel gesug gereerd dat het hier om een concurrentiebeperkende ontwikkeling zou gaan, die daarmee in conflict met de Europese Commissie zou kunnen komen. Het is echter niet zo moeilijk het tegendeel aan te tonen: door de infrastructurele samenwerking worden gemeenschappelijke kosten zo laag mogelijk gehouden en kan concurren tie op grond van kwaliteit (toegevoegde waarde) en prijs plaatsvinden tussen ban ken die betaaldiensten aanbieden. (Om het eens in een analogie aan te geven: ondanks het gemeenschappelijk wegennet wordt ook door de verschillende auto merken fel geconcurreerd.) De Nederlandse ontwikkelingen in het betalingsverkeer kunnen daarbij ook in Eu ropa als voorbeeld dienen, hoewel ook hier veel overtuigingskracht nodig is ge weest om ten slotte tot één systeem te komen. En dat 'ten slottezal zeker nog enige jaren hard werken vergen! Ook Straatsburg - Europese stad bij uitstek - inspireerde de Council wederom tot concrete uitvoeringsbesluiten: er werden duidelijke prioriteiten gesteld. In de eer ste plaats werd door de aanwezigen besloten 1990 als doel te stellen voor reci prociteit op het gebied van gelduitgifte (via geldautomaten dan wel over de balie). Voorts werd een Europees vignet van infrastructurele samenwerking tussen ban ken geaccepteerd, zodat op den duur het voor de consument duidelijk wordt, waar hij/zij met zijn/haar bankkaart terecht kan. Ter zake van de technische uitvoering werden ten slotte concrete werkafspraken gemaakt. Hoewel de ontwikkelingen zo nu en dan lijken te gaan als de 'processie van Ech- ternach - twee stappen vooruit en één achteruit - mogen we gelukkig vaststellen dat de vooruitgang duidelijk waarneembaar is. Van Eldik

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 3