Dag in dag uit is alles goed en vredig om je heen. Je voelt je redelijk fit als 's morgens de deur weer uitno digend openzwaait en je daarachter - goed, het is niet allemaal vreugde en zonneschijn, maar toch... - de vertrouwde plekjes weet. Je praat met de dingen en zegt ze goede morgen, tenminste als je ooit Paul van Ostaijen hebt moeten lezen op de middelbare school. Dag deur, dag dikke deur, dag mooie kluis, straks ga ik je gezellig openmaken, dag fijne stoel van me met je krakende leuning, dag bureau, dag post, wat zou er weer allemaal voor me bij zitten... En voor de goede orde; als je net zo gek bent als Ik en dat van tijd tot tijd doet, wees dan zo verstandig om het geluidloos te doen. Anders gaat onder de jon gere medewerkers al gauw het gerucht dat je nu toch wel heel erg oud begint te worden. De ene dag dus is alles nog vriendelijk en vertrouwd, maar een dag later lijkt het alsof je een nachtmerrie binnenstapt! En dat allemaal omdat er een paar heren bijeen hebben gezeten en daarvan uitvoerig verslag is gedaan in je avondkrantje. Gisteravond bij de eerste borrel was je nog onschuldig en dacht je dat je alleen een beetje moe was, omdat je hard en intensief had gewerkt. Een halfuurtje later wist je wel beter en zag je jezelf als het slachtoffer van dat vre selijke nieuwe monster, die afschuwelijke heden daagse kantorengesel: het Sick Building Syndrome... Waarom heb je je schoenen uitgeschopt en waarom is die das losgeknoopt. Gezonde moeheid? Ach kom! Er is vast iets geweest dat je via de luchtroos ters geniepig heeft besprongen of langzaam vanuit de plafonds, waarvan de platen een onzichtbaar en smerig venijn bevatten, op je bol is gedropen. Sick Building Syndrome was here! Je tanden zijn los gaan zitten door de radioactieve straling vanuit de brand melders, je haren vallen uit van de te droge lucht. En wie weet welke geheimzinnige ziekteverwekkers er schuilen in het stof onder je bureau. En verbeeld je je het nou, of blijft die kuch van je wel heel erg hard nekkig. Trouwens, die rooie ogen vanmorgen waren ook vast niet van die gezellige nazit van de be stuursvergadering. Welnee, Sick Building Syndrome heeft ongetwijfeld vandaag weer toegeslagen. Vroeger op school las je hoe in de Middeleeuwen de vreselijkste gesels toesloegen en hele landstreken en steden ontvolkten. En je wist dat dank zij de mo derne tijd de cholera en builenpest waren uitgeban nen. Er waren weliswaar nog een paar wat individu eler gerichte volkskwalen, zoals tbc en de Engelse ziekte, maar die verdwenen steeds sneller uit zicht. Daarna kwamen er rustiger tijden. Het laatste decen nium is het echter weer helemaal mis geweest! Eerst die geheimzinnige legionairsziekte en toen aids. Toch nog kwalen die je het idee gaven dat je, als je nu maar keurig dicht bij huls bleef en heel braaf leefde, wel gespaard zou blijven voor het kwaad. Maar nu! Zo gauw als je 's morgens de deur van het kantoor open doet heb je al het gevoel dat er vanuit alle hoeken en gaten oogjes naar je staren. In ons mooie, moderne gecomputeriseerde en gedigita liseerde kantoortuintje, flitsen vuige virussen door de ruimte, borrelen gisten op in verborgen hoeken, strekken schimmels hun bleke tentakels naar je uit en dansen de bacteriën dreigend rond op je onder legger. Je voelt je onzeker en juist daardoor ben je al een dankbare prooi voor het Sick Building Syn drome. Het is te koud of te warm, te droog of te vochtig, te licht of te donker en als dat allemaal wel deugt dan is de man naast je een stuk venijn, of de collega s deugen niet en de klanten zijn allemaal lastpakken. Sick Building Syndrome. Wellicht moeten we terug naar de goeie ouwe tijd met zijn schuiframen en zijn hoge kolenkachels, toen iedereen nog fluitend naar zijn werk ging met een pakje brood in de aktentas en bij heel moderne kantoren al een melkboer langs kwam met halve flesjes volle melk. Maar ja, we blijven dan wel zitten met de vent naast ons, de col lega's en die klanten. Of zou een beetje aardiger met elkaar omgaan ook helpen en je wellicht onvatbaar maken voor die hele roedel van onzichtbaar gespuis dat leven en welzijn bedreigt? Ik hoop het van harte. Maar elke avond sla ik met angst en vrees de krant open om te zien of er weer een nieuwe ramp in zicht komt om u en mij uit de slaap te houden. Cas Sier Vervolg Wob van pagina 4 blijft bijvoorbeeld de vraag open, welke verwachtingen de 'buitenregio's' nog mogen koesteren. De geruststellende mededeling dat de daar bestaande plannen van kracht blijven, klinkt nog (te) zwak door. Ook daar moet naar onze opvatting de kwaliteit van werken, wonen en recreëren op niveau gehou den worden. Het ligt in de structuur en de aard van de Rabobankorganisatie om daaraan volop aandacht te blijven geven. Een andere kwestie, die voor de invul ling van de contouren van het plan van cruciaal belang kan zijn, is de rolverde ling tussen de lagere overheid en het bedrijfsleven. De centrale overheid legt de bal wel erg nadrukkelijk bij het be drijfsleven, in casu de financiers neer. Minister Nijpels mag dan bij de pers presentatie badinerend opmerken, dat 'het geld achter de toonbank klotst', het blijft de vraag of de financiers zich ge roepen voelen risico's op zich te ne men, die zij in feite niet tot hun werkter rein rekenen c.q. onvoldoende be heersbaar achten, zoals dat het geval is bij een risicodragende financiering van onze infrastructuur. Die voorwaar denscheppende maatregelen horen bij uitstek tot het overheidstakenpakket. Toen onlangs bij Rabobank Nederland een honderdtal burgemeesters te gast was, waarschuwde drs. H. H. F. Wijffels in dit verband voor te hoog gespannen verwachtingen. De overheid mag er niet van uitgaan dat het particuliere ini tiatief de budgettaire problemen van de overheid wel eventjes zal oplossen. Op voorhand gaf hij aan dat de Rabobank organisatie geen belegger in onroerend goed is en dat ook niet zal worden. 'Wij blijven primair financier voor onze le den en zo nodig projectfinancier met de bereidheid in het risico te participeren, aanloopkosten te financieren en als aanjager van goede plannen te funge ren.' 'Waar ik wel in geloof', zo voegde hij eraan toe, 'is het realiseren van één tweetjes tussen overheid en financier. Daarvoor is wel nodig dat het speelveld voor privaat en publiek aan beide kan ten even groot is. Ik heb de indruk, dat dit met name op het lokale niveau mak kelijker te bereiken is omdat de ver schillende doelstellingen van de deel nemende partijen sneller in een geza menlijke doelstelling te verenigen is.' Door middel van publiek-private sa menwerkingsvormen, die op een der gelijke leest zijn geschoeid, zal de Ra bobankorganisatie - naast haar primai re opdracht, de financiering van haar

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 30