Matige groei midden-
en kleinbedrijf
Geen reden tot pessimisme
De huidige economische situatie
is er een van grote onzekerheid.
Alhoewel op dit moment de
algemene consensus is, dat de
gevolgen van de dollardaling en
de beurscrisis wel meevallen, kan
dit voor de afzonderlijke bedrijfs
takken heel anders uitpakken. In
dit artikel zal met het oog hierop
worden ingegaan op de ver
wachtingen voor de belangrijkste
sectoren uit het midden- en klein
bedrijf. Daarbij wordt zoveel
mogelijk het verband aangegeven
tussen de macro-economische
factoren die de gang van zaken in
een bepaalde sector beïnvloeden
en de ontwikkelingen in die sector
zelf.
Groothandel
Bestedingen in de voedingsmiddelensector zullen In volume gelijk blijven, maar
zich enigszins verleggen naar het grootwinkelbedrijf.
oor het midden- en kleinbe
drijf als geheel zijn er vier
belangrijke factoren die de
afzet bepalen: toeleverin
gen, consumptie, export en
investeringen.
De grootste invloed gaat uit
van de intermediaire leverin
gen. Deze factor heeft bovendien de
laatste jaren aan betekenis gewonnen.
Sinds 1982 ligt de jaarlijkse groei van
de toeleveringen tussen de 12 en 16%.
Juist onder de toeleverende bedrijven
is het midden- en kleinbedrijf ruim ver
tegenwoordigd.
Een andere sterk bepalende factor in
de afzet van het midden- en kleinbedrijf
is de consumptie en daarmee indirect
het vrij besteedbaar inkomen. Toen de
inkomens vanaf 1985 weer een op
gaande lijn vertoonden, namen de con
sumptieve bestedingen aan goederen
en diensten weer snel toe. Hiervan
hebben vooral de detailhandel in duur
zame consumptiegoederen en de com
merciële dienstensector geprofiteerd.
Het midden- en kleinbedrijf is minder
dan het grootbedrijf gericht op exporte
ren. Toch neemt de betekenis van de
export hier toe. Ongeveer een zesde
van de afzet gaat nu naar het buiten
land. De vierde bepalende factor in de
afzet, de investeringen ofwel de leve
ring van kapitaalgoederen, is qua om
vang van geringe betekenis, maar door
de sterke groei van de investeringen in
de achter ons liggende jaren wel van
belang geweest.
Het industriële midden- en
kleinbedrijf
De industrie heeft in 1987 kunnen profi
teren van het gunstige verloop van de
binnenlandse bestedingen (consumptie
en investeringen). Bovendien was spra
ke van een behoorlijke toename van de
uitvoer. Daartegenover stond, dat het
uitvoerprijspeil en daarmee de winst
marges op exportprodukten wel onder
druk hebben gestaan.
De indicatoren voor 1988 zijn wat min
der positief. De groei van de consump
tie en de export zal wat minder zijn dan
in 1987. De bedrijfsinvesteringen zullen
zich stabiliseren op het peil van vorig
jaar en dat is voornamelijk toe te schrij
ven aan omvangrijke investeringen in
het luchtverkeer. Het uitvoervolume zal
met circa 3% toenemen, hetgeen iets
minder is dan in 1987. Vanwege de
concurrentie op de buitenlandse mark
ten zullen de uitvoerprijzen wederom
minder kunnen stijgen dan de kostprijs-
ontwikkeling zou rechtvaardigen. Dat
zal het enthousiasme voor export zeker
bij een aantal kleine en middelgrote be
drijven doen verkoelen. Daar komt nog
bij dat het exportpakket van het mid
den- en kleinbedrijf minder goed aan
sluit bij de buitenlandse vraag dan het
pakket van het grootbedrijf. De interme
diaire leveringen zullen hun groeiper
centage van 1987 naar verwachting
handhaven.
Uiteindelijk resulteert dat in 1988 voor
de industrie in een groeivoet die iets la
ger zal uitkomen dan het afgelopen
jaar. De industriële produktie in het mid
den- en kleinbedrijf zal naar verwach
ting met zo'n 2% toenemen.
De groothandel heeft de afgelopen ja
ren duidelijk in de lift gezeten. Dit blijkt
uit de toename van de branche-omzet,
het aantal ondernemingen en de werk
gelegenheid. Ook het bedrijfsresultaat
Drs. A. G. M. Broeksteeg
Bedrijfstakonderzoek