Nieuw lid Raad van Beheer Afscheid van twee coöperatoren ir. A.J. Latijnhouwers Nu ik op 2 juni jl. gekozen ben tot lid van de Raad van Beheer, wil ik me graag nog eens nader voorstellen aan de lezers van het maandblad Rabobank. Sinds juni 1984 was ik lid van de Raad van Toezicht van Rabobank Nederland en vanaf 1985 vice-voor- zitter van deze Raad. De wereld van onze coöperatie is mij dan ook erg vertrouwd en ligt mij na aan het hart. Ik vind het een grote eer dat ik nu via de Raad van Beheer mijn steentje kan bijdragen aan de gang van zaken in de Rabobank. Daarbij komt mijn bestuurlij ke ervaring, die ik eerder heb opge daan, ongetwijfeld van pas. Enkele van mijn functies zijn: voorzitter van de NCB, vice-voorzitter van de KNBTB, bestuurslid van het Landbouwschap, en vice-voorzitter van de Raad van Com missarissen van Interpolis. Daarmee is aangegeven dat de agrarische bedrijfs tak een belangrijke rol speelt in mijn da gelijks leven. Dat agrarische accent vind ik terug in de Rabobank, maar te gelijkertijd nog veel meer. Want de Ra bobank is werkzaam op een zeer breed terrein. Het is niet alleen een spaar bank of een leenbank, maar ook een dienstverlenende instelling op vele ter reinen. Bovendien is het een groeibank in menig opzicht, groei die tot ver over de Nederlandse grenzen gaat. Het is daarmee een bank die midden in de samenleving staat en daar ook be wust stimulerend mee bezig is. Ik denk in dat verband bijvoorbeeld aan het Garantiefonds, de steun die gegeven wordt aan diverse innovatieve projec ten en ook aan de Stichting Steun door Rabobanken. Niet in de laatste plaats spreekt mij de coöperatieve ondernemingsvorm aan. Een centrale met verbindingen naar een groot aantal plaatselijke banken, die een grote mate van zelfstandigheid genieten. In de praktijk blijkt deze coö peratieve organisatie succesvol te functioneren; tegelijkertijd moeten we - waar mogelijk - naar verbeteringen blij ven streven. De Rabobank is een gezonde bank met een groot verleden, maar ook met een grote taak in de toekomst. Daar aan te mogen meewerken, is een grote uitdaging. De Algemene Vergadering van de Rabobank heeft mij het vertrou wen gegeven. Ik ben daar zeer dank baar voor en zal proberen dat waar te maken. Ir. A. J. Latijnhouwers G. J. M. Berendsen Agendapunt 6 van de Algemene Verga dering: (her)verkiezing van leden van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Boerenleenbank BA; komende en - on vermijdelijk - gaande mensen. Tot de laatsten behoorden dit jaar de heren G. J. M. Berendsen en ir. G. A. A. Hors mans, beiden met een respectabele staat van dienst in coöperatieve dre ven. Met welgekozen, hartelijke woorden deed de voorzitter van de Raad van Beheer, mr. O. W. A. Baron van Ver- schuer hen in figuurlijke zin uitgeleide. De heer Berendsen was vanaf 1961 lid van de Raad van Toezicht van de Coö peratieve Centrale Raiffeisen-Bank en werd in 1972 eerst plaatsvervangend en in 1983 secretaris van de Raad van Toezicht van Rabobank Nederland. 'Een typische Rabobank-vertegenwoor- diger', aldus Van Verschuer, 'midden in de plaatselijke gemeenschap als secre taris van het gemeentebestuur Vinke- veen, die zijn kwaliteiten van hoofd en hart inzette voor onze organisatie op plaatselijk en landelijk niveau.' Voor zijn grote verdiensten is de heer Berendsen de hoogste onderscheiding - de gou den speld met briljant - toegekend. De heer Horsmans was het andere lid van de Raad van Toezicht, van wie af scheid werd genomen. In 1969 werd hij lid van de Raad van Toezicht van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank en in 1983 vond de benoeming plaats tot plaatsvervangend secretaris van de Raad van Toezicht van Rabobank Ne derland. 'Gepokt en gemazeld in een plaatselijke gemeenschap', waar hij laatstelijk lid was van het bestuur van de Rabobank Pey en Maria Hoop. Ook als gedeputeerde (deputé in het Lim burgse) en waarnemend gouverneur heeft hij zijn bestuurlijke gaven aan de samenleving ten goede laten komen. De gouden organisatiespeld met bril jant, die ook hem werd uitgereikt, was welverdiend, zo benadrukte de voorzit ter van de Raad van Beheer. In de afscheidsrede van beide oud-be- stuurderen klonk enige weemoed door - de onderscheiding kon dat maar ge deeltelijk verzachten - maar zij stelden zich gerust met de wetenschap 'dat bekwame gidsen het pad uitzetten naar hoqere efficiency en meer dienstbaar heid.' ir. G. A.A. Horsmans

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 19