Wat is overcapaciteit?
guldens. Daarbij komt ook nog dat veel
bedrijven dit jaar hoge belastingaansla
gen zullen ontvangen over het in fiscaal
opzicht zeer goede jaar 1986. Dit alles
kan er toe leiden dat dit jaar een niet
onbelangrijk aantal bedrijven in ernstige
liquiditeitsproblemen komt.
Sanering
Ondernemers in de kottervisserij die
hun schip aanmelden voor sanering
kunnen hiervoor een premie ontvangen
van in totaal f 600 per pk. Verhoging
van dit bedrag met een bijdrage van het
bedrijfsleven is momenteel (medio
maart) nog in discussie. Een voorwaar
de voor het verkrijgen van de sane
ringspremie is dat de pk-vergunning (li
centie) wordt ingeleverd.
Hoewel dan voor kotters van gemiddel
de grootte een saneringspremie van
f 540 000 of wellicht iets meer zou wor
den ontvangen valt toch niet te ver
wachten dat veel kottereigenaren op
basis van vrijwilligheid van deze rege
ling gebruik zullen maken. Onderne
mers in de kottervisserij willen hun be
drijf in het algemeen voortzetten, o.a.
met het oog op de opvolger(s). Het zijn
echte familiebedrijven die in het verle
den al een opmerkelijke taaiheid en vin
dingrijkheid in tijden van nood aan de
dag gelegd hebben.
De animo om zich aan te melden voor
sanering is ook al niet groot omdat de
saneringsbijdrage in de meeste geval
len ontoereikend is om de hypothecaire
schuld op het schip (gemiddeld ruim
f 900 000) af te lossen. Wanneer hoofd
zakelijk oudere schepen voor sanering
zouden worden aangemeld zou dit veel
te weinig pk's opleveren om de beoog
de capaciteitsvermindering te bereiken.
Behalve de eigenaren van de kotters
zullen ook de overige opvarenden ge
neigd zijn om tot het uiterste door te
vissen. Als gevolg van het door hen ge
sloten maatschapscontract vallen zij in
het algemeen niet onder de sociale ver
zekeringswetten. Hierdoor zullen zij, in
geval van sanering, meestal zijn aange
wezen op een bijstandsuitkering.
Het verscherpte controle- en daaruit
voortvloeiende vervolgingsbeleid kan
een aantal bedrijven tot grote moeilijk
heden brengen. Het aantal aanmeldin
gen voor sanering zal dan waarschijn
lijk ook voor een belangrijk deel afhan
gen van rechterlijke uitspraken inzake
Tabel 1Omvang van de kottervloot
■HÉS
De winstgevendheid van de kottervisserij is sterk bepaald door de gedaalde gas-
olieprijs.
overtreding van vangstbeperkende
maatregelen.
Zelfs wanneer het bedrijf moet worden
beëindigd hoeft dat nog geen sanering
in de zin van een capaciteitsreductie te
betekenen. De ondernemer kan in dat
geval namelijk zijn schip verkopen aan
een collega in Nederland of een ander
EG-land. Dat zal hij vermoedelijk wel
doen wanneer de opbrengst bij verkoop
hoger is dan de saneringspremie. De
pk-licentie wordt dan behouden en kan
dan na korte of lange tijd nog apart
worden verkocht aan een andere kot-
tereigenaar.
Het zal dan ook niet eenvoudig zijn
voor minister Braks om zijn beleids
doelstelling, een vlootreductie tot
470 000 pk, te bereiken.
Een onaangename kant aan het sane-
ringsbeleid is dat de kottervissers on
derling steeds meer verdeeld raken.
Gespecialiseerde kabeljauwvissers vre
zen opnieuw weggedrukt te worden
door de grote boomkorkotters, wanneer
deze schepen teveel kabeljauw als bij
vangst aanvoeren. Kottereigenaren die
veel hebben geïnvesteerd in een ruimer
platviscontingent zien met lede ogen
dat degenen met een zeer gering con
tingent nog steeds op tong en schol vis
sen. Garnalenvissers vrezen wegge
drukt te worden door 300 pk kotters die,
onder bepaalde voorwaarden, ook op
Per ultimo
1978
1984
1985
1986
19871)
Aantal vaartuigen
498
625
610
620
622
Totaal motorvermogen
326
525
534
539
570 2)
(x 1000 pk)
Aantal opvarenden
2 203
2 960
3 016
2 941
3 000
1voorlopige cijfers
2) er zijn licenties (pk-vergunningen) verleend voor in totaal 685 000 pk. Verwacht
wordt dat een deel van de (slapende) licenties niet zal worden gerealiseerd.
garnalen mogen gaan vissen wanneer
hun mogelijkheden in de platvis- en
rondvisvisserij uitgeput zijn.
Het is dan ook een zeer moeilijke tijd
voor de visserijvoormannen, die als
vertegenwoordigers van de verschillen
de visserij-organisaties moeilijker dan
ooit met één stem kunnen spreken te
genover de overheid.
In 1988 zullen nog een aantal (grote)
kotters aan de vloot worden toege
voegd, voortvloeiend uit bouwopdrach
ten die geruime tijd geleden werden
verleend. Daardoor zal het aantal pk's
dat daadwerkelijk voor de visserij wordt
ingezet nog verder toenemen.
De omvang van de overcapaciteit kan
echter niet precies worden vastgesteld.
Een mogelijke benadering is om de ca
paciteit van de kottervloot af te stem
men op het scholquotum, de grootste te
vangen hoeveelheid voor de kottervis
serij. Uit de periode in het verleden (tot
en met 1982) kan worden afgeleid dat
gemiddeld voor de vloot als geheel cir
ca 160 kg schol per pk per jaar werd
gevangen, naast andere vissoorten. Bij
een scholquotum van 80 000 ton zou
dat een technisch noodzakelijke inzet
vergen van ongeveer 500 000 pk. Het
aandeel van de gespecialiseerde plat-
viskotters is sinds 1982 echter toegeno
men waardoor nu wat meer schol per
pk wordt gevangen. Een vlootcapaciteit
van 470 000 pk. zoals minister Braks
zich tot doel heeft gesteld, lijkt niet erg
ruim bemeten maar toch wel voldoende
om de hoeveelheid schol en daarmee
ook de andere quota op te vissen.
Een kottervloot op het niveau van de
technisch noodzakelijke capaciteit zal
zeer winstgevend zijn, zeker bij de hui
dige lage olieprijs, zo is gebleken uit
LEI-ramingen. Uit sociaal-economisch
oogpunt zou de vloot wel wat groter
kunnen zijn, zonder dat de inkomens
tot een in het algemeen laag niveau da
len. Voor de overheid is er dan echter
het probleem dat steeds aanvullende