4 Produceren wat de consument vraagt en het leveren van de hoogste kwaliteit zijn de belang rijkste wapens wanneer de marktpositie als gevolg van marktverzadiging onder druk komt te staan. Dynamiek y j •*- De landbouw moet voorkomen in een isolement te geraken; los van de economische realiteit. sector als geheel, als van de individue le ondernemer. Zowel tijdens de primai re produktie, als in de verwerkende fase daarna zal het streven naar een zo groot mogelijke toegevoegde waarde prioriteit moeten zijn. Niet te bestrijden is, dat de Nederland se land- en tuinbouw tot op heden goe de produkten leverde. Echter, het leve ren van goede produkten is niet altijd hetzelfde als het leveren van hetgeen de consument vraagt. Met name het in spelen op nieuwe deelmarkten verlangt van de producenten een andere - meer marktgerichte - instelling dan tot op he den van hem werd gevraagd. Het had eigenlijk niet mogen voorkomen, dat in een op agrarische export gericht land als Nederland niet voldoende aan de vraag naar scharreleieren kon worden voldaan. Voorkomen moet worden, dat het met vraag en aanbod naar scharrel varkens dezelfde kant opgaat. Een ernstig signaal, dat het nog beter moet is ook niet zo lang geleden afge geven door de grootste kruidenier van ons land. Deze gaf te kennen, dat met name de kwaliteit van het rundvlees hem zorgen baarde en noodzaakte uit het buiten land in te kopen. Groei alternatieve landbouw Voldoen aan een uiteenlopende vraag zal ongetwijfeld leiden tot een meer ge schakeerde land- en tuinbouw. Van de alternatieve landbouw, alsmede van de landbouw waarbij geproduceerd wordt voor specifieke deelmarkten is dan ook zeker enige groei te verwachten. Voor waarde voor een economische renda bele ontwikkeling is wel, dat deze land bouw dezelfde kenmerken bezit als de meer gangbare landbouw. Dat wil zeg gen: modern, kennisintensief en zeker ook niet te kleinschalig. Een groei van de produktie voor afzet ten behoeve van specifieke deelmark ten draagt ongetwijfeld bij tot assorti mentsverbreding en tot vergroting van de toegevoegde waarde. Zonder de tuinbouw als voorbeeld te willen stellen - daarvoor zijn de omstandigheden en uitgangsposities in de verschillende agrarische sectoren te verschillend - kan van de tuinbouw wel geleerd wor den, hoe in te spelen op veranderende consumentenvoorkeuren. Toen niet iedere consument meer te vreden was over de kwaliteit van de ge wone tomaten, werden de vleestoma ten en recent nog de borreltomaatjes ontwikkeld. Grote bloemkool werd klei ne bloemkool toen de gezinsgrootte veranderde. In de glastuinbouw, die zich overigens pas na de oorlog echt ontwikkelde, overheersten in eerste in stantie de grote drie, te weten tomaten, sla en komkommer. Inmiddels wordt in de Nederlandse kassen een scala van groenten, vruchten en bloemen ge teeld, dat zijn weerga in de hele wereld niet kent. Een ander goed voorbeeld is de fruit sector. In de jaren zestig werden veel goede en vertrouwde appelrassen verdrongen door de Golden Delicious. Inmiddels beseften de ondernemers in de fruitsec tor, dat een al te eenzijdig aanbod ne gatieve consequenties heeft voor de af zet. Momenteel is het appelassortiment dan ook weer zo breed als vroeger, echter niet met oude rassen, maar met nieuwe rassen, appelerend aan de con sumentenvoorkeuren van nu. Over de tuinbouw nog het volgende. Als we het Centraal Economisch Plan moeten geloven is het verre van denk beeldig, dat ruim voor het jaar 2000 de toegevoegde waarde van de tuinbouw groter zal zijn dan de rest van de Ne derlandse landbouw te zamen. Ik denk, dat deze verwachting voor de tuinbouw iets te optimistisch is. Dat de tuinbouw echter een zeer perspectief volle toekomst wacht, staat ook voor mij vast. Zoals reeds gezegd, staan klantgericht denken en handelen aan de basis van een dergelijk goed pers pectief. Produceren wat de consument vraagt en het leveren van de hoogste kwaliteit zijn dan ook de belangrijkste wapens wanneer de marktpositie als gevolg van marktverzadiging onder druk komt te staan. Ik ben er overigens niet zo benauwd over dat de Nederlandse agrarische sector in de meest brede zin erin zal slagen haar sterke positie op de inter nationale markt te behouden. Het staat vast, dat het proces van het vrijmaken van de interne EG-markt ge paard zal gaan met veel dynamiek. Dat is een geruststellende zekerheid, want daarin functioneert de Nederland se land- en tuinbouw nu eenmaal van oudsher optimaal.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 12