at ons bezighoudt... Nederlandlet op uw zaak! Goed gespreid en gezond Ons land heeft door de eeuwen heen een belangrijke functie kunnen vervul len in het handelsverkeer tussen landen en continenten. Met de wind in de zei len is de naam 'vrachtvaarders van Eu ropa' ons niet zomaar komen aanwaai en. Daar was koopmansgeest voor no dig. Een vernuftig gebruikmaken van de gunstige ligging en het waterrijke karak ter van onze rivierdelta. Het water dat ons door de eeuwen heen - naast veel ellende - ook grote welvaart heeft ge bracht. In de loop van de twintigste eeuw heb ben we onze 'vrachtvaardersfunctie' buigzaam gekoppeld aan nieuw uitge vonden krachtbronnen en nieuwe vor men van vervoer. Het wegtransport kwam tot ontwikkeling en onze natio nale luchthaven 'Schiphol' maakte - naast onze waterhavens, als Rotterdam en Amsterdam - internationale naam. En hoewel we de uitdrukking graag in ere houden, maakte de 'vrachtvaarder' langzaam plaats voor de 'transporteur'. Nederland Distributieland Nu, aan het einde van de twintigste eeuw staat ons land voor een nieuwe krachtproef. Het gaat erom hoe soepel we kunnen omschakelen van onze 'transportfunctie' naar een veelomvat- tender 'distributiefunctie'. Die noodzaak heeft zich nu met extra kracht aange diend. In 1992 zai het aanzien van de Europese Gemeenschap drastisch wij zigen en een herschikking van econo mische relaties tussen de lidstaten zal ongetwijfeld het gevolg zijn. Nederland zal hard aan de weg moeten timmeren om haar centrale functie in de distribu tie van goederen naar - wat nu nog is - het Europese achterland te behouden. Het gevaar voor overvleugeling is be paald niet denkbeeldig. Koopmansgeest zal wederom nodig zijn. Een bemoedigende gedachte is dat we een bundeling daarvan sinds kort terugvinden in de Stichting Neder land Distributieland. Hierdoor wordt de distributiefunctie van Nederland vanuit een georganiseerd verband gericht on der de aandacht gebracht. Binnen en buiten onze grenzen. De Rabobank onderkent het grote be lang van dit streven voor de Nederland se economie en denkt en doet mee in de stichting en aan de doorgekoppelde vereniging. Het meinummer van het maandblad is voor een groot deel in dat teken komen te staan. Het distributie- gebeuren wordt met een reeks artikelen onder de aandacht gebracht. Onder streept met het vignet van de Stichting Nederland Distributieland dat we voor de gelegenheid mochten gebruiken. Een van de meest in het oog springen de karakteristieken van onze organisa tie is het dichte vestigingennet. De Ra- bobanken te zamen hebben meer kan toren dan de ABN, AMRO en NMB bij elkaar. Een heel verklaarbaar gegeven. Een goed gespreid vestigingennet hoort bij de Rabobankorganisatie. Fi nanciële dienstverlening op coöperatie ve leest stelt andere eisen dan het uit oefenen van het bankbedrijf door een landelijk hoofdkantoor met filialen. Coöperatief bankieren is gestoeld op plaatselijke betrokkenheid en uit zich in plaatselijke aanwezigheid. Het dienst betoon moet haar gezicht krijgen door een of meer kantoren van een lokale Rabobank binnen het eigen werkge bied. Waar en hoe is een zaak van de plaatselijke bestuursorganen. Daarbij is altijd van belang geweest hoe het na streven van de coöperatieve beginse len zich verhoudt tot de bedrijfsecono mische principes die evenzeer van toe passing zijn. Een goed gespreid, maar tegelijkertijd gezond kantorennet is voor de continuïteit van ons coöperatief ban kieren een eerste vereiste. De succesvolle verdichting van het kan torennet van onze organisatie beleefde een twintigtal jaren geleden al haar hoogtepunt. In wisselwerking met alge hele economische vooruitgang ver spreidden de Rabobanken - toen nog Raiffeisen- en Boerenleenbanken - zich over het hele land. Vanuit hun plaatselijke kracht richtten zij tegelijker tijd hun coöperatieve dienstbetoon op het hele scala van ondernemers en particulieren in de werkgebieden. Het lag voor de hand dat de meeste banken in omvangrijke werkgebieden een of meer bijkantoren openden om goed tred te houden met de groeiende finan ciële behoeften van een zich snel uit breidende groep leden en cliënten. De Rabobanken bouwden hun kanto rennet toen niet op in een vacuüm en onderhouden het nu niet in een vacu- um. Bij voortduring werken veranderen de behoeften, concurrentie, economi sche, technologische en maatschappe lijke ontwikkelingen in op de omvang en complexiteit van het dienstenpakket, de uitmonstering, de benodigde beveili ging, het personeelsbestand van elk van de vestigingen. Factoren die door de jaren heen zo hun invloed hebben doen gelden op het kostenplaatje van een bepaalde vestiging en daarmee op het te voeren investerings- en exploita- tiebeleid van de kantoren. Een voorbeeld vinden we nu in de jong ste technologische ontwikkelingen die zich aangediend hebben. Geldautoma ten, betaalautomaten en vormen van elektronisch bankieren zijn of komen binnen bereik. Het zijn nieuwe manie ren om financiële diensten te verlenen, die bij een breed publiek blijken aan te slaan. De verhoogde service gekoppeld aan het eigentijdse karakter dragen sterk bij aan de snel veranderende be hoeften op dit punt. Vanuit bancair oogpunt bieden de nieu we ontwikkelingen kansen op het berei ken van een grotere efficiëntie en ver dere produktvernieuwingen. Daarmee wordt dus tevens de arbeidsintensieve wijze waarop een niet onaanzienlijk deel van de bancaire dienstverlening tot op heden heeft plaatsgevonden, in ander bedrijfseconomisch licht ge plaatst. Inmiddels is duidelijk dat mede onder druk van verscherpte concurren tie en noodzakelijk gebleken beveili gingseisen de noodzaak groter wordt om de bemensing en de omvang van ons kantorennet op dit punt kritischer te gaan bekijken. Een afweging die vanuit plaatselijke autonomie door iedere lo kale bank zelf gemaakt moet worden. Niet een zaak van vandaag op morgen, wel een gegeven dat mee moet spelen in de toekomstige beslissingen inzake het kantorenbeieid. Nu het mogelijk wordt bepaalde bancai re diensten sneller, completer, meer continu en efficiënter aan te bieden, is

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 2