W@bc Ter Woorst De Nationale Coöperatieve Raad heeft een dubbel afscheid genomen. Direc teur prof. dr. G. J. ter Woorst en voorzit ter ir. D. Luteijn legden gelijktijdig hun functies neer. Op 27 april jl. waren zeer veel vertegenwoordigers van coöpera tief Nederland aanwezig bij de bijzon dere openbare NCR-vergadering waar zij uitgeleide werden gedaan. Tevens werden de nieuwe directeur, ir. J. S. Knipscheer, en de nieuwe voorzitter, prof. dr. C. P. Veerman verwelkomd en geïnstalleeerd. Ter Woorst, die met zijn 62 jaren VUT- gerechtigd is geworden, heeft in zijn elf jaar directeurschap grote verdiensten gehad voor de coöperatieve wereld. Als gedreven wetenschapper heeft hij de bestaansgronden van de coöperatieve organisatievorm diepgaand bestudeerd en geanalyseerd. Zijn denkbeelden hebben sterk bijgedragen aan de emancipatie van de coöperatie als een economisch samenwerkingsverband, dat in het krachtenveld van het bedrijfs leven zeker niet onder hoeft te doen voor de vennootschappelijke vormen. Als een wetenschappelijk verkenner heeft Ter Woorst coöperatoren in het hele land gewezen op nieuwe paden, die zij in en met hun organisaties kon den bewandelen. Niet iedereen is het op alle punten altijd even hartgrondig met hem eens geweest, maar dat hoef de ook niet van hem. Hij zal tevreden geconstateerd hebben dat louter de ge- dachtenvormende discussies - waartoe hij altijd weer wist op te wekken - hun uitwerking niet hebben gemist. We zijn er steviger mee in onze theoretische schoenen komen te staan! Mede dank zij een man als Ter Woorst is duidelijker voor ogen komen te staan welke betekenis we aan 'de coöperatie' kunnen hechten. Zijn terechte bena drukking - denk bijvoorbeeld aan zijn veelbesproken verlengstuktheorie - van de economische dimensie aan de co- operatieve samenwerking is in dit op zicht van groot belang geweest. Onver mijdelijk iets dat ten koste is gegaan van de sociologische dimensie, die lan ge tijd bepalend is geweest als het over coöperaties ging. Een begrip als solida riteit - welbegrepen eigenbelang in co- operatieve kring - raakt daardoor per definitie wat in de verdrukking, terwijl de nuchtere zakelijkheid als centraal mo tief van het coöperatielid naar voren ge- Themamiddag Verenigde Staten druk bezocht Op 26 april jl. vond bij Rabobank Nederland te Utrecht de themamiddag Verenigde Staten plaats voor zo'n 300 belangstellenden, voor het merendeel exporterende bedrijfsrelaties van aangesloten banken en meestal vergezeld van de betrokken relatiebeheerder. Na het welkomstwoord van de heer Klarenbeek sprak een drietal deskundigen over de praktijk van het zakendoen met Amerika: de heer Dean Strausldirecteur van European Semiconductor Assembly te Nijmegen, de heer J. J. van Steenber gen, directeur van de Amerikaanse Kamer van Koophandel en de heer J. A W. van Duyn, directeur van Star Dried Flowers te Rijnsburg. Na de pauze gaf de heer Steensma, General Manager van het Rabobank Kantoor New York, een uiteenzetting over de betekenis van kantoor New York voor inter nationaal actieve relaties van de Rabobankorganisatie. Vervolgens vond onder leiding van drs. H. Visser, hoofd van het directoraat Bui tenland, een boeiende paneldiscussie plaats. Tijdens deze discussie werd een groot aantal vragen gesteld, die met name betrekking hadden op bancaire bege leiding en informatie over afnemers. De landendag werd besloten met een infor meel samenzijn. Belangrijkste doel van deze bijeenkomsten is bedrijfsrelaties van de Rabobank organisatie praktische adviezen te geven over het ontwikkelen van buitenlandse markten en het zakendoen met relaties in het buitenland. Uit de toenemende belangstelling voor deze themamiddagen blijkt dat aangeslo ten banken deze landendagen benutten om hun relaties te laten kennismaken met de internationale deskundigheid en professionaliteit van onze organisatie. Daarenboven bieden deze landendagen de gelegenheid onze buitenlandse kanto ren nog eens onder de aandacht te brengen. schoven is. En hoewel we het er anno 1988 wel over eens kunnen zijn dat een coöperatie aan bestaansgrond inboet indien er voor de leden - naast de on vermijdelijke lasten - geen duidelijke baten zijn aan te wijzen, heeft de dis cussie over hoe 'welbegrepen' het ei genbelang van de leden is daarmee haar beslag nog niet gekregen. In ieder geval kan de coöperatie niet worden teruggebracht tot een middel waarmee gelegenheidsleden ieder voor zichzelf het onderste uit de kan trach ten te halen. Het behalen van econo misch nut moet het coöperatieve uit gangspunt zijn, maar dat kan op niets anders berusten dan op een notie van gezamenlijkheid. Het doorvoelen daar van kan al naar gelang het economi sche tij aan gradaties onderhevig zijn. Maar helemaal zonder kan geen enkele coöperatie het ooit stellen. Vervolg Wob op pagina 30

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 5