18
25.00
20,00
15,00
10,00
5,00
0,00
1983
1984
1985
1986
1987*
Het jaar 1992
10 300
79 000
17 400
6 700
88 500 (ten dele*)
maatregelen nodig zijn om de vloot
toch binnen de in EG-verband vastge
stelde quota te houden.
Handel in de knel
Nederland is een visexporterend land.
Gedurende de periode 1980 tot en met
1988 nam de waarde van de visexport
toe met ruim 50% tot een bedrag van
1.85 miljard gulden. De capaciteit van
handel en verwerking is in deze periode
dan ook belangrijk gegroeid. Dat geldt
in het bijzonder voor bedrijven die schol
verwerken. Scholfilets konden in toene
mende mate op diverse buitenlandse
markten worden afgezet. In de afgelo
pen 5 jaar verdubbelde de exportwaar
de van scholfilets. Handels- en verwer
kende bedrijven zijn dan ook in staat
om meer vis (met name schol) te ver
werken dan de hoeveelheden die aan
Nederland zijn toegewezen (tabel 2).
Dalende visaanvoeren zouden kunnen
leiden tot stijgende inkoopprijzen voor
handel en verwerking. Dat betekent
een verkrapping van de marges, vooral
ook omdat een belangrijk gedeelte van
de visexport plaatsvindt tegen vooraf
gecontracteerde prijzen. Tot op zekere
hoogte zijn er voor handels- en ver
werkende bedrijven mogelijkheden om
vis in te kopen in het buitenland (o.a.
Denemarken). Daardoor en ook door
andere visaanvoeren uit het buitenland
of door buitenlanders zullen de vissers
bij een beperkte aanvoer niet kunnen
rekenen op zeer hoge prijzen.
Het grote probleem voor handel en ver
werking is het ontbreken van een goe
de spreiding van de visaanvoer over
het gehele jaar. Tong- en scholquota
zijn weliswaar individueel verdeeld
doch de overheid kan niet garanderen
dat het individuele contingent ook in
derdaad kan worden opgevist. Een vis
ser die tong en schol wil sparen voor
het najaar loopt dan ook de kans dat hij
zijn contingent niet kan volvissen omdat
de visserij tegen die tijd wordt verbo
den. Het niet zeker zijn van het volledig
kunnen benutten van het individuele
platviscontingent leidt ertoe dat men er
naar streeft het eigen tong- en schol
contingent zo spoedig mogelijk op te
vissen. Het is sterk in het belang van
handel en verwerking dat de zeedagen
regeling die momenteel van kracht is
goed wordt nageleefd.
Gemiddelde tongprijs op aanvoerniveau (gulden per kg)
Visprijzen op aanvoerniveau (gulden per kg)
5,00
4,00
3,00
2.00
Kabeljauw
Schol
1,00
0,00
Haring
1986 1987*
1983 1984 1985
voorlopige cijfers
De prijsgegevens zijn uit diverse bronnen afkomstig en verwerkt tot een schatting
van de gemiddelde jaarprijs per soort.
In andere sectoren van de economie
bereidt men zich steeds meer voor op
de vrije markt die in 1992 zal ontstaan.
Over de nationale grenzen heen gaat
men samenwerkingsverbanden aan.
Tegen die achtergrond lijkt het wat
merkwaardig dat de visserijvloot zo bin
nen de perken van nationaal toegewe
zen quota moet worden gehouden.
In 1992 moet ook het visserijbeleid wor
den herzien. Men kan zich dan afvra
gen of het wel helemaal in overeen
stemming is met deze vrije markt om
de visserijmogelijkheden zo strikt na
tionaal te verdelen en te controleren.
Met alle gevolgen, zoals beperking van
vesti-ging in andere EG-landen, van
dien.
Een ander aspect is het begrenzen van
de visserij-inzet in plaats van de
uitkomst (de vangsthoeveelheden). Be
heersing van de visserij-inzet is moge
lijk door middel van licenties, aangevuld
met technische maatregelen zoals
maaswijdteregelingen, gesloten gebie
den, en dergelijke. Een dergelijke be-
Tabel 2: Visquota voor 1988, van belang voor de Nederlandse kottervisserij
Vissoort
Quotum (incl. ruil)
in tonnen
Tong
Schol
Kabeljauw
Wijting
Haring
het grootste gedeelte van dit landelijke quotum is bestemd voor de grote zeevis
serij.
heersing van de in te zetten vangstca
paciteit is waarschijnlijk beter uitvoer
baar dan visserijbeheer op basis van
vangstquota per vissoort!
Reeds eerder is echter in dit blad ge
steld dat beperking van de inzet in
plaats van de uitkomst alleen goed kan
functioneren wanneer er een behoorlij
ke mate van overeenstemming is tus
sen vangstcapaciteit en vangstmoge
lijkheden. Zolang dat nog niet het geval
is, blijft er nog een moeilijke weg te
gaan voor de kottervisserij.
Beperking vangstcapaciteit
geboden
In het najaar van 1987 kreeg minister
Braks kamerbreed steun voor zijn vis
serijbeleid. Doel hiervan is o.a. het te
rugbrengen van de vangstcapaciteit
van de kottervisserij tot een niveau van
470 000 pk. Om de overcapaciteit in de
kottervisserij zichtbaar te maken wordt
sinds 1 januari jl. een stelselmatige
controle bij aanlanding van de vis uitge
voerd.
Op het eerste gezicht lijkt de kottervis
serij een gezonde sector met een goed
rentabiliteitsniveau in het recente verle
den. Het controle- en vervolgingsbeleid
zal er echter vermoedelijk toe leiden
dat nog enkele tientallen miljoenen gul
dens zullen moeten worden betaald
door de kottereigenaren vanwege
vangstoverschrijdingen in 1986 en
1987.
Op langere termijn gezien verdient het
beperken van de visserij-inzet in plaats
van de uitkomst (de vangsten) sterk
overweging. Daarvoor is het echter no
dig dat er een behoorlijke mate van
overeenstemming is tussen vangstca
paciteit en vangstmogelijkheden.