worden omgewisseld in aandelen. Niet- royeerbare certificaten laat de beurs niet (meer) toe. De gedachte is dat deze permanente ontneming van de zeggenschap aan de uiteindelijke kapi taalverschaffers ten gunste van het ad ministratiekantoor, dat in feite geen ka pitaal aan de vennootschap heeft ver schaft. te ver gaat. De beperking in de royeerbaarheid die men meestal in bouwt, komt er hier op neer dat omzet ting in aandelen slechts mogelijk is voor zover men niet meer dan 1% of 2% van het geplaatst kapitaal bezit. Het admini stratiekantoor valt niet onder een der gelijk grens. Bij beperkt-royeerbare cer tificaten stelt de Vereniging voor de Ef fectenhandel dat het bestuur van het administratiekantoor onafhankelijk is van het bestuur van de vennootschap. Zulks zal in concreto ten genoegen van de Vereniging moeten worden aange toond. f. gemeenschappelijk bezit-constructie In dit geval is de aan de beurs geno teerde NV een holding die de aandelen in één of meerdere werkmaatschappij en houdt. De directe zeggenschap in de werkmaatschappij(en) berust dus bij de houdstermaatschappij en niet bij haar aandeelhouders. Tegen een over val biedt de voorziening uiteindelijk wei nig bescherming. Hij die de meerder heid der aandelen van de holding ver werft, zal toch in meer of minder mate (al naar gelang de houdstermaatschap pij een structuur-NV is of niet) invloed krijgen op het beleid van de werkmaat schappijen. De constructie schijnt overigens weinig gehanteerd te worden. g. Kluwer-constructie De overnamestrijd tussen Kluwer en El sevier heeft nog een aparte bescher mingsmaatregel opgeleverd. Kluwer heeft zich ter verdediging tegen de overval door Elsevier bediend van de constructie waarbij de aandelen in eni ge werkmaatschappijen (de juridische uitgeverijen) werden overgedragen aan de subholding Kluwer Groep Rechtswe tenschappen. Door vervolgens be schermingsmaatregelen te nemen (emissie van preferente aandelen en één prioriteitsaandeel) werd de zeggen schap van de moeder over de subhol ding geminimaliseerd. De commissie- Van der Grinten zegt over deze con structie dat de rechter - in geval van een conflict - maar moet uitmaken in hoeverre zo'n oplossing geoorloofd is. Inmiddels is echter het conflict tussen Kluwer en Elsevier bijgelegd. Kluwer heeft haar preferente aandelen weer in getrokken en Elsevier toestemming ge geven haar aandelen Kluwer om te rui len in die van de nieuw gevormde een heid Wolters-Kluwer, in die zin dat zij voor (maximaal) een derde deelneemt in het kapitaal van Wolters-Kluwer. De reactie van de Vereniging voor de Effectenhandel a. cumulatie De commissie-Van der Grinten was in meerderheid van mening, dat cumulatie van de besproken beschermingsmaat regelen geoorloofd moet blijven. Het beursbestuur daarentegen veroordeelt de opeenstapeling. We vermeldden het reeds. Het beursbestuur wil dan ook voor nieuw tot de Officiële Markt toe te laten vennootschappen voorschrijven dat zij naast preferente 'beschermings'- aandelen maximaal nog één zoge naamde permanente constructie mo gen hebben. Met de categorie perma nente constructies zijn grofweg de an dere hier genoemde bedoeld. Drie voorzieningen mag dus niet langer, evenmin twee permanente, bijvoor beeld prioriteitsaandelen en certifica ten. Of deze grens doordacht is, valt overigens te betwijfelen. Het gaat im mers niet om de hoeveelheid bescher mingsmaatregelen maar om de effecti viteit van de voorzieningen. b. meldingsplicht De Vereniging voor de Effectenhandel is een voorstander van een meldings plicht voor grootaandeelhouders. Daar bij wordt gedacht aan een grens van 10 of 20%. Door de overvallers te dwingen in de openbaarheid te treden, hoopt het beursbestuur te bereiken dat er vroeg tijdig overleg mogelijk wordt tussen de overvaller en de bedreigde vennoot schap. Immers, de SER-fusiegedrags- regels die bij een openbaar bod overleg voorschrijven, zijn niet van toepassing op de beursoverval, waar we hier mee te maken hebben. Ook in andere lan den bestaat zo'n meldingsplicht reeds (bijvoorbeeld de Verenigde Staten 5%, Groot-Brittannië 1%), terwijl in die lan den waar deze plicht nog niet is inge voerd ook geluiden zijn te horen die op zo'n meldingsplicht aandringen (bijvoor beeld België en Frankrijk bij 10%). Ook op Europees niveau werkt men aan een richtlijn voor de zogenaamde pak ketmelding. Het valt echter nog te bezien in hoever re deze meldingsplicht de geheime overnamepogingen allemaal boven wa ter zullen brengen, zodat de potentiële overnemer met de betrokken vennoot schap om de tafel gaat zitten waardoor er een evenwichtige afweging van alle erbij betrokken belangen kan plaatsvin den. Inschakeling van stromannen ter ontduiking van de meldingsplicht ligt immers voor de hand, nu niemand een totaalbeeld heeft van het aandelenbezit van de vennootschap in kwestie en van de geldstromen die de aandelenaanko- pen financieren. Een ander probleem is nog welke sanctie men stelt op de niet- naleving van de meldingsplicht. c. Ondernemingskamer De Vereniging verklaart zich voorstan der van het inschakelen van een ge specialiseerde rechter wanneer zich conflicten bij overnames voordoen. De gedachte is dat de huidige kort-geding- procedure hiervoor niet toereikend is. Wel verwacht men dat de Onderne mingskamer dan wordt uitgebreid met leden die op het onderliggende terrein speciale kennis van zaken hebben. d. preferente aandelen De Vereniging wil de emissie van prefe rente beschermingsaandelen door het bestuur, zonder een voorafgaande, voor het specifieke geval verleende medewerking van de algemene verga dering van aandeelhouders, voor de toekomst slechts toestaan tot 50% van het bedrag van reeds uitstaande gewo ne aandelen. Indien de overvaller dus al meer dan 50% van de gewone aan delen heeft verworven, kan de emissie van prefs de overval niet meer voorko men. Enige kanttekeningen a. reeds toegelaten NV's De Vereniging voor de Effectenhandel streeft er naar dat ook reeds tot de Offi ciële Markt toegelaten vennootschap pen zich uiterlijk op 1 januari 1991 aan de aangepaste richtlijnen zullen hebben aangepast (zie onder a, de reactie van de Vereniging voor de Effectenhandel). Een en ander moet in goed overleg met de betrokkenen worden uitgevoerd. De vraag is nu: wat kan de Vereniging doen, als deze betrokkenen weigeren aan de geëiste aanpassing gevolg te geven? In de noteringsovereenkomst die de Vereniging met de uitgevende vennootschappen heeft gesloten, staat dat partijen zich verplichten de bepalin gen van het reglement, zoals dit luidt ten tijde van het tekenen dezer over eenkomst, te zullen naleven. Eenzijdig wijzigen van de noteringsovereenkomst is in principe uitgesloten. Een beroep op art. 65 van het Fondsenreglement

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 34