Bedrijfsbarometer
echter lager zijn dan die van de laatste
jaren. De inhoud van de softwaredienst-
verlening verschuift in de richting van
hoogwaardige activiteiten als systeem
analyse, ontwerp, projectmanagement,
organisatie van informatienetwerken en
inplanting van systemen in werkorgani
saties. Materiekennis en kennis van de
situatie van de cliënten gaan belangrij
ker worden dan technische automatise
ringskennis. Opdrachtgevers zullen va
ker totale projecten gaan uitbesteden
aan dienstverleningsbedrijven. De
vraag naar detacheringsdiensten neemt
af. Groeiende marktsegmenten zijn sy
steemintegratie, netwerken en telemati
ca. Naar verwachting zullen de investe-
tiepositie verbeteren. Ook bij grote be
drijven is een concentratietendens te
bespeuren. Het kunnen dragen van het
projectrisico van grote automatiserings
projecten, de financiering van onder
zoek en ontwikkeling en de internatio
nalisatie van activiteiten, zijn drijfveren
achter deze tendens. Nederland heeft
een (te) kleine thuismarkt voor specia
listische produkten. Bovendien zal de
vorming van één Europese interne
markt in 1992 de afzetmogelijkheden
vergroten voor bedrijven, die voldoende
omvang hebben om een flink deel van
die mark te bewerken.
In de computerdienstverlening liggen
succes en mislukking erg dicht bij el
kaar. Om succesvol op deze markt te
kunnen opereren zullen de onderne
mers alert moeten reageren op de ver
anderende marktsituaties.
Regelmatig publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek
cijfers over de rentabiliteit en de solvabiliteit van het Neder
landse bedrijfsleven. Alhoewel deze cijfers slechts betrekking
hebben op rechtspersonen met een balanstotaal van f 10 min.
of meer, geven ze toch een aardig beeld. Illustratief zijn de ont
wikkelingen van de solvabiliteit en de rentabiliteit in de nijver
heid (zie figuur). De solvabiliteit bereikte in deze sector in 1980
een dieptepunt van 34,5%. In 1986 was deze hersteld tot meer
dan 38%, terwijl de schattingen over 1987 uitkomen op ongeveer eenzelfde niveau. De ver
betering met ruim 3,5 procentpunt over zeven jaar lijkt niet veel, maar op een balanstotaal in
1986 van meer f 260 miljard betreft het toch een bedrag van ruim f 9 miljard. Daarbij moeten
we echter bedenken, dat dit gepaard is gegaan met een forse groei van het balanstotaal van
minder dan f 200 miljard in 1980 tot boven de al eerder genoemde f 260 miljard. Om bij een
dergelijke groei de solvabiliteit te handhaven is alleen al f 20 miljard aan eigen vermogen no
dig.
Rentabiliteit Nijverheid (in
'77 '78 '79 '80 '81 '82
'85 '86 '87
Solvabiliteit Nijverheid (in
'82 '83 '84 '85 '86 '87
'77 '78 '79 '80
12-
men.
10
38-
37-
36
35 -
34-
33
32-
31 -
30
8
6-
4—
2
Ook de rentabiliteit op het eigen vermogen van de bedrijven in de nijverheid vertoonde in
1980 een dieptepunt met een niveau van slechts 4,6%. Al spoedig echter liet deze een spec
taculaire verbetering zien tot een voorlopig hoogtepunt in 1984 van 11,7%. Deze verbete
ring van de rentabiliteit is voor een belangrijk deel te danken aan de snelle daling van de ren
tevoet op het vreemde vermogen na 1980. In de berekening van de rentabiliteit op het eigen
vermogen speelt deze rentelast immers een belangrijke rol.
Soortgelijke ontwikkelingen als hierboven beschreven zijn voor de nijverheid, hebben zich
ook voorgedaan in de handel, het transport en de dienstverlening. Voor deze sectoren was
echter pas in 1982 sprake van een dieptepunt in de rentabiliteit en solvabiliteit, terwijl het her
stel daarna zo mogelijk nog spectaculairder was. Zo trad in de handel een verbetering van de
rentabiliteit op van iets meer dan 5% in 1982 tot boven de 17% in 1986.
Al met al kan momenteel met uitzondering van de sector transport gesproken worden van
een bevredigend tot goed niveau van de rentabiliteit. De solvabiliteit in de bedrijven stemt
eveneens tot tevredenheid, waarbij de dienstensector met een gemiddelde van 24% voorals
nog de zwakste is (mogelijk speelt de snelle groei van de activiteiten in deze sector hierbij
een rol). Het Nederlandse bedrijfsleven heeft daarmee aangetoond over voldoende veer
kracht te beschikken om een moeilijke periode te boven te komen. Dit geeft vertrouwen voor
de toekomst.
Bedrijfstakonderzoek)