In memoriam
mr. Ph. C. M. van Campen
Het was, zoals we dat nu zouden noemen, een gou
den greep van het toenmalig Bestuur van de Coöpe
ratieve Centrale Boerenleenbank in 1946, de toen
vijfendertigjarige mr. Ph. C. M. van Campen tot alge
meen directeur te benoemen.
Wie zijn blik laat gaan over de enige bladzijden tel
lende lijst van nevenfuncties van de heer Van Cam
pen komt diep onder de indruk van het vele en uiter
mate veelzijdige werk, waar hij - naast zijn hoofd
functie - nationaal en internationaal medeverant
woordelijk voor was.
Het is niet verwonderlijk dat nu nog, tien jaren nadat
hij door zijn ziekte afscheid moest nemen van het ac
tieve leven, zowel nationaal en internationaal met het
meeste respect en grote bewondering over zijn per
soon en zijn werken wordt gesproken.
Het is zijn grote verdienste geweest dat hij de Boe
renleenbankorganisatie zo leidde, dat het logisch
verlengde daarvan de Rabobankorganisatie was.
Het getuigt van grote menselijke wijsheid én het ver
mogen om zichzelf, ter wille van de zaak die men
voorstaat, weg te cijferen, dat hij zich in 1973 vrijwil
lig terugtrok uit wat toen was zijn én onze organisa
tie. Hoewel hem ongetwijfeld vele malen is gevraagd
het land op andere wijze te dienen, is hij het coöpe
ratief kredietwezen trouw gebleven.
Ook in de laatste moeilijke jaren van zijn leven gaf hij
telkenmale blijk van een intense betrokkenheid met
wat ook zijn levenswerk was.
We kunnen slechts gissen naar het antwoord op de
vraag, wat in die tijd in hem zal zijn omgegaan. Eén
ding is echter zeker, zijn vrouw, naar wie onze ge
dachten en gebeden uitgaan, heeft op onnavolgbare
wijze zijn ziekbed verlicht. Zij was de dienende liefde,
de diacones, in blijde maar vooral ook in droeve da
gen. Moge zij met name troost vinden in de vele ge
voelens van warme sympathie en waardering die in
deze dagen naar haar uitgaan.
De Rabobankorganisatie schrijft mr. Ph. C. M. van
Campen bij op de lijst van degenen, die ons tot voor
beeld strekten en wij zullen hem blijven gedenken als
een lichtend voorbeeld op de weg van coöperatief
Nederland.
Mr. O. W. A. Baron van Verschuer
Ondanks de langdurige ziekte kwam het bericht van
het overlijden van de heer Van Campen geheel on
verwacht. Plots komen dan de vele herinneringen
naar boven over hem, met wie je meer dan vijfen
twintig jaren ten nauwste hebt samengewerkt in de
directie van de toenmalige Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank.
In april 1973, een jaar na zijn vijfentwintigjarig jubi
leum als bankdirecteur - al die jaren onafgebroken
aan het hoofd van een bank - trok hij zich terug als
lid en plaatsvervangend voorzitter van de Hoofddi
rectie van Rabobank Nederland. Sindsdien zijn dus
ruim vijftien jaren verstreken, maar de herinnering
aan zijn bijzondere persoon en zijn stuwend werken
blijft onuitwisbaar: hij was een inspirerend man en
een groot organisator.
Van Campen was een man van grote daadkracht,
met groot talent én had durf. Ogenschijnlijk kwam hij
wat koel over en was hij misschien wat moeilijk te
doorgronden. Maar het bleek toch in het bijzonder
voor degenen, die geroepen waren om geregeld met
hem samen te werken, dat hij niet alleen de deskun
dige algemeen directeur was, doch ook een vriend.
Hij was een bekwaam bankier, die beschikte over de
gave van het woord en de gave om trefzeker te for
muleren, over grote inventiviteit en snelheid van han
delen: een bankier, die ook buiten eigen kring hoog
lijk werd gewaardeerd, zowel in het binnenland als in
het buitenland. Hij had zich door zijn visie en enorme
werkkracht een zeer gezaghebbende plaats verwor
ven in het coöperatieve bankwezen, de brede wereld
van het landbouwcoöperatief bedrijfsleven en op de
vele terreinen daarbuiten. Hij was een bouwer, een
man met een doel voor ogen, een besluitvaardige,
maar ook een man, die inspirerend en vertrouwen
wekkend op de anderen werkte en die aan overleg
zeer hoge waarde hechtte.
Van Campen heeft al die jaren de hitte van de dag
gedragen. Niet alleen in de vroegere Eindhovense
organisatie heeft hij zijn kennis, ervaring en werk
kracht ingezet, maar hij deed dat ook bij de voorbe
reiding en realisering van het samengaan van de bei
de landbouwkredietorganisaties. Zijn gedachtengoed
mag hier nog eens naar voren worden gebracht.
Voor hem kende de coöperatieve bankorganisatie
niet alleen zakelijke, maar ook ideële doelstellingen.
De doelstelling van de bank diende gericht te zijn op
het gezin, op het leven, wonen en welzijn in het
werkgebied. Voor hem stond daarbij in het middel
punt de samenwerking tussen centrale bank en aan
gesloten banken. Daarbij waren de zakelijke orga
nisatorische verhoudingen niet uitsluitend bepalend
voor zijn wijze van optreden, maar ging het hem
evenzeer om de intermenselijke betrekkingen, die hij
verzorgde met de verfijnde cultuur, die hem eigen
was.
Moge onze onvergetelijke vriend Philip van Campen
zijn aangekomen in het land van Licht, Rust en Vre -
de, het land van de Heer.
Drs. F. P. J. Bakx
oud-plaatsvervangend voorzitter Hoofddirectie