Groothandel en verwerkende industrie naar omzetklasse Aantal bedrijven Aandeel (in totale omzet tot f 500 000 154 1 f 500 000 tot f 5 miljoen 178 15 f 5 tot 10 miljoen 68 23 f 10 tot 20 miljoen 32 24 f 20 miljoen en meer 18 37 450 100 Bron: Bedrijfschap voor de Groothandel in Vis- en Aanverwante Bedrijven/ Rabobank Nederland (met elk een omzet van meer dan f 5 miljoen). In deze groep is de omzet bo vendien sterk geconcentreerd bij de 18 grootste bedrijven. De bedrijven voeren veelal een ver schillend assortiment produkten. Ge specialiseerde groothandelsonderne mingen vindt men bij de produktgroe- pen platvis, haring, garnalen en mosse len. Doordat de aanvoer van vis nogal wisselvallig is, wordt in de groothan delsbranche regelmatig met personeel in los dienstverband gewerkt. In totaal zijn in de handel en in de verwerkende bedrijven zo'n 12 000 mensen werk zaam. Het grootste gedeelte van de verwer kende bedrijven houdt zich bezig met de verwerking van platvis, waarbij schol veruit het belangrijkste produkt is. Er wordt voornamelijk gefileerd en inge vroren. In de platvisverwerkende indus trie zijn circa 3 500 mensen werkzaam in naar schatting zo'n 175 bedrijven. Door de voorspoedige ontwikkeling in deze bedrijfstak, zowel wat aanvoer als wat afzet betreft, zijn er de laatste jaren tal van nieuwe bedrijfjes ontstaan. Bij de grotere verwerkende bedrijven is in het algemeen sprake van jonge, mo derne en veelal expansief ingestelde bedrijven. Het betreft dan ook een nog relatief jonge sector die de laatste jaren een uiterst dynamische ontwikkeling heeft doorgemaakt, met nog steeds (wat afzetmogelijkheden betreft) gunsti ge vooruitzichten. In de haringverwerkende industrie heeft Nederland - als traditioneel haringvis send en verwerkend land - ondanks de import van deze vissoort in de jaren vanaf 1975/76, een belangrijk deel van zowel de afzetmarkten als de verwer kingscapaciteit zien verdwijnen. Toch heeft deze van oudsher zeer ge specialiseerde sector zich door diversi ficatie van zijn activiteiten staande we ten te houden. De spectaculaire verrui ming van de aanvoermogelijkheden van haring in het recente verleden bie den nieuwe mogelijkheden en zullen ongetwijfeld weer tot een hogere graad van specialisatie van de branche lei den. Grondstoffenvoorziening in de knel De visserij kenmerkt zich door een aan- voerpatroon, waarbij de omvang, de sa menstelling en de kwaliteit van de vangst variëren door seizoens- en weersinvloeden. Daarnaast wordt de Overzicht visverwerkende industrie Grote zeevisserij Haring, makreel, horsmakreel diepgevroren vrieshektrawlers - rederijen - voornamelijk in concernverband afslag- Kleine zeevisserij Tong, tarbot, griet, schol, haring, garnalen - vers kotters - rederijen maatschappen - ook in concernverband Groothandel en visverwerkende industrie binnenlandse afzet export import aanvoer beïnvloed door de, in Euro pees verband, vastgestelde vangstquo ta. Tot 1986 werd niet streng de hand gehouden aan de aan Nederland toe bedeelde quota. Hierdoor kon de vis verwerkende industrie een gemiddelde bezettingsgraad behalen van circa 70%. In 1987 werden, na allerlei verwikkelin gen, de controleregels op de aange voerde vangsthoeveelheden verder aangehaald en werd beslag gelegd op de te veel gevangen vis. Voor de ver werkende industrie betekenden de ge nomen maatregelen en vooral de stren gere controle, dat de aanvoer van grondstoffen door de Nederlandse vis sers verminderde. In het groot aantal dagen dat de Nederlandse vloot nood gedwongen stilligt is, indien deze stillig- dagen niet gespreid worden, de aan voer door Nederlandse vissersschepen gering. De schaarste aan vis werkt al snel prijs verhogend, hetgeen ten koste gaat van de rentabiliteit van de verwerkende be drijven. Men kan de hogere prijs vaak niet of onvoldoende doorberekenen aan de buitenlandse afnemer, als ge volg van de toenemende concurrentie (onder andere België, Engeland, Span je). De marges komen onder druk. Doordat voor 1988 het aan Nederland toegewezen quotum voor schol met cir ca 10 000 ton is verruimd, wordt de aanvoer dit jaar waarschijnlijk ruimer, namelijk bijna 79 000 ton. Het quotum tong (in 1987 ruim 11 000 ton) is voor 1988 lager vastgesteld (circa 700 ton minder). Daarnaast heeft de industrie onlangs toestemming gekregen om vrijwel zon der invoerrechten bijna 15 000 ton plat vis te importeren. Het lijkt er op dat de verwerkende in dustrie in staat is zich vooralsnog in re delijke mate van vis te voorzien. Dit lukt door de iets ruimere aanvoermogelijk heden en door op intensieve wijze nieu we aanvoerbronnen aan te boren. Eind 1987 was deze tendens reeds zicht baar. Mogelijkheden die reeds benut worden, of waarvan verwacht mag wor den dat zij benut zullen gaan worden, zijn onder andere: vergroten van invoer; kopen van visrechten in verre wa teren; ruilen van quota; varen onder buitenlandse vlag. De visserij-organisaties schatten de overcapaciteit in de platvisverwerkende industrie op circa 25%. Snelle sanering hiervan zou het verloren gaan van circa 1 500 banen betekenen. Op korte ter mijn zal er echter geen sterke sanering plaatsvinden. De bedrijven lijken hun bezettingsgraad vooralsnog redelijk op peil te kunnen houden. Zeker in het be gin van het jaar zijn er weinig proble men. Weliswaar zal de produktiecapaci- teit verminderen, maar de verwachting is dat dit meer langs geleidelijke weg zal plaatsvinden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 20