organiseerd waren als de Rabobank, zouden ze overigens sterker staan. Daar werken ze wel aan, maar zover zijn ze nog lang niet. Ik denk dat er nog heel wat water door Maas en Rijn zal vloeien eer dat het geval zal zijn. Ondertussen is onze uitgangspositie als Rabobank in ieder geval sterk. In het koor hebben we een behoorlijke stem. Hoe schat u hierbij de positie van onze plaatselijke banken in? Het roept vragen op, men is er mee be zig. 'Een extra draaischijf boven de lande lijke banken hoeft geen grote verande ringen te geven op plaatselijk niveau. Het gaat er niet om een groot apparaat te creëren en ambtenarij in het leven te roepen. Een betrekkelijk klein Euro pees verband moet voldoende zijn om een behoorlijk sterke internationale po sitie van de coöperatieve banken op te bouwen. Die derde trap zou zeker geen directe zeggenschap moeten hebben bij lokale banken. Dat zal, als het zover komt, goed geregeld moeten zijn. Het houdt in dat er op Europees niveau een bundeling van kapitaal, kennis en kunde zal plaatsvinden, niet het oprichten van een allesoverheer sende instelling. Slechts een deel van de taken waarvoor ieder individueel te klein is, wordt daar naar toe overgehe veld. Daar zitten trouwens ook genoeg haken en ogen aan. Denk maar aan de buitenlandse vestigingen bijvoor beeld. Hoe wordt in het licht van de huidige ontwikkelingen de relatie Rabobank Nederland - aangesloten banken door hem gewaardeerd? Ziet hij het zwaartepunt verschuiven in de rich ting van de eerste? Qua kennis, en dus macht? 'Dat lees ik wel in nota's en dergelijke, je hoort er ook over. Maar dat gevaar is volgens mij niet zo groot. Een ding is wel ontzettend belangrijk. We zullen alle aandacht moeten besteden aan de kwaliteit van de leidinggevende mede werkers, juist bij de aangesloten ban ken. Het is moeilijk om goede mensen te vinden. We moeten zorgen voor be tere opleidingsmogelijkheden. Onder die voorwaarde ben ik niet zo bang dat die kennis eenzijdig bij Rabobank Ne derland terecht komt. Als de plaatselij ke banken goede mensen hebben, zijn ze zeker in staat om op eenzelfde ni veau te praten als al die 'geleerde lie den' die bij die centrale bank zitten. Het speelt ook mee - en ik denk dat we daarvoor moeten waken - dat mensen bij Rabobank Nederland soms vinden dat ze meer weten en kunnen dan mensen bij plaatselijke banken. En die ervaring heb ik bepaald niet in Stille symboliek die in Rabo-kring geen toelichting behoeft. mijn contacten! We moeten oppasen dat we geen twee culturen krijgen. Een bij de centrale bank en een bij de aan gesloten banken. Kort na de fusie had den we 'cultuur Eindhoven' en 'cultuur Utrecht'. Ik heb weieens gezegd dat die scheiding weer dreigt, maar in an dere zin: de aangesloten banken Eind hoven en Rabobank Nederland Utrecht. Verleden jaar is een goede aanzet gegeven om dat tegen te gaan met de conferenties. Dat moeten we voortzetten. Dan hoeven we niet bang te zijn dat kennis eenzijdig samenbalt bij Rabobank Nederland. Maar daar moet wel aandacht aan besteed wor den. De kracht van onze organisatie is het lokale uitgangspunt. Dat ligt niet in Utrecht, dat ligt bij de plaatselijke ban ken. Dat moet men goed weten. Utrecht is een onmisbare schakel, maar een schakel. Komen de moeders in de snelle ver anderingen wat hun functioneren be treft onvermijdelijk niet steeds ster ker aan de rokken van de dochter te hangen? 'Onze plaatselijke banken staan zo sterk in de wijze waarop ze georgani seerd zijn dat ik daar helemaal niet bang voor ben. In mijn afscheids- woordje tot de Centrale Kringvergade ring heb ik nog eens benadrukt dat de invloed van de CKV veel groter is dan de mensen die erin zitten zelf denken. En dat is ook zo. Ik weet dat bij heel veel zaken die spelen binnen de Raad van Beheer en de Hoofddirectie ge dacht wordt: hoe zal de CKV daarop reageren? Daar ligt een hele grote ze kerheid dat de Centrale Bank niet op de loop kan gaan door allerlei dingen naar zich toe trekken. Want het wordt allemaal goed gecontroleerd en ge volgd door de organisatie. Daar heb ik geen enkele zorg over. Uiteindelijk is het binnen onze organisatie zo dat het collectief van aangesloten banken het zelf in de hand heeft. We kunnen het tot slot niet laten om de Stichting Steun door Rabobanken ter sprake te brengen. Mertens trad twee jaar geleden uit het bestuur, maar volgt de zaken op de voet. Nog altijd z'n stokpaardje? 'Die SSR van ons is toch een prachti- ge instelling! Die past helemaal bij de Rabobank zoals ik die voor me zie en hoop dat ze blijft. En het leeft volopI j De bijdragen van de aangesloten ban ken vertonen onverminderd een stij gende lijn. De binnenlandse steun vind ik natuurlijk prima. Zelfs in een wel- vaartstaat als de onze blijft die gebo den, maar de ontwikkelingshulp heeft mijn voorkeur. Het ligt naar mijn me ning in het verlengde van onze achter grond als coöperatieve bank dat we daar helpen bijdragen aan de emanci patie van met name de agrarische sec tor. En daar is zo ontzaglijk veel te doen. Een sfeer scheppen waarin het coöperatief landbouwkrediet kan gedij en. Een stukje ontwikkeling in gang zetten. Zeer bescheiden. Maar wat ge daan wordt, slaat aan. Daarbij besef je nog weer eens dat er in Nederland met onze Rabobankorganisatie op dat ge bied toch wel iets heel moois is ge groeid. Ik hoop dat we die coöperatie ve gedachte van ons naar eer en ge weten in stand kunnen houden en ver der over de wereld uit kunnen dragen. Grasduinen met Mertens. Als we hem tegen de avond verlaten, heeft een veel breder scala aan onderwer pen dan hier weergegeven de revue gepasseerd. Maar echt uitgepraat? Het mag tekenend heten voor de per soon Mertens. Een coöperatief voor man van de eerste orde. De Rabo bank is zijn levenswerk. Mede dank zij hem leeft de Rabobank. Los van elkaar komen ze nooit meer. AJK

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 30